Agenda Artikelen Programma Zoeken Contact Partners Auteurs

Advies aan de jonge kunstenaar #15

Al vanaf je dappere, overmoedige, roekeloze, maatschappelijk onhandige keuze om te gaan studeren aan een kunstacademie zie ik je als jonge collega. Ook ik heb op mijn 17bedacht dat ik kunstenaar wilde worden. Eerst nog wat schuchter, door wel in de buurt van de kunst te zijn, maar meer aan de toegepaste, en ogenschijnlijk financieel-zekere, kant. Maar na mijn afstuderen ben ik er volledig ingedoken. Vorig jaar ben ik 60 geworden en ik heb nog geen dag spijt gehad van deze keuze. Ik heb het mooiste leven dat een mens kan wensen.

Normaal volgt hier dan een passage over de schaduwzijde, die is er wel, maar dat stel ik toch nog maar even uit omdat de schaduwzijde in deze tijd met bakken tegelijk over jullie enthousiaste hoofden wordt uitgestort.

Waarschijnlijk was ik erg eigenwijs en nieuwsgierig en had ik zin om alles wat ik niet kende te onderzoeken, voelde me in de rust van het nadenken, lezen en kijken heel erg thuis. Bedenk dat er geen telefoons en computers waren, en als je geen brieven schreef of via een vaste telefoon belde had je maandenlang geen contact met andere mensen dan de mensen om je heen. Ik herinner me de zeeën van tijd, de verveling, maar ook de vrijheid om op te pakken wat me interesseerde. Ik had absoluut geen leerdoelen of groot plan voor ogen, maar was me ervan bewust dat ik vreselijk weinig wist. Kranten, literatuur, poëzie, geschiedenis, filosofie, de bijbel, biografieën en zelfs encyclopedieën ik las alles waar ik zin in had, vaak meerdere boeken tegelijk.  Soms wist ik na lezing nog niet precies waarom ik het gelezen boek had opgepakt, radeloos was ik soms in het besef dat ik intellectueel niet in staat was om de teksten te doorgronden, laat staan verbanden aan te brengen.

Omdat ik een opleiding tot illustrator had gedaan had ik nogal last van een overmaat aan op effect gerichte maniërismen, mijn tekeningen waren gericht op mooi-makerij en zongen los van de functie die het tekenen zou moeten hebben. Als middel om tot vormbegrip te komen, het neerschrijven van een geziene vorm en de werking van het licht op die vorm. Pas veel later en door heel veel oefenen is het me gelukt om dit te leren, saai, onderzoekend tekenwerk met het doel, de vorm ‘in de hand’ te hebben voordat je aan een schilderij begint. Dit zijn tekeningen die je niet kunt verkopen, die in een schetsboek staan of op een vel papier dat je vervolgens weer gebruikt om sjabloons van te snijden.

Ik heb alles zelf moeten leren zeg ik vaak, dan zeg ik dat ik als schilder autodidact ben en vergeet ik de twee modeltekenlessen in de week, de praktijklessen in het grafieklokaal, met begeleiding en op vrijdagen zonder toezicht, (hoera!) Typografie, lettertekenen en calligrafie, grafisch ontwerp en werken in de huisdrukkerij die ten dienste stond van de toegepaste afdelingen, fotografie, analoog, zowel zwartwit als kleur. En dat drie jaar lang.

Van de kunstgeschiedenis had ik nog niet zoveel besef, ik vond mezelf een hele baas dat ik ‘abstracte boekillustratie’ als onderwerp van mijn eindscriptie nam. Hoe beperkt ook, ik kwam daardoor in aanraking met begrippen als visuele poëzie, Paul van Ostaijen en Guillaume Apollinaire, illustraties van Jean Arp, de gedichten van Francis Ponge (“als je goed om je heen luistert merk je dat bijna alles niet praten kan “) en het fenomeen kunstenaarsboek.

Dit klinkt heel slim, maar in mijn atelier in een kraakpand, gelegen boven een Turkse sociëteit, was ik me toch voornamelijk aan het verdiepen in Matisse, Dufy, tegelijkertijd maakte ik ook materiaaletsen die ik op een houten wasmangel afdrukte. Op de schilderijen beeldde ik voornamelijk mijn nieuwe vriendin en mezelf af, zonder kleren op een bed ( ‘Luxe, Calme et Volupté’). Die nieuwe vriendin en ik zijn nog steeds bij elkaar en door haar werd ik gemotiveerd om me aan te melden bij de Jan van Eyck Academie in Maastricht.

