Besproken werken: the wheel (momentum) & the hood (momentum)
In een instagram-story deelde ik een van de beeldende werken die ik recentelijk in de openbare ruimte geplaatst heb binnen de context van mijn project A proposal, I suggest waarbinnen ik experimenteer met mijn werk, de context en het podium. Dit was de aanleiding voor Jorieke Rottier van Witte Rook om me uit te nodigen een stukje te schrijven over de vragen, de keuzes en de gedachten die zich in mijn werkproces voltrekken, nu ik er middenin zit.
Een belangrijk inhoudelijk element in mijn werk is het concept van een kader: fotografisch, filosofisch. Als een grens van een gegeven in een context. Middels dat kader denk ik na over de relatie tussen het object en het subject, eveneens mijn eigen benadering van het beeld bevragend. Tijdens het maken en het delen van het beeld zoek ik naar waar waarde of betekenis mogelijk verschuiven en wat dit voor het beeld en ‘het resultaat’ betekent, evenals voor mijn kunstenaarschap.
In dit stuk beschrijf ik de vragen en beslommeringen rondom de werken. Tijdens het schrijven werk ik gelijktijdig toe naar een volgend beeld in de publieke ruimte waarbij deze tekst dient ter openbare reflectie. Het beeld als een reactie op wat er al in een omgeving bestaat. Ik weet dat ik een plek niet zomaar langdurig kan veranderen, maar misschien kan ik een perspectief toevoegen. Als een extra laag over de plek zoals hij is.
Eens in de zoveel tijd pak ik mijn externe harde schijf en verdwaal ik tussen alle verschillende foto’s die ik de afgelopen jaren genomen heb. Van vakantiefoto’s, analoge kiekjes van een wegwerpcamera tot een telefooncamera verzameling, elk met hun eigen intentie. Het is geen oud archief, want eerder beeld uit mijn academietijd en daarvoor heb ik niet meer – mijn vorige schijf is gecrasht. Het bladeren stimuleert mijn denken over wat een goed beeld kan zijn. Met de tijd veranderen hierover mijn ideeën en valt mijn oog op iets anders. De foto’s en ikzelf blijven ons ontwikkelen evenals de omgeving waarin ze ooit genomen zijn. Hoe verandert die onderlinge relatie met de tijd?
Bij wijze van schets heb ik een paar jaar geleden wat eerste foto’s buiten geplaatst. Een eerste uitdaging was om over mijn zenuwen en onzekerheid heen te komen bij de plaatsing, zowel zichtbaar in de middag als meer onzichtbaar in de avonduren. Vandaag ervaar ik het nog steeds als spannend al besef ik me ook dat de meeste spinnen banger voor jou zijn dan andersom. Anderzijds wilde ik toen al experimenteren met een andere manier van werken en presenteren. Door deze acties is mijn interesse gewekt om onderzoek te doen naar de specifieke context van een omgeving in relatie tot het beeld.
The wheel (momentum)
Op mijn externe harde schijf stuitte ik op een afbeelding van een analoge foto, genomen in 2017. Afgebeeld is een fietswiel aan het slot in een fietsenrek waarbij de rest van de fiets ontbreekt. Op zichzelf een mooi beeld dat los van de analoge esthetiek een zeker sculpturaal karakter kent. Het zou ook kunnen fungeren als waarschuwing voor fietsendieven. Toentertijd heb ik deze foto afgedrukt en op locatie gefotografeerd om daarna direct te verwijderen en terug naar huis mee te nemen. Ik besloot: dit werk moet opnieuw worden uitgevoerd, en nu goed! Want als zo’n foto buiten genomen is, waarom deze daar niet terug plaatsen? Wat betekent dit voor de vorm en de betekenis van het beeld?
Belangrijke elementen die te zien zijn op de afbeelding heb ik vertaald naar een geschikte uitvoering voor het werk. Dus moest de afbeelding vergroot afgedrukt worden zodat het, net als het fietswiel, zou passen in het fietsenrek waar ik het zou plaatsen: het fietsenrek zoals afgebeeld. De aluminium print kreeg een slot, eveneens afgeleid van het op slot staande fietswiel op de foto. Ik plaatste het beeld. Door de relatie tussen de print en het afgebeelde, op die locatie, is er in mijn ogen een totaal, sculpturaal object ontstaan dat zich sterk verhoudt tot zichzelf en de openbare ruimte. Ik liet de sleutel in het slot. Het was belangrijk dat het door een mogelijke geïnteresseerde vrij meegenomen zou kunnen worden – obstructie is namelijk niet het doel. Achterop de aluminium print heb ik een boodschap geschreven zodat ik in contact zou kunnen komen met de ‘vinder’. Ik fotografeerde de nieuwe situatie in het fietsenrek. Waar begint of eindigt het werk? Het fietsenrek lijkt in ieder geval onderdeel van het werk, geleidelijk overlopend in de omgeving zonder harde grens. Het past goed samen ondanks dat alleen de print van mijn hand komt. ‘s Avonds fantaseerde ik dat ik uitgenodigd was om dit werk een plek in een tentoonstelling te geven. Van de straat naar een instelling met mooie witte muren, neutraal stabiel licht, een plek van aandacht en rust. Wat zou ik dan mee moeten nemen? Misschien een herdruk van de aluminium print en eenzelfde fietsenrek om het in te plaatsen. Of een afgedrukte foto met een documentair karakter van de situatie buiten, netjes afgewerkt. Misschien moet deze vervolgens weer in het fietsenrek worden geplaatst, binnen én opnieuw buiten. Wanneer is het een volwaardige reproductie, een kopie, of iets nieuws? Iedere vorm vraagt om een andere relatie met de context: de combinatie van de twee elementen – de print en het fietsenrek – in een andere omgeving is niet een-op-een te kopiëren.
