Agenda Artikelen Programma Zoeken Contact Partners Auteurs

Denkbeelden

Gedachten kunnen niet als waar bestempeld worden, omdat ze niet waarneembaar c.q. tastbaar en meetbaar zijn.

Voor Ode aan de Nieuwsgierigheid, een project van Utrechtse aarde ( 2016) werden kunstenaars gevraagd naar aanleiding van een samenwerking met een wetenschapper van de Utrechtse universiteit keramisch werk te maken. Dit alles ter ere van het 300 jarig bestaan van de universiteit.

In de wetenschap zowel als in de kunst is men op zoek naar een bepaalde waarheid. De wetenschapper zoekt de objectieve waarheid. Als kunstenaar is dat per definitie een subjectieve waarheid. Maar de verbinding tussen kunst en wetenschap ligt in beider nieuwsgierigheid daarnaar.

Door een aantal keer geconfronteerd te zijn geweest met ziekte terwijl ik me op dat moment eigenlijk best goed voelde, raakte ik geïnteresseerd in onzichtbare lichaamsprocessen en vooral die automatisch gebeuren. Los van mijn kunnen, willen of weten. Wanneer je zelf een klein natuurgebiedje bent. Dat sluit ook direct aan bij de thematiek waar ik me eigenlijk sinds de academie al mee bezig houd, mijn gevoel van verbondenheid met het grote geheel, dat ook wij mensen een onderdeel zijn van de natuur en volgens dezelfde wetten groeien en functioneren.

Ik ben benieuwd waar in mijn hersenen bepaalde gedachten/gevoelens zichtbaar worden en of en hoe de wetenschap dat visualiseert.

Op het internet vond ik informatie over verschillende breinbeelden: van MRI tot fMRI (waarbij de plaats wordt bepaald van hersenactiviteiten door het verschil in zuurstofrijk en zuurstofarm bloed. Een hersencel in actie verbruikt namelijk meer zuurstof). Van EEG  (d.m.v. elektroden in een soort badmuts worden de elektrische signalen van het brein opgevangen en weergegeven in hersengolven) tot MEG (die niet de elektrische activiteit zelf meet, maar de veranderingen in magnetische velden via een soort droogkap). Ik raakte steeds meer gefascineerd door de werking van hersenen en het beeldend weergeven daarvan. Er kwamen ook steeds meer vragen in me op. In hoeverre kun je autonoom zijn in je beslissingen? In hoeverre wordt je zelfs in je denken biologisch bepaald door chemische processen in het lichaam? Worden dit soort dingen ook onderzocht? In afwachting van het contact met de wetenschapper ben ik op mijn manier verder gegaan met onderzoek naar hersenactiviteiten in steengoedklei, gebaseerd op scans van mijn hoofd. En ik maakte porseleine gedachtenwolkjes zoals de balloons uit stripverhalen, waarin bondige gedachten gegrafeerd zijn zoals bij voorbeeld oeps, terzake en mmmmm. Ze worden gedragen door een hersentekening van geplastificeerd bloemschikijzerdraad. Ik wil niet alleen het denkbare zichtbaar maken, maar eigenlijk ook gewoon gedachten lezen.

Na een eerste gesprek met Martijn van den Heuvel, hersenwetenschapper aan de universiteit van Utrecht, waren we beiden heel enthousiast. Hij sprak over het maken van wegenkaarten van de hersenen, ik over een atlas van mijn lichaam. We spraken eenzelfde taal en ik werd heel erg benieuwd naar waar het ons zou brengen.

Om mijn hersenen in kaart gebracht te krijgen was de voorwaarde dat ik controle proefpersoon zou zijn bij een onderzoek naar de ziekte ALS. Allereerst werd er een kleine enquête afgenomen, toen een uitgebreid spier- en reflexonderzoek. Alsof er een nagel over je handpalmen krast, een veertje onder je voet kietelt. Met haar neus op mijn huid speurend naar onderhuidse trillinkjes. Maar ook stevige gymnastiek, waarbij ik vooral met de buikspieren niet aan de verwachtingen van een gezond persoon kon voldoen, maar de bekende hamer-reflexen gingen vanzelfsprekend heel goed. Toen nog een halfuurtje quizzen: Beeld herkennen en verhaaltjes onthouden gingen me goed af. Maar dan, zo snel mogelijk zoveel mogelijk woorden opnoemen, die met een bepaalde letter beginnen en dan ook nog eens alleen uit 4 letters mag bestaan. De eerste riedel ging vlot, maar nadat ik eenmaal stokte, was het nog lang stil voor de minuut over was. Had ik dus toch vaker moeten scrabbelen. Daarna werd weer met de stopwatch getimed hoe snel ik de woorden, die ik genoemd had en zij genoteerd, kon oplezen. Verschillende variaties van dit spel en erna de cijfers. Zij noemde reeksen, die ik moest onthouden en dan achterstevoren herhalen. Tot cijfers van 3 ging het goed. Bij 4 kwam soms de twijfel en daarmee de gok en bij nog langere reeksen raakte ik volkomen de kluts kwijt. Nadat ze mij vroeg of het meeviel, stelde ik haar dezelfde vraag, maar ze mocht niets over de resultaten mededelen. Jammer, ik had wel leuk gevonden te weten of ik ook aan hun verwachtingen voldeed en een beetje gemiddeld proefpersoon was. Daar deed ik natuurlijk wel heel erg mijn best voor.

