Na mijn studie aan het AKV|St. Joost in Breda ben ik terugverhuisd naar Vlissingen. Ik geniet enorm van de rust en ruimte die bij dit compacte stadje aan zee horen. Mijn zintuigen staan volop open en dat zorgt voor een vernieuwde continuiteit in mijn werkproces. Zie het als een doorlopende retraite, al is Zeeland voor velen niet de eerste plek waar ze zich als kunstenaar willen vestigen. Gaandeweg ontdek ik steeds meer mensen en plaatsen waar men zich wel degelijk met de kunsten bezighoud. Dat zij niet aan mij trekken moedigt mij juist aan. Zo kan ik mij op mijn eigen manier oriënteren en openstellen om mijn werk te delen. In Breda had ik last van de geplande beoordelingsmomenten die bij de studie horen omdat mijn werkproces een ander ritme aanhoud. Ook miste ik de open ruimte waarin vrijwel niets instaat tussen mij en de horzion.
Een tijdje geleden kreeg ik digitale post met de vraag of ik mee wilde doen door als kompas te dienen tijdens SYDGL. Bijgevoegd vond ik een verwijzing naar de website van de Vleeshal, waarop eerdere edities van SYDGL terug te vinden zijn. So You Don’t Get Lost In The Neighborhood is onderdeel van het publieksprogramma van de Vleeshal in Middelburg. Eens in de maand wordt een kunstenaar die in Zeeland werkt of een andere band met Zeeland heeft uitgenodigd als kompas. Zo ontdekken de deelnemers inspirerende plekken door de ogen van de kunstenaar. Ik keek ik mijn agenda of de datum mij uitkwam en mailde terug.
Samen met Noor Kloosterman, curational assistent van de Vleeshal, sprak ik over het programma en we bekeken of het paste bij mijn werk. De manier van kijken die ik heb, en die vooral in mijn foto’s te zien zijn, beïnvloed ook de tekeningen en installaties die ik maak. Bij een installatie komen het kijken en het zichtbaar maken van wat ik zie het dichtst bij elkaar, waardoor de vraag ontstaat of iets al zo was, of dat ik het zo gemaakt heb. Dit was bijvoorbeeld het geval tijdens Destination Unknown1. De tekeningen zie ik vooral als residu dat zichtbaar wordt tijdens het mentaal verwerken van wat ik heb gezien.
Een wandeling leiden om mijn inspiratiebronnen en werk te delen had ik nog nooit gedaan. Ik was meteen enthousiast, het spreekt me aan om buiten een tentoonstellingsruimte of galerie werk te delen, omdat in de ontmoeting van een persoon met een werk ruimte is voor niet-weten. Onze gewoonte om te vragen naar het wezen van een beeld dat we ontmoeten is diepgeworteld. Op het moment dat deze vraag hardop gesteld wordt, bijvoorbeeld tijdens een opening, ga ik in de antwoord-modus. Het is een verdedigingsmechanisme dat mij belet mijzelf open te stellen en te praten over de dingen die ik waardevol vind.
Bovendien ben ik voorstander van het vertrouwen op je eigen ogen. Wat zie ik? Welke associaties roept het op? Wat zou dat voor mij kunnen betekenen? Om iemand te leren kennen hoef je geen wetenschappelijk onderzoek op die persoon los te laten. Een relatie groeit door er tijd en aandacht aan te besteden. Zo is ook het kijken naar beeld geen wetenschap. Het is een plek voor de dingen die niet meetbaar zijn en in veel gevallen niet uit materie bestaan. Ondanks dat wordt, veelal door middel van materiaal, een ingang gecreëerd als uitnodiging om daar doorheen te kijken naar het andere. Het kunstwerk geldt dan als aanleiding voor het denken over en reflecteren op de manier waarop wij met de dingen omgaan. Hoe spontaner en vrijer de ontmoeting met mijn werk plaats kan vinden, hoe liever het mij is. Een wandeling is een vorm waarin ik die ruimte kan vinden.
Het concept van de wandeling is gericht op het delen van inspirerende plekken en het leek logisch mijn atelier daarin op te nemen. Daar is dan ook mijn werk te zien, twee vliegen in één klap. Toch besloot ik het atelier niet op te nemen in de wandeling, omdat het mij niet inspirireerd. Het is veel meer een plek waar ik mij kan terugtrekken om in alle rust de inspiratie en ervaringen die ik opgedaan heb te uiten. Om mijn werk toch in beeld te kunnen delen tijdens de wandeling stelde ik een kleine publicatie samen. Door deze uit te reiken konden de deelnemers kennismaken met mijn werk en kregen ze meteen een herinnering aan de wandeling.
Het klinkt cliché en het werkt voor veel mensen als reminder: geniet van de kleine dingen. Eén van de deelnemers vertelde dat ze door deze wandeling Vlissingen op een nieuwe manier heeft bekeken. Een toffe opmerking om te krijgen van iemand die er al jaren woont! Door aan te wijzen wat ik zie en daarbij stil te staan, zoals de projectie van licht die op de glooiing valt, ontdekken we dat die er alleen overdag in voor- en najaar is in verband met de lage stand van de zon. Al die dingen, die ik als vanzelfsprekend registreer, kan ik op deze manier heel direct delen. Ik kan ze niet vastleggen zonder ze te kort te doen, en zoek daarom een andere manier om ze te delen in beeld. Het wandelend ontdekken voelt als een natuurlijke, volkomen ontspannen en eigen manier om een gedeelte van mijn inspiratiebronnen te delen. Het voelt als het maken van nieuw werk: voorbereiden en aan de slag gaan, zonder te veel van tevoren in te vullen. Genieten van wat ontstaat, verwondering voelen en delen over alle mooie dingen die er al zijn.