De boeken die iemand in huis heeft zeggen veel over de persoon in kwestie. Ik was nieuwsgierig naar de collectie van mijn stadgenoot, de Rotterdamse kunstenaar Jonathan Gaarthuis, en besloot bij hem op bezoek te gaan om meer te weten te komen over de dingen die hem interesseren.
Na een metro-rit, naar de andere kant van de stad, kwam ik aan bij een groot schoolpand die inmiddels al een lange tijd niet meer gebruikt wordt als basisschool. In een van de lokalen woont Jonathan. De flinke, lichte ruimte is opgesplitst in een leefgedeelte en een atelier, welke duidelijk het grootste gedeelte in beslag neemt.
We ploffen neer op de bank en Jonathan bekent niet een enorm grote boekencollectie te hebben, desondanks raken we in gesprek over heldendom, avontuur en het mysterie van het licht.
Misschien ben je bekend met de radioshow Desert Island Discs (BBC Radio4), daar wordt elke gast gevraagd om acht geluidsopnames, een boek en een item te kiezen die hij of zij bij zich zou willen hebben als ze op een onbewoond eiland terecht zouden komen.
Welk boek zou jij kiezen als je nog maar één boek in je leven zou kunnen lezen?
“Je begint gelijk met een moeilijk vraag! Natuurlijk zijn er de jeugdboeken die veel met je doen, maar ook kunstboeken.. Dat zijn twee categorieën waar je altijd wel je lievelingsboek hebt. Ik vond vroeger ‘De brief voor de koning’ van Tonke Dragt, ‘The Hobbit’ van J.R.R. Tolkien en de serie ‘De griezelbus’ van Paul van Loon erg leuk. Vooral ‘De brief voor de koning’ maakte grote indruk op me als kind door de avonturen die de hoofdpersoon beleefd. Ik zou me wel kunnen verplaatsen in de hoofdpersoon, misschien is het een beetje een jongensdroom om je leven zo te kunnen leven.
Maar toch, als ik moest kiezen zou ik voor de Griezelbus serie 1 gaan, een reeks korte verhalen.
[Let op: Spoilers!] Ik heb heel de serie gevolgd maar op den duur wordt het karakter Onnoval, the bad guy, ineens een beetje goed en dat vond ik jammer. Dat is net zo teleurstellend als het einde van de serie over Harry Potter. Daar ging het hele verhaal er juist om dat Harry en Voldermort met elkaar in verbinding staan waardoor de één niet kon leven zonder de ander. Uiteindelijk blijft Harry toch door leven, dat is toch raar?”
[/spoilers]
Jonathan bladert door een boek van Ed van der Elsken (Foto door Annemarie Slobbe)
Heb je een bepaalde tekst, zin of afbeelding uit een boek die je altijd is bijgebleven?
“In het boek ‘The Hero with a Thousand Faces’ van de mytholoog Joseph Campbell staat: ‘Follow your bliss’.
Follow your bliss betekent: Volg je hart doe wat je leuk vind. Ga op je gevoel af.
In het boek omschrijft Joseph de structuur van hoe een held tot stand komt. Dit heeft veel impact op me gehad. Ik las het boek tijdens mijn academietijd en sindsdien kijk ik met heel andere ogen naar films. De stappen die de held maakt uit het boek zijn ook de stappen die je zelf maakt in je leven. Je moet soms zelf ook de drempel over om je angsten overwinnen. Het is misschien geen draak maar bijvoorbeeld je eindexamen.
Een held is onbevangen, onwetend en kan niet persé iets. De persoon in kwestie wordt op de proef gesteld, maar hij blijft zijn rol ontkennen, pas als de protagonist op een punt komt dat er geen weg meer terug is moet hij over deze drempel heen om zich vervolgens werkelijk te ontpoppen als held.
Ik vind het boeiend dat deze structuur al eeuwen geleden in verhalen voorkwam, en dat dit nog steeds relevant is in films zoals bijvoorbeeld in Star Wars en The Matrix.”
Is het een onderliggende wens van je om een held te zijn?
“Die wens heeft iedereen stiekem wel, maar toch zie ik mijzelf eerder als degene die naast de held staat.
Ik zou wel de avonturen van dicht bij willen beleven, vooral het ontdekken spreekt me hierin aan. Dit staat ook dicht bij het kunstenaarsvak; het nieuwe dingen willen ontdekken en nieuwe dingen willen maken.
Toen ik begon met fotograferen bekeek ik graag boeken over het werk van Anton Corbijn, Man Ray en Ed van der Elsken. Vooral het experiment met het medium trok me aan.
Tegenwoordig heeft het fotomuseum in Rotterdam alle negatieven van het werk van Ed van de Elsken in bezit en als je één van zijn werken wilt hebben kun je deze daar tegen betaling laten afdrukken. Ik vind zijn werk erg goed.
