Het aardse Zundert is voor Ingrid Simons de locatie voor een hernieuwde kennismaking met de Nederlandse Artist in Residence, en vanzelfsprekend de plek om haar verbondenheid met Vincent van Gogh een plaats te geven. Hoe het landschap een werkelijkheid wordt en nieuwe vergezichten worden verkend.
Vincent van Gogh
Niet dat Ingrid zich altijd bezighield met Vincent van Gogh, toch was hij altijd wel in de achtergrond aanwezig, zoals tijdens haar academietijd, ze heeft toen veel over hem gelezen. In dezelfde periode ontdekte ze ook zijn stilleven met mosselen en garnalen. Een grote inspiratiebron en zeer verhelderend hoe hij heel ruw, maar wel zeer eigenzinnig, op schilderkundige wijze het probleem van de compositie oploste.
‘De link met Van Gogh was er natuurlijk ook door mijn verblijven in het buitenland, zoals in Auvers-sur-Oise en Saint-Rémy-de-Provence. Al moet ik er wel eerlijk bij zeggen dat ik daar niet alleen omwille van Van Gogh was, maar ook omdat ik graag kunstenaarsateliers bezoek. Maar Van Gogh blijft wel altijd heel speciaal.’
Het landschap
Ieder gastatelier is omgeven door een eigen landschap. En ieder landschap heeft zo zijn eigen kenmerken en karakteristieken zoals de residencies in het buitenland die ze veelvuldig heeft bezocht. En iedere omgeving geeft een beetje het antwoord prijs van de vraag die zij zichzelf stelt; wat is werkelijkheid in een landschap.
‘Het gaat om het gevoel van het landschap, schilderen geeft veel vrijheid om wat met de materie te doen. In ieder landschap zit dan ook een verwijzing naar het sublieme, maar het landschap gaat ook weer over schilderen. Het ene schilderij heeft het andere nodig om verder te komen. Het schilderen is het proces om tot de ontdekking van het landschap te komen.’
Ingrid laat zich leiden door de realiteit, maar niet in de letterlijkheid. Ze werkt weliswaar ook met foto’s, maar haar benadering is vanuit de herinnering, de tonen en de kleur, ofwel het gevoel van een landschap. Ze moet zich bekend maken met de omgeving om het daarna los te laten, af te breken. Ze verwijdert de schets die ze maakt, of vervaagt deze, waarna er geen andere mogelijkheid is om alles weer opnieuw op te bouwen. Het landschap is een nieuwe werkelijkheid geworden.
‘Ik laat steeds meer vrij aan de verf. Niets is meer abstract dan de werkelijkheid. Mijn schilderijen zijn pas af als ze hetzelfde voelen als deze werkelijkheid, en door toevoeging van mijn subjectieve ervaringen in dit landschap dit ook overstijgen.’
De residentie
Ingrid heeft veel in Portugal gewerkt, dat landschap kent ze door en door, maar hier kan ze het landschap van Vincent leren kennen. Ze wil met name de dynamiek van zijn lijnen onderzoeken, maar wel op haar eigen wijze. Ze heeft veel gewandeld en rondgekeken in de omgeving om te acclimatiseren, om de indrukken te filteren en dan begint het pas en is de Van Gogh residentie haar nieuwe tijdelijke huis en werkplek.
‘Je zit hier letterlijk in het erfgoed, het is een ontmoeting met het verleden van een gebied en meer dan dat is het een ontmoeting met Vincent. Mijn kennis over hem ging met name over zijn buitenlandse periode, nu begrijp ik beter hoe hij door dit gebied is gevormd. Waar hij zijn basis heeft verkregen. Het voelt nu bijna als een intieme band omdat ik ‘zijn grond’ heb betreden.’
Hoewel de Nederlandse periode van Van Gogh over het algemeen genomen niet bekend staat als zijn meest kleurige, heeft het Ingrid juist tot de kleur gebracht. Meestal werkt ze in zwart, wit en blauw. Het begon met het onderzoek naar het kleurgebruik van Vincent, om toch weer terug te komen op haar eigen palet, maar wel met meer kleur dan voorheen. Daarentegen heeft ze de maat van haar schilderijen, die meestal groot is, verkleind. Kleine schilderijen die zich beperken tot het minimum wat er nodig is om tot een landschap te komen.
Nieuwe vergezichten
Hoewel het onvermijdelijk voor Ingrid was om zich tot het landschap te wenden, is ze nieuwe uitdagingen niet uit de weg gegaan. Onvervulde wensen uit het verleden konden hier een vastere vorm aannemen. Zoals de foto’s die ze gemaakt heeft in Frankrijk waarop velden vol met verdorde zonnebloemen te zien zijn. Af en toe gunt ze het zich om een foto toe te laten in een expositie. Dit keer zelfs meerdere.
‘Ik wilde heel veel en heb heel veel uitgeprobeerd, zoals hoe ik met fotografie kan omgaan. Foto’s zijn vaak heel letterlijk, maar dat kan ook juist meer conceptueel worden ingezet. Niet dat het medium helemaal nieuw voor me is, ook film niet, maar dat weet bijna niemand. Voor mij is het nu een goed moment om hier meer mee te experimenteren.’
Het werk Dessecada, met als werktitel Circle of Life, is gebaseerd op de bloemen die in de keuken stonden van de residency, neergezet door de vrijwilligers. Bloemen laten pas echt hun schoonheid zien als ze verwelken. Ingrid zette er een briefje bij: Niet weggooien!
Ze zijn nu bijna sculpturaal opgedroogd en staan in het atelier als onderdeel van een installatie met zwart-wit foto’s waar het uitdrukking geeft aan hoe erg je aan iets wil vasthouden. Zo ook haar voornemen om de zonnebloemen die ze meenam uit Frankrijk een onderdeel te maken van haar residency, ze kregen een goede plek en daar bleven ze liggen. ‘Hun aanwezigheid is eigenlijk al voldoende’.
Tot slot
Zoals altijd wordt de residency besloten met een expositie van het werk dat hier is vervaardigd. Voor Ingrid een ambigue ervaring, meestal heeft het werk kunnen rijpen in het atelier, het heeft de tijd kunnen nemen om begrepen te worden. De selectie is dan niet afhankelijk van een verankerde tijdsperiode. Het werk is vaak ouder en de combinaties komen anders tot stand. Vaak is de opzet ook museaal, wat Ingrid doet afvragen of de presentatie klassiek moet zijn of meer een verslag van het proces.
‘Ik vind het mooi dat de verantwoordelijkheid voor de presentatie nu beperkter is, niet in de zin van de kwaliteit van het werk maar ik kan nu dingen uitproberen. Nieuwe combinaties, nieuwe werkvormen, hoe dit zich verhoudt of hoe vanzelfsprekend het werk kan zijn. Misschien is één van de belangrijkste dingen die ik in de loop der jaren heb geleerd dat het kunstenaarschap gefaseerd kan worden, een deel is het schilderen, een deel is reflectie, een deel is het beschrijven en dan is er altijd ook een mogelijkheid voor een deel andere dingen.’