Magisch. Dat ene woord vat de gehele residency samen van Sabina Timmermans op het landgoed De Moeren. Ze is graag bij de bomen en de natuur. Om te wonen, te wandelen, te tekenen, te fotograferen, te bestuderen en om in te klimmen. Om bedekt te worden door de geur van hars in een gevoel van liefde en verbondenheid. Zo leert ze de boom pas echt kennen. Bomen als lichamen in een landschap. Bomen als een landschap waar ze toch altijd weer de mens tegenkomt.
De boomwortels van Vincent
Sabina is tijdens haar residency verder gegaan met waar Vincent van Gogh eindigde. Zijn laatste schilderij is van de boomwortels in het Franse stadje Auvers-sur-Oise. Ze zijn er nog steeds als stille getuigen van Vincents aanwezigheid. Inmiddels zijn ook deze wortels wereldberoemd en onderzocht op hun authenticiteit, historie en vorm.
‘Het bleken hakhoutbomen te zijn, bomen waar eens in de zoveel tijd een deel af wordt gehakt en dan weer mogen doorgroeien in steeds grilliger vormen. Voor Vincent symboliseert het de strijd tussen leven en dood in de natuur. De natuur is ook waar mijn werk over gaat en hoe de mens zich hiertoe verhoudt. Ik ben op zoek gegaan naar landschap dat in het verleden een ontmoeting had met de mens om te bewijzen dat mens en natuur geen gescheiden werelden zijn. Verbondenheid hoeft niet mooi of utopisch te zijn. Als mens zijn we altijd in interactie met het landschap waardoor we het vormen, maar het vormt ons ook. In deze omgeving vond ik iets vergelijkbaars in de vorm van kleine strookjes bos waarvan sommigen dienden als houtwallen. Ze dragen de mooie benaming geriefhout en dankten hun bestaan aan het voorzien in stookhout voor de mensen door ze eens in de zeven jaar te kappen.’
Het niet meer schilderen
De schilder die Sabina ooit was is gestopt met schilderen. Ze liep vast omdat een schilderij altijd gaat over de verf. De extra laag waar zij het in haar werk over wilde hebben hechte zich niet aan het doek. Ze ging op zoek naar andere technieken zoals klei, en had een werkperiode bij EKWC in Oisterwijk waar ze het landschap ervaarde als vorm met een lichaam.
‘Het mooie van de natuur is dat het vanzelf ontstaat, het groeit, het breekt af en groeit verder. Zo krijg je een structuur die je niet kan vastleggen in een platte weergave van een landschap. Als je dat negeert wordt het een plaatje. Een landschap is geen dood of levenloos iets, het verandert voortdurend. Het neemt ruimte in, zelfs als de bladeren van de bomen zijn gescheiden. Het lichaam als een verzameling van elementen. Water en lucht, en dat proberen te vangen, maar ze zijn ongrijpbaar. Zo ontstond het idee over lichamen en hoe deze een verzameling zijn van organismes, zoals het woord individu dat in Latijn de betekenis heeft van niet scheidbaar. Dat ben ik hier gaan zoeken bij de beschadigde wortels van oude beukenbomen, waar mossen en schimmels op reageren terwijl de boom zichzelf probeert te herstellen. Ze leven zo samen in symbiose en dat ben ik gaan fotograferen. Door ze geïsoleerd van hun omgeving weer te geven in de tekeningen zijn het meer lichamen geworden dan landschappen.’
Het verborgen landschap
Meestal werkt Sabina in series, meestal vertrekt ze naar andere landschappen – Berlijn, Noorwegen, IJsland of Japan. In dat laatste land maakte ze kennis met het Shintoïsme – alles heeft een ziel. Hoe het landschap ook in een tuin geconstrueerd kan worden omdat het andere doelen dient zoals meditatie.
‘Tekenen zie ik als een vorm van concentratie om een relatie aan te gaan met het object dat ik verbeeld. Dat is in een tekening makkelijker dan bij een schilderij. De drager leent zich daar beter toe, doek is dwingend. Best een ding, een schilderij, het spieraam, het prepareren, het is dan al mooi. Schilderen is zo beladen, moeilijk ook om op het juiste moment te stoppen. Bij papier is dat anders, het voelt vrijer, directer en puurder. Er gaat een nieuwe wereld open om te onderzoeken. Grof papier, glad papier. Wat bij het ene werkt kan bij het andere doodslaan. Sommige tekeningen zijn een zoektocht waarbij ik van tevoren niet weet waar ik op uitkom. Dat er iets nieuws kan ontstaan door iets weg te laten.’
Begrijpen wat je ziet
Voor een kunstenaar is het vermogen tot waarneming essentieel. Als je ogen niet willen meewerken, zoals bij Sabina, is een ingreep noodzakelijk. Haar ogen gingen zo hard achteruit dat een operatie volgde en een traject met de oogarts om haar zicht te corrigeren. Schilderen ging niet meer. De prismastikker op haar oog veranderde de lichtval waardoor ze beter zag, maar veranderde ook de kleur.
‘Het is nog recent, wat het intensieve werk hier vermoeiend maakt. Ook confronterend, als je zo lang schildert denk je een schilder te zijn. Maar dat ben je ineens niet. Het was daarom een bewuste keuze om potlood en papier mee te nemen in plaats van verf. Tekenen is een methode om te begrijpen wat je ziet. Niet letterlijk, maar intuïtief door waar te nemen en te reageren. De serie die uit dit onderzoek is ontstaan is een uitnodiging om de dualiteit tussen mens en natuur los te laten en jezelf onderdeel van de natuur te voelen. Door niet te schilderen kan ik beter uitdrukking geven aan wat ik bedoel. Al teken ik als een schilder, en zie ik de gum als mijn kwast, mis ik de kleur wel. Dan dient de vraag zich aan of ik alles wat mij fascineert als kunstenaar moet weergeven. Kleur bevat veel informatie en stuurt keuzes die boeiend zijn, maar ook in de weg kunnen zitten. Toch hou ik veel van kleur en de poëzie van kleurcombinaties en bewaar het experiment met kleur voor later. Al mijn ontdekkingen zijn nu verbonden met deze plek. Spannend hoe dat zal gaan als ik hier niet meer ben en heb voor mezelf veel opgeschreven over de wind en zelfs de kachel. Ik hoop dat als ik het teruglees weer het gevoel van hier te zijn terug kan halen.‘