In de MRI scanner, waar met 3 kleine tussenpozen toen het apparaat anders moest worden ingesteld en er vervolgens weer andere ritmes weerklonken, keek ik via een raampje naar een reproductie van een schilderij van een zeegezicht met daarvoor twee hele blije strandstoelen. Na de instructie nergens aan te denken, voer ik al gauw op het motorgeronk naar de horizon. Ik zag ook een lichtje knipperen. Natuurlijk een vuurtoren in de verte. Eigenlijk vond ik de niets aan de hand vrolijkheid van de gekleurde badlakens en de bijna beeldvullende strandstoelen te dominant. Maar alleen natuur is voor sommige mensen misschien niet geruststellend genoeg. Het was wel fijn dat via weerspiegelingen je toch iets door het beeld zag bewegen. En het windje van de airco maakt het ook minder opgesloten. Voor de herrie werd je gewaarschuwd en beschermd met oordopjes, een badmuts en daarover heen weer een grote koptelefoon. Maar het viel reuze mee. Ik lag er naar te luisteren als naar moderne klassieke muziek. Niet dat ik daar zo van hou, maar omdat het af en toe ook even stil was en er onverwachte afwisselingen waren, verveelde het me niet en was het uurtje toch redelijk snel voorbij. Maar ik kwam wel uit een totaal andere wereld toen ik erna in de volle wachtkamer op mijn beurt wachtte om 10 flesjes bloed af te staan. Ook kreeg ik nog een dik pakket huiswerk mee, waar ik een hele dag mee zoet was. Er waren net genoeg vakjes in het formulier om de geboortedata van al mijn acht zussen in te kunnen vullen. Alle ziekenhuisbezoeken als patiënt, de letsels waarvoor je door een dokter bent behandeld, al je woonadressen, met postcode nog wel liefst en dat allemaal gedurende je hele leven. Alles wat je de maand vooraf aan dit onderzoek hebt gegeten en gedronken, inclusief het merk van de boter op je brood en of je het zo besmeerde dat je snee nauwelijks bedekt was of gemiddeld of met een dikke laag. Hoeveel en wanneer en hoe vaak, ook van alle tussendoortjes. Gelukkig leef ik vrij sober en hou ik mijn voedselgewoontes goed bij in mijn agenda, nog steeds in een poging de darmen te beheersen en mijn diarreeaanvallen te begrijpen. Maar anders weet je toch echt niet, dat je die maand 3x een ei hebt gegeten, waarvan een was gekookt en de anderen gebakken in brio met een champignonnetje of tomaatje. Dankzij het detoxprogramma van mijn yogajuf, wat bijna de hele maand januari omvatte, kon ik de tussendoortjes meteen schrappen en kwam ik op een half glas bier per week. Nou had ik bijna een halve dag in mijn onderbroek doorgebracht en vroegen ze me thuis weer het hemd van mijn lijf. Ik werd wel steeds nieuwsgieriger wat ze uit al die gegevens zouden kunnen ontdekken.

in het diepst van mijn gedachten 1 ein Daumenkino oftewel flipboekje 2015 20 bladzijden, 10 x 12,8 cm, oplage 5. Van boven naar onder door mijn hoofd.

 

Op de gang hangt een (na later bleek door hem gemaakt) affiche van zenuwverbindingen d.m.v. gekookte spaghetti, in zijn kamer een borduurwerk van Seet van Hout. Aan zijn stabureau laat hij me de beeldverwerking zien van de MRI scans die van mijn hoofd zijn gemaakt. Wonderlijk hoe je met de muis in razend tempo door je hoofd kan gaan, van achter naar voren, van links naar rechts,  heel gemakkelijk van gezichtspunt wisselend terwijl de verschillende doorsnedes met elkaar blijven corresponderen en je synchroon van alle kanten door de hersenen wandelt. Je ogen zien op ploppen, die hulpeloze dikke tong in zijn verhemelteholletje. Ik krijg een technische uitleg. Helaas werkt deze software alleen op een Apple, maar Martijn maakt voor mij een screenrecording en zet die op een stick, zodat ik thuis het filmpje op elk moment kan stopzetten als ik die afbeelding wil gebruiken om er prints van te maken als basis voor mijn beeldend werk.

