Agenda Artikelen Programma Zoeken Contact Partners Auteurs

The Distance to Mars

 

 

Astronaut worden is nooit een van mijn jongensdromen geweest. Ik hield me liever bezig met de dingen hier op aarde. Vulkanen beklimmen als vulkanoloog en nieuwe onderwater wezens ontdekken als mariene bioloog, dat waren de bezigheden die mijn fantasie voedden. Toegegeven, ik vond de ruimte fascinerend, maar het was te ver weg voor mij en ik kon het buitenaardse niet plaatsen in mijn verbeelding. Pas toen ik ouder werd en een beter beeld had van wat zich buiten de atmosfeer van onze aarde afspeelde begon ik er de waarde van in te zien. Ik begreep dat het de volgende stap zou zijn voor de mensheid om op ontdekkingsreis te gaan naar andere planeten. En Mars was daarbij, als naburige planeet, de logische eerste bestemming. Plotseling ging mijn verbeelding weer op volle toeren draaien. Hoe zou het leven op Mars de evolutie van de mens beïnvloeden? Wat voor obstakels zouden deze eerste ruimte pioniers moeten overkomen? En wat zouden de politieke consequenties zijn van een tweede bewoonde planeet? Allemaal vragen die mogelijk eerder beantwoord zouden worden dan in eerste instantie gedacht, aangezien een bemande missie naar Mars steeds dichterbij leek te komen.

 

Maar ik had geen zin om te wachten. Ik wilde de eerste mens zijn om voet op Mars te zetten. Daarvoor zou ik dan toch astronaut moeten worden. Maar waar? Bij een van de bestaande ruimtevaartorganisaties, dacht ik. Maar al snel kwam ik erachter dat dit een onmogelijke opgave zou worden.

 

 

Ik was te lang, mijn ogen waren niet goed genoeg, had niet de juiste diploma’s, en emotionele stabiliteit was ver te zoeken. Ruimtereizen was voorlopig alleen bestemd voor de perfecte mens. Was de Marsbewoner dan voorbestemd een model van menselijke perfectie te worden?

 

Het leek erop dat mijn missie al mislukt was voordat ik ermee kon beginnen. En toch wilde ik de eerste zijn. Er zat maar een ding op, mijn eigen ruimtevaartorganisatie beginnen en zelf een manier vinden om op Mars te komen. Onder de naam Initiative for Celestial Exploration, of ICE  ging ik de uitdaging aan. Deze organisatie zou geen eisen stellen aan toekomstige astronauten.

 

 

 

Het doel van ICE was duidelijk: de eerste mens op Mars zetten. Om dit te verwezenlijken werd een duidelijke strategie ontwikkeld. De missie werd in drie onderdelen opgedeeld.

 

Het eerste onderdeel van de ICE Mars-missie had als doel het Mars landschap nauwkeurig te documenteren en te onderzoeken om zo een idee te krijgen van het oppervlak en reliëf der rode planeet. Dit onderdeel was van essentieel belang, want het zou potentiële landingsplekken moeten onthullen. Specifiek voor dit doel werd de D1400SP Bestron MRO (Mars Reconnaissance Orbiter) ontwikkeld.

 

 

Uitgerust met het HiRIDE fotografie systeem werd deze satelliet in een baan om Mars heen gelanceerd, om zo gedetailleerde foto’s van het oppervlak te maken.

 

 

Een andere mogelijkheid van deze camera was om reliëfkaarten te ontwikkelen die omgezet kon worden in driedimensionale landschappen.

 

De verzamelde data werd hierna teruggezonden naar het ICE-missiecentrum op aarde (Den Haag, Nederland). Na deze data uitvoerig onderzocht te hebben, werden uiteindelijk twee relatief vlakke gebieden gekozen als landingsplekken voor de opvolgende onderdelen.

Het tweede onderdeel van de missie bestond uit het onderzoeken van de samenstelling der atmosfeer en bodem, om zo een beter beeld te krijgen van de omstandigheden op het oppervlak van Mars. Voor dit onderdeel werd de KX-34 Kenwood MER (Mars Exploration Rover) ingezet.

 

 

Deze rover was uitgerust met een autonoom laboratorium en een 360-graden camera. Het laboratorium kon bodemmonsters nemen en deze direct fotograferen en analyseren.

 

 

Ook werden de monsters direct ingegoten in een hars die ervoor moest zorgen dat ze bij terugkomst op aarde niet aangetast werden door de aardse atmosfeer. De camera nam verschillende foto’s van het landschap en plakte deze automatisch aan elkaar. Ook deze bevindingen werden teruggezonden naar het ICE-missiecentrum voor onderzoek.

 

 

Met de gecombineerde data van de MRO en de MER was er voldoende informatie beschikbaar voor de bemande missie naar Mars. Eindelijk was het dan zo ver. Als alles goed ging zou ik de eerste mens op Mars worden. De 5655 HP Deskjet raket, die ook de MRO en MER naar Mars heeft gebracht, werd aangepast voor een bemande missie.

 

 

En toch had ik het gevoel dat er nog iets miste. Elke ruimtemissie heeft een eigen missie embleem, en die van mij zou geen uitzondering worden.

 

 

Na een uitvoerig onderzoek naar bestaande embleem ontwerpen, en na het Treaty on Principles Governing the Activities of States in the Exploration and Use of Outer Space, Including the Moon and Other Celestial Bodies goed doorgelezen te hebben, kwam ik met drie embleem ontwerpen die op mijn ruimtepak bevestigd werden.

 

 

En zo werd ik, ondanks mijn vele gebreken, alsnog de eerste mens die voet zette op Mars.

 



Den Haag, Nederland