Hergebruik van heiligenbeelden in de Nederlandse beeldhouwkunst.
Tot ver in de jaren zestig van de twintigste eeuw sierden veel gipsen, massaal gemaakte heiligenbeelden en devotieobjecten de Nederlandse rooms-katholieke kerken en huizen. De ontkerkelijking, maar ook het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) hadden echter grote gevolgen voor deze beelden. Het rooms-katholieke kerkinterieur werd versoberd , waarna veel heiligenbeelden letterlijk aan de straat werden gezet. Diverse generaties kunstenaars hebben de afgedankte heiligen verspijkerd en verzaagd en zo getransformeerd tot kunstwerken. Betekenen ze nog iets? Worden ze misbruikt of gekoesterd?