Aan den jonge kunstenaar,
Met genoegen richt ik enige woorden tot mijn collega’s jonger dan ik. Aan hen die nog in de academiegebouwen verblijven. Of aan hen die, nadat zij ternauwernood het zwarte gat na het afstudeerwerk zijn overgesprongen, zich nu – getroost – kunstenaar durven noemen. Ook richt ik mij tot hen die besloten een aansluitende studie te doen. Eigenlijk richt ik mij, als ik eerlijk ben, tot eenieder die zich kunstenaar weet, hetzij gediplomeerd, hetzij gestopt met werk maken, hetzij succesvol, hetzij oud. Want wij zijn allen één.
Mij is gevraagd u een advies te geven. Dat doe ik graag, want ik vind niets mooier dan de levende kunstpraktijk, ik zou er mijn leven wel voor willen geven. Mijn raadgeving zal ik uiteen laten vallen in drie delen: een ingebeeld advies, een materieel advies en een stoffelijk advies.
1. Een ingebeeld advies
Wij zijn geluksvogels. Waar heel de wereld het moet doen met één feitelijke wereld, waar alles al van eeuwigheid vastligt, hebben wij er zomaar een tweede wereld bij waar wel alles mogelijk is, waar men zich niet hoeft neer te leggen bij de werkelijkheid. Niets houdt ons tegen om daar te zijn, te dromen en te bedenken. We hebben er eenvoudig toegang toe, in gedachten bent u er zo. Een genoegen, deze gift die we kregen.
Ik wens u toe dat u niet te veel zorgen in het echte leven heeft. Verplichtingen, geldzorgen, of ruzies waar u tijd aan verliest. Het blokkeert de weg naar de verbeelding. Regel het geld dat u nodig heeft om te leven efficiënt en verlies er zo weinig mogelijk tijd aan. Wees desnoods zuinig. Kies vol overgave voor uw gift, voor het mooiste beroep ter wereld, voor het kunstenaarschap.
Er zijn collega’s die al langere tijd scheppend bezig zijn. U bent misschien net afgestudeerd. Desondanks zijn wij allen één. Immers, wij zijn niet alleen kunstconsument, maar eerst en vooral kunstproducent.
2. Een materieel advies
Wij zijn materialisten. Laten we onze dromen omzetten in werkelijkheid, in kunstproductie. Spaar kosten, maar geen enkele moeite, om uw ideeën in kunstenaarsmateriaal om te zetten. Om ze uit uw hoofd en hart te halen en werkelijk te maken. Met niets kunnen we alles maken, dankzij onze gift.
Werk vlijtig, werk alles uit: alle ideeën die u heeft, schetsmatig of klein, groots of meeslepend, zodat u de beeltenissen voor u kunt zetten. Hoe kostbaar is het om in een stoel voor dat werk te gaan zitten en te beslissen – met uw ogen – of iets werkt. In de veilige omgeving van een atelier, mocht u dat kunnen betalen, of in ieder geval op een plek waar u uw werk ongemoeid kunt laten liggen. En als u het durft: ontstaansprocessen delen, de beeldtaal spreken met elkaar. Alle, echt alle werken die wij maken zijn even belangrijk. Niet alles wat wij maken is geschikt als eindproduct, maar we hebben elk werk nodig om bij een volgend werk te komen.
3. Een stoffelijk advies
Wij leven en groeien. En daarom tot slot een zintuiglijk advies: wilt u een levende kunstenaarspraktijk hebben, richt u dan niet op de eindfase van een project, op verkoop, prijzen winnen of roem, maar werp u met alle kracht op het maken. Word voetballer als u vandaag beroemd wilt worden. Geef, als u schept, aan uw handen mee wat u van binnen dacht. Werk vol geestdrift aan een eigen handschrift, maak uw werk groot als het nodig is, met uw volle lichaam, desnoods buiten als u de ruimte niet heeft. Voel wanneer u werkt. Ontdek. Geef u volstrekt over. Ga verder.
Kunstproductie is de eenvoudige combinatie van de drie bovengenoemde componenten: de gift van een eigen innerlijke, subjectieve verbeeldingswereld. Als je deze omzet in materiaal ontstaat er in combinatie werk dat niemand anders maakt. En als de kunstenaar met vlijt daar ook nog eens alle kracht en gevoel in stopt leeft het. Ik wens dat ons allen toe.
Liesbeth Labeur