Hoewel het maar één nachtje was, voelt het aan als wéken. Vrijdagmiddag vertrokken we naar museum La Piscine in Roubaix. Een mooi Art Deco zwembad, waarin nu beelden in klassieke rijen staan opgesteld. Veel aankleedhokjes en douches zijn nog intact en tegelijkertijd intieme expositieruimtes voor kunst uit de laatste twee eeuwen, gericht op het lichaam.
Daarnaast is er een grote collectie toegepaste kunst, industrieel en ambachtelijk. Grote namen op keramiek-, glas- en textielgebied en ik ontdek ook recente aanwinsten. Maar het is zo rommelig opgesteld. Zoiets van als ik daar een beetje mee schuif, kan er nog wel wat bij en kijk daar is ook nog een gaatje. Het is op dit moment nogal in om à la wonderkamers alles naast en door elkaar te zetten, maar vaak ligt daar dan toch een intuïtieve ordening aan ten grondslag, maar hier valt er geen enkele logica te ontdekken. Een barok belichte orgie aan mens- en beestenlichamen.
Van hertengeweiromantiek tot kermisattractie, een atelieropstelling van de beeldhouwer Bouchard (1875-1960) oogt als volle kerststal. Ik word zo overprikkeld door de enorme veelheid, alle doorkijkjes en weerspiegelingen overal, dat ik zonder enig houvast van de ene associatie naar de volgende suggestie glibber en volkomen verdwaald raak. Gelukkig was er ook een solo-expositie van Marie-Pierre Thiébaut (1933-2010). Haar lichaamsafdrukken zijn zo vloeibaar, dat ook de betekenis dat wordt en het lijkt alsof je je in haar lichaam bevindt tussen aders en organen. Ook zijn ze heel landschappelijk en suggereren een grote monumentaliteit, de stranden van dunne gipsplaten, zelfs haar bladen vol vingerverf ogen groots. Hoewel ik voorheen nog nooit van haar gehoord had, herken ik mijn eigen onderzoek, hoe onderhuids tegelijkertijd koraalachtige en onderzeese bewegingen suggereert.
Weer buiten staan bij een winkel de kerstboommummies al opgesteld. We overnachten in Lille bij een couchsurf adres van een Algerijns/Russisch echtpaar met twee schattige dochters. We worden hartelijk ontvangen met vele verhalen over hun omzwervingen in het leven en plannen om in de Pyreneeën een patisserie te beginnen. Ze wijzen ons op mijn telefoon het oude stadscentrum, waar ook veel restaurantjes zijn. Het is ongelofelijk druk op straat. Zo’n donkere stad vol mensen, die zelfs bij deze kou nog volop op de terrassen zitten, ervaar ik eerder als bedreigend dan gezellig. En ik ben inmiddels zo uit mijn ritme en heb, half 9 ondertussen, zo’n honger, dat het me niet meer uitmaakt waar of wat we eten als ik maar gauw iets naar binnen krijg. De bediening is snel en de pizza best lekker hoewel vlees overheerst en ik dat niet gewend ben.
De volgende ochtend, na een erg warme nacht, zit ik dan ook vier uur op de wc en loop ondanks meerdere pilletjes leeg, terwijl Rinie al die tijd op het politiebureau vastzit omdat een raampje van de auto is ingegooid om een stomme zonnebril te stelen. Gelukkig heeft de dader mijn leren jas, onze bergschoenen en Rinie’s rugzakje laten liggen. Waarschijnlijk is de dief in zijn werk gestoord en mogen we nog van geluk spreken. Tussen mijn stoelgang door sprak ik met mijn gastheer over geluk, dat hij versimpelde tot afwezigheid van ongeluk. Als we om half drie ‘s middags eindelijk buiten staan, moet ik me weer tot mezelf lopen, geen onaardig maar beslist ook geen spectaculair stukje Gr.route.
Al met al komen we laat, pas rond vijven en het is al donker, in Grand Hornu aan voor de opening ‘Nature Morte, Nature Vivante’ waarvoor we door Anne Ausloos zijn uitgenodigd. Gedesoriënteerd lopen we in het duister op het gigantische museumterrein van voormalige mijngebouwen. De ruime opstelling, prachtige locatie en concentratie op slechts enkele kunstenaars in het MAC is een verademing na de chaos in la Piscine-Roubaix. Toch is in de Magasin aux foins, de voormalige hooischuur, waar de ene helft van ‘Nature Morte’ te zien is, het ook erg vol gezet. Geordend op thema, verwant materiaalgebruik of intentie wat eigenlijk verwarrend is en ook geen recht doet aan het werk. Er zit veel prachtigs bij dat meer aandacht verdiend. Vooral in materiaalgebruik weet je soms niet wat je ziet. Fascinerend biodesign, waarbij de kunstenaar slechts aanstuurt en gisten, bacteriën en mycelium het verdere werk doen. Via een telefoonapp kun je zelf zorg dragen voor een digitale levensvorm, deze doen groeien of laten kwijnen en zelfs sterven, Arvid & Marie. De negatieven van dierlijke ingewanden verticaal gepresenteerd als was het een bos, Alexi Williams Wynn. De microscopische uitvergroting van de tranen van Babs Decruyenaere. Een geweldig levend behang van Lieve Verstappen, een projectie van een animatie gebaseerd op aquarellen van rozen, die open gaan en weer verwelken. Het is als een bijna meditatieve ademhaling, deze cyclus van leven en dood. In de catalogus lees ik dat ze dit zeer arbeidsintensieve werk maakte in de twee jaar dat ze een zware behandeling tegen kanker moest ondergaan. De kwetsbaren zijn het kanarietje in de mijn, die de aanwezigheid van gevaar aankondigen, maar juist door dit vergankelijkheidsbesef ook de drang tot leven.
Anne Ausloos heeft de Ecuries, voormalige paardenstallen, geheel voor zichzelf. Ze heeft zich zoals gewoonlijk verdiept in het landschap, waar zeker hier in de Borinage, cultuur en natuur sterk door elkaar lopen. Natuurlijk aandoende heuvels zijn terils, mijnafvalbergen door mensenhanden gestapeld. Zo heeft Anne als archeoloog van eigen leven naast de zes kleine stapelingen van brokstukken steen van de verschillende terils uit de directe omgeving van Grand Hornu, een enorme stapeling gemaakt van al haar werk, dat ooit gestookt is. Het is een spannende evenwichtsoefening op massieve zware brokstukken van ovensculpturen, fragiele schilletjes gestookte slib, vervormd glas, tot gruis vergaan sediment, alle verschijningsvormen van aarde, die getuigen van wat er was en mogelijk nog komen gaat, een momentopname van een levenscyclus.
Dit is maar een greep uit wat de veertig deelnemers laten zien. De tentoonstelling duurt nog tot 8 maart 2020 en ik denk erover nog eens terug te gaan, maar dan vroeger op de dag om ook nog wat in de omgeving rond te kijken. Dat zal met andere ogen zijn nu ik het boekje van Anne gelezen heb.