De film ‘Bewaren of hoe te leven’ van Digna Sinke laat zien hoe de spullen haar oude moeder laten ronddwalen in herinneringen, hoe ze haar geheugen voeden, om na te genieten van een rijk leven. Geborgenheid vinden in dingen en daarmee een eigen territorium maken, waarin alleen jij de baas bent. Ieder ding heeft zijn tijd, zijn verhaal. Dat geeft houvast. De materialiteit, het zintuiglijke, het aanraken is met zoveel aandacht in beeld gebracht.
Vasthouden, letterlijk en figuurlijk. Komt dat voort uit genot? Aan de hand van de filmbeelden zou je dat wel zeggen. Of toch ook een beetje uit angst voor onze eindigheid? Het bezweren van de dood. De behoefte sporen achter te laten? Dat men zich straks het hoofd breekt over het waarom van een onbenullig (maar op dat moment blijkbaar heel zinvol) dingetje, van straat opgeraapt. Soms weet je het zelf niet eens meer. Het gaat over de eigenschappen van dingen en het gevoel dat je daarbij hebt, associaties, poëzie. Dingen als tijdmachine om terug te keren naar bijzondere momenten. Vroeger verkreeg men status door wat men bezat, maar nu gaat het erom hoeveel volgers je hebt en of je een influencer bent. Materialiteit is aan het verdwijnen. Zou het net zo gaan als met de traditie van uit het hoofd voordragen van ellenlange gedichten, die veelal verdween toen men alles ging opschrijven?
Rinie noemt mij zijn juke-box, hij hoeft maar een regel uit een liedje te noemen of ik zing alle coupletten. Zou dat geheugen verdwijnen nu alles zo op internet te vinden is? In de film liet Digna ook de andere kant zien, het leven van de digitale nomade met zijn hele bezit in één enkel tasje, zonder verleden of toekomst, enkel in het nu willen zijn. Het lijkt me zo onpersoonlijk, eenzaam ook, een beetje loos leven als je je nergens mee wilt verbinden. Zij zullen nooit een actiegroep starten om een kruispunt veiliger te krijgen. Zij hebben onze tijdelijke aanwezigheid op aarde wel erg letterlijk genomen. Op een bepaalde manier is dat vluchtige ook gemakkelijk. Je hoeft geen verantwoordelijkheid te nemen. Nergens zorg voor te dragen, niet voor relaties, niet voor spullen, niet voor de aarde. Of is het ook een kwestie van leeftijd? Die behoefte terug te kijken of juist zorgeloos en egocentrisch mogen zijn. Toch was daar ook een oudere man bij en zijn niet alle jonge mensen zo. Je hebt juist ook een hele sterke tegenbeweging van jongeren met gerecyclede hippie-idealen: de moestuin, de ruilwinkel. Van selfsupporting tot lange termijn design. Tot dat laatste behoort ook Henriette de Waal met haar mobiele bierbrouwerij, die ter plekke water oogst om een wolk in een fles te vangen. Hoe groter de biodiversiteit, hoe rijker de smaak.
Vroeger was de smaak en reuk van water een geografische aanduiding. Tot 1980 was dat op de Waddeneilanden nog steeds zo. Bij water uit de kraan heb je geen enkel idee meer van kwaliteit of hoeveelheid. Het is zo abstract geworden. Ik hou van het concrete en pleit voor de reïncarnatie van afgedankte dingen. De gebroken bril, de glazen door het brillentouwtje als navelstreng nog met elkaar verbonden. De twee bijna identieke kopjes middendoor, net toen Daniël scheidde. Ik heb ze gelijmd, maar dan anders. De een heeft nu twee oren en de ander geen, maar groter is die wel. Een nieuw begin. Drie gebroken Chinese lepels in een gipsen baarmoeder. De een-kind-politiek, dan moeten drie lepels volstaan; vader, moeder en kind. Zo hergebruik ik in mijn werk de laatste tijd steeds vaker de afgedankte dingen, die mijn leven zijn.
En nu dan de bergschoenen, onderweg-geweest, op van al het lopen, maar samen kunnen ze nog een heel eind komen. Schoenen die iets hebben meegemaakt, de afdruk van jouw inspanningen nog op de zolen. Gaan in geschiedenis. Hierbij wil ik een oproep doen aan iedereen die nog een versleten paar ergens heeft liggen en deze wil afstaan voor een beeld waar ik nu mee bezig ben. Als u mij uw adres mailt naar tejavanhoften@zeelandnet.nl, kom ik ze halen – en alvast mijn dank.