Als advies aan jou jonge collega, of je nu een jongen of een meisje bent, het is het beste als je een relatie aan gaat in een fase waarin je allebei nog in ontwikkeling bent. Zodat je samen kunt groeien, ieder op je eigen manier, want je moet de ander wel ruimte geven. Als je dan geluk hebt word je samen ouder en omdat je allebei een eigen leven hebt met eigen interesses en je eigen vrienden blijf je spannend voor elkaar. Het is best handig om iemand te kiezen die een gelijke vrijheidbehoefte heeft als jij dat hebt, want je hebt alleen maar last van mensen die je aandacht opeisen als je net die mooie passage aan het lezen bent of die verdiepende stap in je beeldende onderzoek aan het zetten bent. Ook moet je oppassen voor teveel verantwoordelijkheid, zeker in het begin van je relatie, je huurwoning inrichten met leuke nieuwe spulletjes uit de tweedehandswinkel is zeker als je kunstenaar bent veel slimmer dan het huisje-boompje –beestje verhaal.  Vervolgens is het ook aan te raden om niet te vroeg met kinderen te beginnen, veel samen doen, reizen, zien, exposeren, maken en dan als je relatie bestendig blijkt is het ook heel erg leuk om kinderen te krijgen.

Daar moet je, net als met zoveel dingen in een (kunstenaars-)leven, geluk mee hebben. Maakbaarheid is ook in deze kwestie een moeizaam begrip. Wat kinderen betreft is het geweldig als je een relatie hebt met een andere kunstenaar. Je kunt je eigen tijd indelen en zo heb je zowel je atelier- als de zorgdagen, even tijd voor jezelf ( al slaap je alleen maar op je atelier, of droom je daar) en de intimiteit van je nieuwe liefde.

Probeer in je atelier zo dicht mogelijk bij jezelf te blijven en te zorgen dat je jezelf leeg kunt maken. Dat is niet altijd gemakkelijk, zeker niet na een tentoonstelling waarbij niets werd verkocht, na vervelende opmerkingen van galeriemensen en familie, het ontbreken van een galerie  is ook niet altijd fijn. Niet nagekomen afspraken, radiostilte waar je contact had verwacht, na een afwijzing van een beurs of expositievoorstel. Gevoelens van jaloezie zijn contra-productief, we werken nu eenmaal in een gebied waar veel ( goede) collega’s actief zijn en waar keuzes moeten worden gemaakt tussen goeden vanwege de beperkte budgetten. Het fijnste leef je als je collegiaal bent en elkaar adviseert en verder helpt.

Op het gevaar af dat dit advies te soft is, de plaats van jaloezie kan worden ingenomen door inhoudelijke competitie. Ik heb een tegenslag in mijn kunstenaarsleven zo veel mogelijk beleefd als een appèl aan mezelf om nog beter werk te maken, nog helderder te formuleren, nog zorgvuldiger te communiceren en het publiek een volgende keer te overrompelen met onontkoombaar goed werk. “Iets waar ‘ze’ niet omheen kunnen”.

Ook is het goed om niet te lang in slechte samenwerkingen te blijven hangen, als je met bepaalde zakelijke partners alleen maar kwade innerlijke dialogen aan het voeren bent is het in ieder geval goed om uit te spreken wat je dwars zit.  En als een goed gesprek niet mogelijk is om de samenwerking dan maar helemaal te verbreken. Beter geen relatie dan een slechte relatie. Je moet wel pragmatisch zijn, maar je innerlijke evenwicht is veel belangrijker. Naast fijne galeriemensen zijn er helaas ook veel die niet altijd gemakkelijk zijn in de omgang. Daarbij, voor jou is je kunstenaarschap en je productie dagelijks van belang, staan jouw belangen voordurend op nummer één, een galerie verdeelt haar aandacht over alle kunstenaars die ze vertegenwoordigt. Die verhouding is nu eenmaal scheef, dat is niet anders.

Het is van belang om oog te hebben voor kleine succesjes, voor  zaken die dichtbij liggen. Het kunstenaarschap is een zaak van lange adem, als het goed is blijf je je hele leven lang nieuwe aspecten van jezelf ontdekken. Ben je op een zeker moment in staat dingen te maken waarvan je jaren eerder alleen maar kon dromen. Waar ik zelf heel veel baat bij heb gehad is studeren, mezelf in mijn technische, ambachtelijke vaardigheden te verbeteren en verbreden. De nieuwsgierigheid naar materialen, hun eigenschappen en verwerkingsmogelijkheden. Door deze ruimte te nemen krijgen je hersenen even lucht, komt het denken over bijvoorbeeld een nieuw thema in een rustiger gedachtenstroom en dan kan het zomaar gebeuren dat iets waarnaar je krampachtig op zoek was je gewoon overkomt. Voor mij gebeurt dat ook als ik kopieer ‘naar de meesters’. Door langer naar de werken van voorgangers te kijken word je ook meegenomen in hun denken en de besluiten die ze als maker hebben genomen, daar leer ik ook heel veel van.

Wat ik je ook kan aanbevelen; zie zoveel mogelijk actuele beeldende kunst. Reserveer bijvoorbeeld een dag in de maand om in een stad zoveel mogelijk galerieën te bezoeken, noteer wat je ziet, wat je hebt gelezen, wat je is opgevallen. Het is de wereld waar jij deel van uit maakt. Kies niet te gemakkelijk alleen de kunst die je gevoelsmatig of qua medium aanspreekt maar verdiep je juist in het denken achter werk dat je ingewikkelder vindt. Kies af en toe een andere stad, maar zorg dat je regelmatig je ronde doet, zo leer je ook het expositiebeleid en de kunstenaars van de diverse galerieën en presentatie-instellingen kennen. Als een galeriehouder je gezicht vaker ziet merkt hij of zij dat je geïnteresseerd bent in wat zij doen. Op deze manier kan het gebeuren dat je naar je mening over de expositie wordt gevraagd. Dat is het begin van een gesprek en dat is ‘netwerken in de praktijk’. Zelfs al zal je nooit op de plek exposeren is het heel fijn lopen over een grote kunstbeurs als je veel contacten hebt, een praatje hier een complimentje daar, misschien zelfs een reflectie op vroeger en het nieuwe werk van de getoonde kunstenaar, dat maakt dat jij helemaal op je plaats bent in de kunstwereld.

