Agenda Artikelen Programma Zoeken Contact Partners Auteurs

2021.11.30 - Wie dit leest is gek.

Als ik dat las, schaamde ik me altijd een beetje alsof ik het had kunnen voorkomen. Het gebeurt voor je er goed en wel erg in hebt. Net als vieze geuren ruiken. Je kunt niet ademen onder voorbehoud, eerst op proef voor je het echt tot je wil laten doordringen.

Eind september vertelde Kees Wijker me, dat hij voor de Follies+ tentoonstelling in de Bunder (’s Heer Arendskerke) een deur had gemaakt met aan beide zijden scharnieren. Twee keer open is wel heel erg dicht, net als een dubbele ontkenning juist een bevestiging is. Een deur waar je niet door kunt, is per definitie dwaas. Zeker als je er net zo gemakkelijk zo omheen kunt om aan de andere kant te komen.

Een folly heeft een nar-functie om met een glimlach bij de hand, de tragiek van het leven te relativeren, ter lering en vermaak van de toevallige tuinbezoeker. Rinie moest naar Goes. Ik stapte kort ervoor uit en liep over de hoog liggende, onbeschutte Oude Zeedijk pal tegen een harde wind in richting Bunder. Hoewel het niet regende, kleurde mijn jas donker van de door vocht verzadigde lucht. De bomen kaal, open en bloot. Het feest op het grind neergedaald, waar de kleuren al een beetje verslonzen en verrotten. Uitzicht op de mooie Schenge, waar stiertjes bij elkaar klonteren in het hoge gras van de natte uiterwaarden. Ik was altijd op de Bunder in zomerse beslotenheid. Nu is het open en groots. Sommige kunstwerken gedijen daar heel goed bij zoals het grote kruis met zijn tegenstrijdige wel/niet aanwezigheid door de tekenachtige dunne metalen lijnen, die nauwelijks van de kale takken te onderscheiden zijn (Rosalinde van Ingen Schenau). Ondanks die bijna materieloze vergankelijkheid heb ik de neiging het massief te noemen, met de herinnering aan monumentale betonnen kruizen en de volumineuze melancholie van verlaten kerkhoven. Ook de vijftienmeter hoge bakens van Leo de Nijs doen het nog steeds goed op een zure novemberdag, naakt afstekend tegen een vrije verte, hoewel er nu niet de extra laag is van een sporadisch nevelvlak dat door middel van een pomp en rubber buizen uit de sloot af en toe op ooghoogte tussen de eiken stammetjes zweefde en waarvan ik me voorstel hoe kinderen onderdoor rennen, met regenboogeffect.

Niet alle werken die ik er zie, zou ik een folly noemen, maar heeft niet bijna alle kunst een folly-aspect in zich? In de zin van dat het niet de werkelijkheid zelf is, het geen direct praktisch nut heeft, niet onmiddellijk zijn ware bedoelingen prijsgeeft, de kijker vaak op het verkeerde been zet en deze de wereld met andere ogen laat bekijken. Follies zijn van oudsher vaak een soort namaakgebouwtjes en geconstrueerde ruïnes voor in de romantische tuin. Nu kunnen deze door daarin gespecialiseerde aannemers of de betere tuincentra zelfs kant-en-klaar aangeleverd worden.

Bij Anja en Sjaak Allemekinders op de keukentafel ligt het boek Voor de Gek! Follies in Nederland van Edith Gerritsma en Andrea Hijmans, waarin de Bunder met vijftien beelden goed vertegenwoordigd is. Hierin lees ik dat in de eind 18de tot begin 19de eeuw het op landgoederen in de mode was kluizenarijen met rotspartijen en watervallen aan te leggen. Het ging zelfs zo ver, dat de rijke jongens soms iemand inhuurde om als heremiet in hun tuin in de folly van een kluizenaarshut of grotwoning te verblijven om de wandelaar tot bespiegelingen over het leven aan te zetten. ’s Avonds bracht de bediende hem dan een maaltijd, maar met hem praten mocht niet. Hij kreeg een bijbel en harige pij ter beschikking en moest op het terrein blijven. Ook stond er in het contract, dat baard, haren en nagels niet geknipt mochten worden. Vaak ging het om een periode van zeven jaar. De echte kluizenaar wilde natuurlijk niet tentoongesteld worden en blootgesteld aan de verbaasd geslaakte kreetjes van voorbij wandelende geparfumeerde jongedames. En als het nu nog om een deeltijdbaantje ging en je de rest van de week de beest uit kon hangen, maar om voor zo’n lange tijd je ziel te verkopen en een afgesproken performance op te voeren. Veel gekker moet het toch niet worden.


 
Auteur:
teja van hoften

Een Bunder Kunst, Panhoeveweg, 's-Heer Arendskerke, Netherlands

mijn werk gaat
niet alleen over
het observeren en
registreren van
het eigen bestaan

maar ook over
mijn verbondenheid
met de natuur

het gevoel
deel uit te maken van
een groter geheel

 
publicatie:
De verborgen bedoeling der dingen.
De film 'Bewaren of hoe te leven' van Digna Sinke laat zien hoe de spullen haar oude moeder laten ronddwalen in herinneringen, hoe...
 
praktijk:
De actualiteit van het gevorderd kunstenaarsschap
Me door bovenstaande titel aangesproken voelend, klikte ik vanuit de Mondriaan-mail door naar hun site en Birgit Donker’s blog w...
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #20
2018-12-06 De rijkdom van soberheid. Voor kunstenaarschap heb ik nooit zo heel bewust gekozen. Ik kwam op de docentenopleiding ...