Hoe Thomas Swinkels voor De Drie Hoefijzers een geschiedenis fabriceerd.
Thomas stelde voor me op te komen halen, nadat ik sms’te dat ik niet met de bus mee mocht. Ik was vergeten dat je niet met de OV de grens over kan reizen, en had dus te weinig kleingeld. Niet echt professioneel….
In de kleine blauwe auto waarin hij me ophaalde werd geleefd. Niet dat het er smerig was, je moest alleen rekening houden met een paar plastic verpakkingen en een mandarijnenschil die bij je voeten lagen. Die zooi die iedereen laat liggen als het druk is.
Thomas vertelde enthousiast over het werk waar hij voor De Drie Hoefijzers mee bezig is. Tijdens het rijden naar zijn huis in Poppel, en het rollen van een sigaret, praat hij over zijn benadering van het project: De Drie Hoefijzers is volgens hem niet een plaats waar uiteindelijk een werk van hem moet komen te staan; het is al een plek waar van alles gaande is.
De bouw van De Drie Hoefijzers is nog volop aan de gang. De mogelijkheden van het nog niet gebruiksklaar heeft voor Thomas iets magisch. Een aantal tijdelijke afrukken die de bouw op het terrein heeft achtergelaten, heeft hij gevangen in de vorm van aluminium afgietsels. Al verschillende keren is hij met zijn smeltoven op locatie aan de slag gegaan. Zelfs op de Open Monumentendag, waarbij bezoekers mee konden kijken.
In zijn atelier laat hij me bandensporen, een rooster en een gat zien dat hij heeft ‘gevangen’. De vormen zijn in zijn atelier netjes op witte vellen gepresenteerd, om rustig en aandachtig bekeken te worden. Het zijn nu duidelijk werken. Maar als je ze teruglegt op de bouwplaats, zouden ze daar net zo goed thuishoren als hier.
Naast het uitgieten van sporen is Thomas ook op zoek gegaan naar andere sporen van het verleden. Deze keer wat verder terug. In het stadsarchief van Breda heeft hij verschillende foto’s en afbeeldingen gevonden die het verleden van de plaats laten zien. Het logo van de brouwerij, de industriële bezigheden van het bedrijf; iedere afbeelding en foto heeft een vorm orde in zich. Opgestapelde kratten, vrachtwagens die netjes in een rij staan, en tonnen die wachten om gebruikt te worden. Een plaats waar gewerkt werd, waar structuur heerst om het boel zo efficiënt mogelijk te bereiken. Als de plaats nog op die manier aanwezig was, zou het een plek zijn waar Thomas helemaal los had kunnen gaan.
Als je de vraag stelt aan welke condities een situatie moet voldoen om uiteindelijk tot een werk te komen, is Thomas niet de kunstenaar die je daar antwoord op kan geven. Zelf is hij daar iedere keer weer naar op zoek. Thomas heeft een belang bij de publieke ruimte, omdat het er vol staat met voorwerpen en vormen die vanuit het tegenovergestelde zijn ontstaan: vanzelfsprekendheden. Iets wordt gemaakt om dit te doen, en niets anders. De afdrukken zijn een soort restmateriaal, voortgekomen uit de doelgerichte arbeid op de bouwplaats.
Zoekend naar een soort ontsnappingsroute, geeft Thomas de mogelijkheid dit zelf ook te doen. Niet door je de les te lezen, maar eerder door toegang naar verwondering te geven. In zijn verhaal over de monumentendag was blijdschap af te lezen. Op dat moment waren mensen net zo gefascineerd door het maken als hij zelf.
Thomas werk zoekt een direct contact met de omgeving, niet alleen in het ontstaan van het werk zelf, maar ook hoe hij als kunstenaar te werk gaat. Tijdens het maken is de wereld waarin het werk uiteindelijk terecht gaat komen al aanwezig. Op het eerste gezicht lijkt dit alleen in de vorm van producten die uit het gieten voort zijn gekomen. Maar het werken op de plek, het opnemen van de omgeving, het bezichtigen van het gieten door bezoekers en de geschiedenis die Thomas heeft opgezocht houd het proces draaiende, en ademt mee in het ontstaan. Kan zo’n proces zich open tonen, als je uiteindelijk met het werk in contact komt? Ik weet het niet, eens kijken wat het werk in de toekomst zal gaan doen, als het “af” is.