Ga onder geen beding als een kip zonder kop met een portfolio onder de arm bij een of zelfs meerdere plekken langs, daar zit niemand op te wachten. Dat is een garantie voor veel ongemak en  ongelukkige gevoelens.

Doe wel zo veel mogelijk mee aan (groeps)-exposities, ook kunstenaars ontmoet je op je maandelijkse galerierondje, ga daar ook in op elkaars werk en maak plannetjes voor volgende mogelijkheden.  Als je het in je hebt kun je ook een blog gaan schrijven, werk van collega’s waar je oog op is gevallen analyseren of signaleren, tijdschriften of kleine boekjes kunnen ook een stapje zijn naar een grotere naamsbekendheid. Binnenkort gaat mijn tijdschrift Ezel, nu nog Nederlandstalig , met een bijgevoegde Engelse vertaling naar beurzen in Shanghai en New York, ik heb daar hoge verwachtingen van. Want ondanks het feit dat ik de 60 gepasseerd ben en al veel heb successen heb gehad ben ik nog enorm nieuwsgierig wat ik nog allemaal met mijn werk kan bereiken.

Ik zou nog veel meer willen vertellen, maar ik denk dat je onderhand wel een beetje klaar met me bent, we kunnen het gesprek altijd voortzetten als we elkaar in onze mooie wereld tegenkomen. Dan reizen we even met elkaar mee om vervolgens weer alleen door te gaan met ons eigen grote avontuur.

Stijn Peeters


 
Auteur:
Gastauteur

Kloosterlaan 138, Breda, Nederland

Stijn Peeters is opgeleid aan de toenmalige Koningklijke Academie Kunst en Vormgeving te ’s-Hertogenbosch en heeft daarna gestudeerd aan de Jan van Euck Academie te Maastricht. Behalve kunstenaar is Stijn ook werkzaam als docent en heden verbonden aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Stijn woont en werkt te Eindhoven.

Het fotomateriaal is gemaakt door Peter Cox en toont de expositie Stijn Peeters in Club Solo te Breda. Solo 17 - Stijn Peeters is te zien van 27 mei tot en met 24 juni 2018.

 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #14
Hoe een werk kan ontstaan en net zo goed mislukt en wat daarna. Het begint meestal in mijn atelier. Ik pak een stuk materiaal e...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #13
Ik moest geld verdienen, dus na mijn afstuderen ging ik aan de slag in een meubelwinkel. Het was een dure winkel. Er kwamen niet v...
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #12
Hieronder lees je de brief die Renée Verberne schreef voor het boek Eenenveertig brieven van de jonge kunstenaar dat ze samen met...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #11
Welkom in het ‘echte’ leven.  Daar sta je dan, afgestudeerd en met meerdere diploma’s op zak. Begonnen op het vmbo, door...
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #10
Voor we beginnen zal ik me eerst voorstellen. Mijn naam is Hester van Tongerlo, 26 jaar en op dit moment  twee jaar afgestudeerd ...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #9
Witte Rook vraagt en ontvangt 'Advies aan de jonge kunstenaar'. Om jou te inspireren en motiveren om je eigen weg te gaan en beeld...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #8
Na de academie ligt de hele wereld voor je open, maar zit niemand op je te wachten. Deze dynamiek met enerzijds vrijheid en mogeli...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #7
WELKOM! Welkom is misschien niet meteen het eerste woord wat me te binnen schiet als ik terugdenk aan de eerste stappen die ik ...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #6
Een broedplaats voor dans noemde ik het gezelschap bij oprichting dat nu inmiddels vijftien jaar bestaat. Dansnest heeft in die pe...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #5
Toen ik dit jaar als lid van de artistieke commissie van De Cacaofabriek aan het scouten was op verschillende academies in het zui...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #4
Beste collega kunstenaar, Mijn naam is Maarten Spons. Van 2005 t/m 2009 heb ik gestudeerd aan de kunstacademie in Maastricht...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #3
Om te beginnen.. Om te beginnen met hoe het is zo’n eerste jaar na het afstuderen zijn er denk ik een aantal standaard zaken ...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #2
Beste jonge kunstenaar  en nieuwe collega, Dit stukje advies is gebaseerd op mijn ervaringen zo ver, vanaf het afstuderen tot ...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Advies aan de jonge kunstenaar #1
Ik denk dat ik de laatste ben die advies moet geven aan de jonge kunstenaar. Ieder ervaart het anders, de een heeft meteen veel ex...
Door: Gastauteur