Een van de boeken die ik van hem heb is ‘Een Liefdesgeschiedenis In Saint Germain Des Pres’. Het is een semi-autobiografisch verhaal dat zich afspeelt in Parijs in de jaren 60 of 70. De hoofdpersoon is een Mexicaanse jongen die verliefd wordt op een vrouw genaamd Ann, zijn liefde blijft echter onbeantwoord. Door de pure en directe fotografie van Ed van der Elsken lijk je als lezer te maken te hebben met een authentiek verhaal, maar het is eigenlijk een nep-romance die in scene is gezet. Toch bestaat het vermoeden dat Van der Elsken in het echt verliefd op haar was.
Het boek is een mooie zwartwit-beeldroman die haast filmisch aanvoelt. Je weet niet wat werkelijk gebeurd is en wat werd verzonnen, dat maakt voor mij het boek zo sterk. Daarnaast zijn de foto’s echt super rauw en mooi, de beelden zitten heel dicht op de personen waardoor je echt voelt alsof je er bij bent geweest.
Van der Elsken is iemand die enorm goed gebruik maakt van de korrel in het beeld, ook is hij sterk in het tegenhouden en doorlichten van foto’s. Daar bedoel ik het spel van donkere en zeer opgelichte beeldvlakken mee.”
Zijn dit ook aspecten die je verwerkt in je eigen werk?
“Ik denk dat alles wat je leest of ziet wel invloed op je heeft, maar je trekt er je eigen conclusies uit. Het hangt ook echt van de foto af of ik bijvoorbeeld de korrel erin vind passen. Ik hou van analoog en de rauwheid van korrelig beeld; dat rauwe mis ik wel in veel hedendaagse fotografie.
Van der Elsken vermengt ook zijn echte leven met zijn werk, zo maakte hij voor zijn dood een film over de laatste dagen van zijn leven. In het boek staat op de laatste pagina een beeld met de tekst ‘Jij bent nu ook ingewijd.’, dat is een grappige wijze om te beschrijven dat hij ook een soa heeft opgelopen, die zwarte humor kan ik ook wel waarderen.”
Het boek voelt mysterieus aan doordat je je blijft afvragen welke delen geregisseerd zijn en welke delen om echte gebeurtenissen gaan. Dit doet me denken aan wat Dan Harmon over schrijvers zei: ‘Write what you know’, ik denk dat dit hier ook best aan de hand kan zijn, en dat de verhalen enkel in een andere vorm zijn gegoten.
“Dat denk ik ook ja”
‘Maan’, Installatie, 15 x 2 meter – Jonathan Gaarthuis
In jouw werk ben je vanuit fotografie doorontwikkeld naar installaties waarin licht een grote rol speelt, ik zie hierin duidelijke verbanden met het werk van James Turell van wie je ook boeken hebt.
“Ik zag het werk van Turell voor het eerst in museum De Pont en ik was direct fan. Hij probeert met zo min mogelijk middelen een groot effect te bereiken.
Licht is iets wat constant in verandering is en daarnaast is ook de ongrijpbaarheid een belangrijk element die ik net als James ook graag laat terugkomen in mijn eigen werk.
Bij De Pont is het werk ‘Wedgework III’ te zien. Om in de hoofdruimte te komen moet je door een pikdonkere gang zigzaggen. Wanneer je dan in de hoofdruimte van het werk staat zie je een zacht blauw licht, maar er is nergens een punt waar je je echt op kunt focussen. Het licht creëert een soort van mistigheid en door die ongrijpbaarheid verdwijn je als het ware in het werk.
In zijn boek ‘Geometry of Light’ staat ook erg sterk omschreven dat licht niet te definiëren valt; het is niet grijpbaar en toch is het een enorm sterk fenomeen.
Een ander goed boek over licht is ‘Catching the Light’, die geschreven is door Arthur Zajonc. Hierin wordt ingegaan op licht in al zijn facetten. Onder andere beschrijft hij de psychische uitwerking die licht kan hebben en daarnaast gaat Arthur in op de werking van licht en hoe men licht beschouwde in de geschiedenis.
Op een van de eerste pagina’s staat een quote van Albert Einstein: ‘All the fifty years of conscious brooding have brought me no closer to the answer to the question, “What are light quanta?” Of course today every rascal thinks he knows the answer, but he is deluding himself.’
En dan stelt Zajonc direct de vraag: ‘Kunnen wij licht eigenlijk wel zien?’.
Om dit te achterhalen doet hij diverse onderzoeken die in het boek beschreven zijn. Hieruit komt naar voren dat zonder objecten of de muren van een ruimte, een omgeving sterk belicht zijn maar toch kun je het niet waarnemen.
Het is een mooi gegeven dat licht haar omgeving nodig heeft om zich te kunnen manifesteren.”