Het is een bescheiden beeld, dat opgenomen wordt in het landschap en als je aankomt, valt het met zijn zelfde ritme als de bomenrijen op de dijken (middenin de polder tussen Brouwershaven en Zonnemaire, red.), in eerste instantie nauwelijks op. En dan, als je ervoor staat, is het verpletterend indrukwekkend en monumentaal. Een hulde aan de negen jonge bemanningsleden van een Amerikaans vliegtuig, dat daar door net zulke jongens maar dan van de andere partij, is neergehaald in april 1945, vlak voor het einde van de oorlog.
Het is een grafische weergave van de door Rosalinde van Ingen Schenau, de maakster, uitgesproken namen van alle verongelukten. Ze staan op zo’n afstand van elkaar, dat het de breedte van het vliegtuigje weergeeft, wat het heel concreet en fysiek voorstelbaar maakt. Het klopt allemaal, die plek, de roestkleur van cortenstaal… Alles is dan ook tot in de kleinste details doordacht zoals de haak om kransen aan op te hangen in de vorm van het logo van de 8th Air Force, dat dan ook weer op een engeltje blijkt te lijken.
Dood en vergankelijkheid is hetgeen waarin Rosalinde zich al jaren verdiept met haar bedrijf voor grafmonumenten Memorosa, maar ook in haar vrije werk. Op haar atelier een groot doek met schaduwen van planten en daar overheen in dunne lijnen de vergane restanten geschilderd. Ervoor staat een boeket in een vaas met het cellofaantje nog op haar hielen, verdorrend te wachten. Als je in het kleine kleuterschooltje in Brouwershaven binnenkomt, zie je aan de lage kapstok tientallen verdroogde boeketten hangen. Aan de muur grote tekeningen van begraafplaatsplattegronden. Ze vertelt hoe in de Oosterbegraafplaats in Amsterdam een heel modern stuk is toegevoegd met mooie eenvormigheid, maar begraven is geen kwestie van esthetiek en juist altijd verbonden met emotie. Dat maakt mij ook een trouwe begraafplaatsbezoeker. Ik lees de opschriften en stel me de overledenen voor en besef dan dat moeders ooit ook dochters waren, soms een zus of lieve vriendin. Heel verwarrend toen mijn moeder na de dood van mijn vader en alle kinderen uitgevlogen, niet meer vanzelfsprekend altijd thuis was en vriendinnen kreeg, soms van dezelfde leeftijd als ik en dat zij haar dan Ans noemden en ik daar volkomen buiten stond. Heel goed natuurlijk, maar toch verwarrend.