‘De weereld is een speel toneel. Elck speelt zyn rol en kryght zyn deel.’ Aldus Joost van den Vondel in 1637 ter gelegenheid van de opening van de nieuwe Amsterdamse Schouwburg aan de Keizersgracht. Bijna vier eeuwen later is het wereldtoneel nog steeds bevolkt met illustere spelers zoals de danseres Rokafella in New York, die genoeg heeft aan de betonnen coulissen van Harlem. Voor Tina is Griekenland een van de mooiste plekken op aarde als ze de politieke werkelijkheid kan vergeten.
‘Today I am feeling the concrete on my hands.’
Woede kent Astor in Buenos Aires ook al te goed, en die kan hij alleen bedwingen door te schrijven, te vertellen hoe het is om te leven zoals hij leeft. Het beestachtige toont ook Karelle in Parijs. Als schaap in wolfskleren verfoeit ze demonstratief de mensheid die zich in haar ogen zoals een hond gedraagt. Slaafs en volgzaam.
‘When I started writing I found my way of holding back the anger.’
Kwame uit Ghana kan niet zomaar zijn eigen taal gebruiken, maar zijn lichaam wel. Met zijn handen verbeeldt hij een universele taal en zijn ogen laat hij spreken. Xinpin zingt een lied over eenzaamheid en eeuwigheid omdat we nooit moeten opgeven onze dromen na te jagen.
Kapow staat er op het pak dat Brett, zeg maar Muffinhead, draagt. Het maakt mensen aan het lachen en dat helpt als andere dingen pijn doen. Je talent benutten is ook waar Niels zich door laat leiden als hij het lied van ‘Onze lieve frouke’ speelt voor alle Udenaren.
‘Durf eens een keer iets anders te doen.’