Als je de afgelopen dagen voorbij Witte Rook bent gekomen, heb je wellicht een sokkel buiten zien staan, precies voor het raam. Het raam wat een dunne scheiding is tussen de buitenwereld en de werkruimte van Esther Hoogendijk. Esther onderzoekt de begrippen verval, vergaan, verdwijnen en verweren. Door met natuurlijke producten te werken maakt ze het proces van vergaan inzichtelijk en visueel. Bij Witte Rook continueert ze haar onderzoek naar mogelijkheden kunstwerken te maken die gedurende een periode langzaam veranderen. Luchtverplaatsing, verdamping, afbreken en het aanraken van een kunstwerk spelen hier een grote rol in. Met name het aanraken van een werk wil Esther verder onderzoeken in haar werkperiode. Ze zoekt antwoorden op de vraag wat als een kunstwerk stuk mag gaan en doet dit door kunstwerken te maken en te plaatsen in de openbare ruimte.
Fascinatie voor veranderingsproces
Als kind was ik al gefascineerd door het veranderingsproces van dingen om me heen. Ik speelde vooral buiten. Met planten en modder iets maken, zelf een boomhut bouwen, met verf en potlood creaties maken. Kijken, voelen en maken is mij met de paplepel ingegoten.
Op zoek naar de tegenbeweging
Nieuwsgierigheid naar de reactie van materie op de tand des tijds is een grote drijfveer. Het onderzoeken van de mogelijk en onmogelijkheden van een materiaal is hierin altijd een rode draad.
Mijn werk is een eeuwigdurend onderzoek. Ik zoek in mijn materialen en processen altijd naar iets dat niet kan. ‘Ik ben altijd op zoek naar de tegenbeweging’. Iets wat levenloos is tot leven wekken. Iets wat ooit leefde, begeesteren. Een statisch iets uit zichzelf tot beweging manen. Een ultiem kunstwerk voor boven de bank bedenken, dat eeuwigdurend van vorm en kleur veranderd…
Waar ben je momenteel mee bezig
Het zichtbaar maken van het voorbijgaan van tijd doormiddel van het werken met natuurlijke processen fascineert mij. Erosie en verweer zijn hierbij belangrijke kernwoorden. Erosie is een totaal natuurlijk proces. Verweer is een proces waarbij mens en/of dier een rol speelt.
Voorwaarde om iets te kunnen creëren is dat ik in het nu kan zijn. Maar om daar te kunnen komen, creëer ik randvoorwaarden. Ik plan zaken als sfeer, een opgeruimd atelier, een opgeruimd huis, wat ik wil eten, zoals bijvoorbeeld lekkere snoepjes. Dan kom ik vanzelf in een mindset waar het denken is. Door dat denken ga ik langzaam openstaan, roep ik als het ware datgene omhoog dat al ergens in mijn onbewuste is. Dat kan een flard van een idee zijn, een aanzet tot een gedachte. Het is al ergens, maar ik moet het nog oproepen. Als dan tot slot het denken stopt, ben ik aan het creëren. Pas dan ben ik helemaal in het nu en doen mijn handen en het materiaal wat er in mijn hoofd zit.
Toekomst: rotonde en veel zwaailichten
Ik zou super graag een werk maken voor op een rotonde. En ooit wil ik een dusdanig groot werk maken dat met een konvooi exceptioneel over de snelweg vervoerd moet worden, met allemaal auto’s eromheen met zwaailichten.