Hij vertelt me prachtige wetenswaardigheden. Hoe hersenkronkels ontstaan. Puur om meer in hetzelfde volume te kunnen persen, om de hersenen passend te maken in de schedel van de foetus. In het begin is de cortex gewoon vlak. Pas in de laatste 10 weken van de zwangerschap groeien de hersenen heel sterk. Uit ruimtegebrek vouwt het zich naar binnen. Daarnaast trekken de verbindingen er als touwtjes steeds harder aan naarmate de hersenen groeien, waardoor de schil a.h.w. krom getrokken wordt en naar binnen krult. Dat vertellend trekt Martijn aan het vel van de rug van zijn hand en kromt tegelijkertijd zijn vingers. Ook vertelt hij me dat ze hersenverbindingen helemaal 3d in kaart kunnen brengen door middel van de DTI methode (doordat watermoleculen, die zich overal in onze hersenen bevinden, zich vrij rond bewegen behalve daar waar de verbindingen tussen de verschillende hersencellen zijn). Het ziet er dan uit als een soort wc borsteltje, twee helften verbonden door een rode bundel. Aan de hand van de netwerkbeschrijving van alle verbindingen in de hersenen kun je eigenschappen berekenen. Dat zou ik nou leuk vinden als hij bij mij daar iets over zou kunnen zeggen. Maar ze mogen alleen iets over je vertellen, als ze bij toeval dingen hebben ontdekt die levensbedreigend zijn. Zou je op deze manier ook aan de hersenverbindingen kunnen zien als iemand heel gelukkig is of juist depressief?

Ze zijn al heel ver en kunnen bijvoorbeeld een 3d model printen met stokjes en knooppunten van de verbindingen en hubs (een soort concentratiepunten die naar heel veel gebieden projecteren en waar informatie bij elkaar geïntegreerd wordt). De hubs zijn als aparte steden maar verbonden met elkaar zoals de randstad. De verbindingen tussen de hubs zijn vrij lange afstandsverbindingen, waarbij rood de snelwegen weergeven, oranje de provinciale wegen, geel de verbindingen tussen die lokale oranje wegen onderling en groen zijn zoiets als de zandpaden. Bij schizofrenen zijn juist de rode, lagenafstandssnelwegen niet goed ontwikkeld. De hubs zitten bij iedereen ongeveer op dezelfde plek, ook bij dieren. Maar er zijn kleine variaties in de connecties. Hoe gemakkelijk je van de ene naar de andere plek kan komen, eigenlijk letterlijk hoe sneller je verbanden kunt leggen, wordt gelinkt aan intelligentie. Gemiddeld gezien heeft bij gezonde mensen de linker hersenhelft meer verbindingen dan rechts. Martijn onderzoekt hersenziektes uit de psychiatrie en kijkt of bij bepaalde patiënten bepaalde typen en categorieën verbindingen vaker voorkomen. Als hij naar een vergadering moet,  spreek ik nog een tijd met Hannelore, een aio (assistent in opleiding) die uit alle informatie van de MRIscans de visuele atlas samenstelt van de onderzochte persoon. Weer word ik geraakt door de prachtige beelden en als ze door mijn hoofd heen beweegt, lijkt het een soort ontvouwen van een bloem.

Ik vraag of er over deze materie niet een eenvoudig boekje bestaat voor de leek. Phillips heeft voor de biomedische wetenschap een studieboekje over medische beeldverwerking via MRI gemaakt, maar als ik het inkijk blijft het toch tamelijk wazig. Diffuus is een juiste omschrijving en zo wordt ook de scaninformatie genoemd, diffusieplaatjes. Het zijn geen anatomische afbeeldingen, maar je kijkt naar waterverplaatsing, waardoor de witte stof banen zichtbaar worden in een wolk van draadjes. Van deze informatie kan men een connectiviteitsmatrix maken, een box met informatie wat er voor mij uitziet als een soort QR-code, voor elk gebied 82 blokjes van 1x1x1. Het kan ook kleiner met een nog grotere resolutie waardoor er nog meer informatie is, maar dat kost meer tijd en doe je alleen als het nodig is voor wat je wilt zien. Je kunt een waarde vaststellen van de connectie tussen bepaalde gebieden, hoe sterk de verbinding is, hoeveel draadjes er in zitten, hoe lang deze zijn. Een blokje staat voor de verbinding van een gebied met een ander gebied, als plattegrond uitgeklapt en vierkant gemaakt waardoor het gemakkelijker is om ermee te rekenen en er gegevens uit te halen. Het is een wiskundig model, dat vereenvoudigt en uitgaat van gemiddelden. Bij ALS patiënten wordt het motorische gedeelte aangetast en bij sommigen zijn er ook frontaal zwakkere verbindingen dat leidt tot dementie. Men kijkt of andere gebieden ook anders zijn t.o.v. de controlepersonen en hoe snel de ontwikkeling gaat. Zo hebben ze ontdekt dat erfelijkheid een rol speelt en dat bij mensen met een bepaald gen de ziekte zich sneller ontwikkelt. Er wordt nu ook onderzocht of er, voordat de ziekte zich uit, al verschillen zijn in het hersennetwerk. Daardoor kunnen ze voorspellingen doen over het verloop van de ziekte, maar er zijn nog geen medicijnen ontwikkeld om de ziekte te voorkomen. Wel krijgt men zo meer inzicht hoe de ziekte werkt en kan men ook sneller medicijnen aanpassen.

