Opeens liep ik in de tuin, en was ik het moment tussen de computer en hier kwijt. Eenmaal aangekomen in het atelier bleek de deur op slot te zitten, weer een verloren moment later zat ik met de koptelefoon op ongeduldig te typen. Eindelijk te typen. De weken hiervoor consumeerde ik alleen maar. Ik las zoveel verhalen, liet me meeslepen in andere gedachtegangen, keek door andere ogen. Dat was net zo goed waardevol. Nu is er zoveel te schrijven, waaronder deze gedachtes over het kunstenaarschap, die tegelijk ook aan mezelf gericht zijn.
Nieuwe ideeën zijn kwetsbaar zolang ze niet uitgevoerd worden. Kwetsbaar voor de vernietigende gedachtes die het moment erop alweer komen, en voor de uitdaging die ze meestal zijn. In mijn proces is er soms een periode te omschrijven als: om dingen heen leven – weten wat het probleem is – maar dagen voorbij laten gaan zonder beslissingen te nemen. In dit soort periodes romantiseer ik allerlei dingen: van oude gemoedstoestanden, vroegere arbeidsomstandigheden, andere jaargetijden, de academietijd, tot de praktijken van andere kunstenaars. Het is goed om zulke momenten te herkennen en door te prikken.
In mijn geval: wissel van atelier naar werkplaats, maak praktische beslissingen over maten en materialen. Werk met machines als tussenlaag tussen het werk en gedachtes, spendeer gerust een hele dag aan het schuren van een oppervlak. Het is makkelijker om te reflecteren over iets dat er daadwerkelijk is. Een uitgevoerd idee kan zich verdedigen tegen vernietigende gedachtes, kan aangepast worden, en maakt ruimte voor nieuwe ideeën vrij.
Er is zoveel om het werk heen. Het heeft tijd nodig om de juiste omstandigheden te organiseren, dit is net zo goed een onderdeel van het kunstenaarschap. Wat die juiste omstandigheden inhouden, is heel persoonlijk, probeer dat voor jezelf langzaamaan te formuleren en te benaderen. Wacht niet met werk maken tot de omstandigheden ‘perfect’ zijn, maar zie het als een wisselwerking tussen twee processen.
Vorig jaar verbouwden we onze werkplaats om het een stuk groter te maken. Dat kost tijd, waarin ik steeds onrustiger werd door het gevoel ‘niet met mijn werk bezig te zijn’. Maar je bent dan net zo goed met je werk bezig.
In het begin werkte ik de halve week om geld te verdienen, en de andere dagen in het atelier. Dit was niet de manier voor mij, het steeds wisselen tussen die twee rollen lukte me niet (en zat uiteraard vooral mijn werk als kunstenaar in de weg). Ik besloot om een half jaar fulltime in een hotel in de bergen te gaan werken om daarmee juist tijd te creëren me daarna te kunnen concentreren in het atelier. Dat halve jaar leek soms eeuwig te duren, ik was vaak ongeduldig. Toch heeft het me veel gebracht. De productieve tijd die ik erna had, zorgde ervoor dat dingen begonnen te lopen en ik nu steeds beter van mijn eigen werk kan rondkomen.
Elke kunstenaar heeft zijn eigen weg. Pin je niet vast op een bepaald idee over hoe een succesvol kunstenaarschap eruit moet zien. Elk werk leidt tot nieuwe ideeën en nieuwe mogelijkheden. Of doet je juist bepalen een stuk terug te lopen en een andere kant op te gaan. Specifieke plekken waar je op deze manier terecht komt zijn het meest waardevol.