Het werk the wheel is binnen een paar dagen verdwenen, ondanks mijn boodschap op de achterzijde van de print heb ik geen bericht mogen ontvangen. Wie zou de moeite van hebben genomen het te verwijderen en met welk motief? Toen ik het werk documenteerde sprak een jongen met een skateboard me aan terwijl hij op de bus wachtte. Hij was nieuwsgierig. Als hij het beeld later zou zien zou hij het meenemen. Zou het? Of was het de oudere man met het hondje waarmee ik een praatje heb gemaakt? Het zet me aan het denken, over het hoe en wat van het onvrijwillige of onbewuste publiek in de openbare ruimte en over wat ik van ze wil.
The hood (momentum)
Ik had verwacht dat met het hervatten van de bouwwerkzaamheden na Koningsdag het geplaatste werk zou verdwijnen. Toch hangt de aluminium print nu ruim een maand aan het bouwhek tegenover de achterzijde van het centraal station in Tilburg. Een paar keer per week fiets ik langs het werk. Het heeft zijn eigen leven gekregen. Desondanks voel ik me ermee verbonden en ben ik benieuwd of het straks leeg voelt als het zomaar weg is. Omdat het werk zonder overleg geplaatst is ontvang ik geen directe feedback op de impact of de waarde van het werk ondanks dat dat juist een motivatie is om de publieke ruimte te betreden – een ander, toevallig publiek bereiken. Toch ben ik bang dat als ik mezelf kenbaar maak, het ‘mysterie’ van de plaatsing verdwijnt. Misschien kan ik in de toekomst een suppoost organiseren.
Zelf zie ik dit werk (evenals the wheel) graag als een nieuwe verbeeldende laag die dient de omgeving bevragen. Om en public te fantaseren over mogelijke sculpturen op een bouwplaats, een plek in transitie, die even wordt geconfronteerd met een eerdere of zelfs andere tijd. Of om een andere waarde toe te kennen aan een onbruikbaar gemaakt object zoals het overgebleven fietswiel. Beide worden het objecten met een nieuwe functie.
Op de print zie je een zandberg op een bouwplaats van een paar maanden geleden in een iets andere vorm, met daarop een motorkap die ik van een marktplaats-foto heb uitgesneden. In de reflectie van de motorkap is een abstractie van de fotograaf te zien. Ogenschijnlijk naadloos past het beeld in de omgeving van de bouwplaats: de kleuren en compositie komen sterk overeen, alsof de motorkap daar is gefotografeerd. Netjes zijn de kleine beschadigingen met een marker omcirkeld op het oppervlak. Ondanks, of dankzij de aantoonbare beschadigingen schreeuwt de geïsoleerde motorkap esthetiek. Door deze in zijn nieuwe omgeving te plaatsen wordt het doel van de marktplaats-foto, de verkoop, irrelevant – de motorkap wordt in deze setting een sculpturaal object. Net als het fotowerk staat het even naast de markt.
Na een fikse regenbui fietste ik langs het werk. De overduidelijke watersporen confronteerden me met de vraag waar mijn verantwoordelijkheid voor het beeld of het onderhoud eindigt. Als het immers te zeer beschadigd raakt, wat is dan het onderscheid met afval? Ben ik überhaupt in staat die verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het beeld helemaal los te laten? Meer afval creëren wil ik in ieder geval niet, dan schiet het werk zijn doel voorbij. Gelukkig blijkt de print van prima kwaliteit, de sporen van de regen zijn een dag later verdwenen. Niet veel later zag ik een stoffige voetafdruk op het beeld, een afdruk van een grote schoenzool. Het kan een karatetrap zijn geweest van een zeer lenig persoon. Of het werk is gevallen, vertrapt, en door iemand weer opgehangen. Een bewuste ochtend heb ik de voetafdruk gedocumenteerd, diezelfde middag was deze verdwenen. Door iemand afgeveegd? Het is zeker dat ik niet de enige ben die het beeld heeft aangeraakt of veranderd – was het niet alleen al door de vogelpoep. In de loop der tijd loopt het beeld hoe dan ook (kleine) schade op. Als antwoord heb ik besloten deze imperfecties met een zilveren stift te markeren op het oppervlak, zoals de verkoper dit ook op de motorkap heeft gedaan. Het moet nog blijken hoe lang dit antwoord meerwaarde heeft en wat de toekomst van het beeld is.
Beide werken hebben een eigen publiek op locatie. Daarnaast heb ik beeld gedeeld op social media. Hier wordt het onderdeel van een stroom aan beeld die voor een veel groter publiek zichtbaar is. De duimpjes en hartjes die ik ontving waren ditmaal verrassend genoeg meer van bekenden die niet direct werken met of in de kunstwereld dan gewoonlijk. Zou het komen omdat het beeld buiten geplaatst is in een herkenbare, alledaagse omgeving waartoe mensen zich altijd verhouden? Geen prestige – gewoon lekker direct? Een verschil tussen het publiek is de beschikbare informatie: online is gecommuniceerd dat het werk meegenomen kan worden maar fysieke passanten zouden het daarentegen pas weten wanneer ze de boodschap achter op het werk zouden lezen. Hiervoor is een andere aandacht voor of nieuwsgierigheid naar het beeld essentieel. Dus vraag ik me af, hoeveel informatie wil ik beschikbaar stellen bij het beeld en wanneer overbrug je daadwerkelijk een afstand tot een nieuw publiek? Het werk wordt online gedeeld en circuleert, wordt geconsumeerd en fysiek gepasseerd: de tijd voor een volgende zet is aangebroken.