Aan de hand van de connectiviteitsmatrix berekent Hannelore hoe lang de patiënt waarschijnlijk nog zal leven. Ze kijkt ook naar de corticale dikte van de schil, die per mens en links en rechts verschillend is. Hoe donkerder de schil hoe dikker en naarmate we ouder zijn of in hoeverre een bepaald gedeelte door ziekte is aangetast, wordt de schil ook dunner. Hannelore heeft ideeën van Google om door middel van algoritmen te sorteren, gebruikt om medisch toe te passen. Zo probeert zij een patroon in de hersennetwerkstructuren te ontdekken met betrekking tot het overleven.

Een collega doet onderzoek naar het verspreidingspatroon van ALS (dat altijd begint bij de motorcortex) en krijgt daardoor inzicht in hoe de ziekte verloopt in de tijd. Zodat je misschien kan ingrijpen bij stadium 2 en daar de ziekte een halt toe roepen. Nadenken bijvoorbeeld blijft heel lang nog mogelijk, zelfs voor de personen met dementie. Ze raken opgesloten in hun lichaam.

Door de anatomische scan (verbindingen die er zijn) te vergelijken met de functionele MRI scans (verbindingen die geactiveerd zijn/oplichten als je aan iets denkt) kan je zien of gebieden tegelijkertijd bepaalde neuronen aansturen. Het kantoor, waar de ALS onderzoekers zitten, wordt het laboratorium genoemd, terwijl ik dacht dat Martijn het onderzoek op celniveau in Petri schaaltjes van proefdieren bedoelde. Dat laatste blijkt er ook te zijn, maar is een heel eigen afdeling, waar ze kijken hoe neuronen groeien en hoe je zelfs vanuit stamcellen buiten het lichaam neuronen kunt maken en later weer in het lichaam brengen om beschadigingen te herstellen.

Ik denk erover om me ook voor andere onderzoeken, die relateren aan hoe lichamelijk en geestelijk functioneren met elkaar samenhangt, als proefpersoon op te geven. Om de wetenschap te steunen en meer inzicht te krijgen in mijn eigen binnenkant. Waarom niet na mijn dood mijn lichaam aan de wetenschap gegeven? Anders wordt dat zomaar verbrand of weggegooid. Dit is zoveel zinvoller om alle nog bruikbare informatie en onderdelen niet te verspillen. Recycle mij. Misschien kan er dan achteraf nog een boek worden toegevoegd aan de encyclopedie van mijn lichaam. Dat zou mooi zijn, een atlas van mijn zijn.

Dit hele project heeft bij mij tot nieuwe denkbeelden geleid. Onder andere een bladerboek van porselein, waarmee ik dit najaar in het Westerwaldmuseum in Höhr Grenzhausen ( Duitsland) exposeer.


 
Auteur:
teja van hoften

Burgh-Haamstede, Nederland

mijn werk gaat
niet alleen over
het observeren en
registreren van
het eigen bestaan

maar ook over
mijn verbondenheid
met de natuur

het gevoel
deel uit te maken van
een groter geheel

 
expositie:
2018.12.2 - Goedemiddag
Dat wordt je vaak toegewenst, maar vandaag was dat ook werkelijk zo. In het Zeeuws Museum - Middelburg naar de tentoonstelling ‘...
 
praktijk:
De actualiteit van het gevorderd kunstenaarsschap
Me door bovenstaande titel aangesproken voelend, klikte ik vanuit de Mondriaan-mail door naar hun site en Birgit Donker’s blog w...
 
praktijk:
Ik weet dat daar…
Ik weet dat daar….. een reis naar het Shetlandeiland Whalsay en via de Engelse Oostkust terug 06.04 – 06.21 Ik weet dat daa...