Het medium schilderen vormt het fundament van Tessa Chaplin’s kunstenaarschap. In een doorlopend onderzoek probeert ze de kwaliteiten, het grensgebied en de historie ervan te ontdekken en terug te vertalen in haar werk. Symboliek, patronen, esthetiek, materiaal en kleurgebruik zijn begrippen waar ze zich bewust toe verhoudt. Het werk bevat een beeldtaal die te herleiden is naar historisch artefacten van voor christus, het getijdenboek maar ook de moderne kunst. Het is de ontmoeting met Gauguin die Chaplin’s kunstenaarschap sterk heeft beïnvloed. De westerse man die vertrok naar het primitieve Haïti. Het westen zag en ziet hun (oude) koloniën als een exotische en primitieve wereld, waar mensen nog één zijn met hun authentieke zelf. Het is een wereld waar ze naar verlangen, een wereld die alleen maar bestaat in onze eigen fantasie. Met artefacten, verhalen en beelden laten we deze wereld tot leven komen. Door platte vlakken voor elkaar te plaatsen weet Chaplin deze exotische wereld te vangen in een decor.