Agenda Artikelen Programma Zoeken Contact Partners Auteurs

AIR Amel Omar – Liminal space

Als ik binnenkom door de voordeur van Witte Rook loop ik bijna tegen een zilveren buis aan die vanuit het plafond van de gang loodrecht naar beneden komt. Ik volg de buis die op buikhoogte een knik naar rechts maakt, de werkruimte in, om daar in de muur te eindigen. Veel lager aan mijn linkerhand snijdt een tweede buis de ruimte schuin doormidden en verdwijnt in de tegenoverliggende muur. Samen met een derde buis recht voor me laat deze een smal pad open waar ik voorzichtig doorheen manoeuvreer, de tweede ruimte in, waar ik resident Amel Omar tref die verantwoordelijk is voor deze transformatie van de benedenverdieping van Witte Rook.

 


Ruth: ‘Laten we het gelijk maar hebben over de buizen want daar kun je letterlijk niet omheen. Hoe is dit werk tot stand gekomen?’
Amel: ‘Een tijdje terug heb ik voor een andere kunstenaar uitgezocht hoe je een ventilatiesysteem bouwt om te kunnen lassen. Toen het materiaal daarvoor binnenkwam vond ik de buizen esthetisch zo mooi dat ze heel erg in mijn hoofd bleven hangen. En tijdens de start van mijn residentie hier bij Witte Rook las ik teksten over de architectuur van een ruimte, zoals Junkspace van Rem Koolhaas. Daarin wordt ingegaan op plekken die veel ruimte in beslag nemen maar waar mensen eigenlijk alleen maar doorheen gaan, zoals vliegvelden. Ook elementen die ruimtes aan elkaar verbinden zoals ventilatiesystemen in industriële panden en huizen krijgen daarin aandacht. Toen ik daarover aan het lezen was viel het op z’n plek. Ik ben tweedehands buizen gaan verzamelen om daarmee de twee ruimtes van de benedenverdieping van Witte Rook met elkaar te verbinden. Vrienden kwamen me helpen met het ophangen, want dat kon ik niet alleen. ‘

R: ‘Hoe zou jij je praktijk omschrijven en hoe staan de buizen in verhouding tot eerder werk dat je gemaakt hebt?’
A: ‘Mijn werk bestaat uit het creëren van een moment of situatie met verschillende elementen. Objecten kunnen mij prikkelen en een aanleiding zijn voor een ingreep in een ruimte. Ook de plek en mijzelf als persoon beschouw ik als elementen en het gaat me erom een systeem of situatie te creëren waarin er een interactie plaatsvindt. Doordat ik een handeling uitvoer ga ik een interactie aan met een object in de ruimte en valt de originele functie van de dingen weg.

Ik werkte eerder al met constructiemateriaal voor een performance waarin ik ging koken. Dat deed ik in een vrij abstracte keuken die losstond in de ruimte, met tafel en keukenblad en een rek waar keukengerei aan zou kunnen hangen. In een live-performance kookte ik in die keuken recepten met behulp van keukengerei zoals pannen, een oven en snijplanken maar ook met constructiematerialen en gereedschap zoals emmers, een betonmixer en een zaag. Van tevoren besloot ik welke ingrediënten ik zou vervangen door bijvoorbeeld schuim of gips en welk gereedschap ik ging gebruiken zonder te weten of het zou gaan werken. Het was de eerste keer dat ik een live-performance deed en ik vond de spanning in dat moment voor mezelf en het publiek, dat alle partijen niet wisten wat het resultaat zou gaan zijn, heel interessant.’

R: ‘Naast performances maak je video’s. Ben je daar bij Witte Rook ook mee bezig geweest?’
A: Ja, ik heb eerder video’s gemaakt waarin ik een sculpturale positie aanneem en die vastleg of documenteer. De laatste tijd ben ik daar steeds verder in aan het gaan door een situatie te creëren binnen een filmisch speelveld. Ik kies een plek, verzamel objecten en zoek in de ruimte een interactie. Ik ben hier bij Witte Rook doorgegaan op het laatste videowerk dat ik maakte waarin ik voor de eerste keer begon met de camera op een andere manier te gebruiken. De video is gemaakt in een meer abstracte ruimte en de objecten die ik gebruikte waren vrij willekeurig. Hier bij Witte Rook ben ik veel specifieker gaan kijken naar de plekken waar ik zou gaan filmen, welke objecten ik zou gebruiken en hoe ik me door de ruimte wilde bewegen. Voorheen was het vaak iemand anders die de camera bediende, nu voer ik een handeling uit en probeer die ook tegelijkertijd in beeld te brengen. Ik pak objecten vast, verplaats ze en zoek op een bepaalde manier toenadering terwijl dat ook niet echt lukt. Ik heb tijdens deze residentie een video gemaakt in een leegstaand zwembad in Oosterhout en in het skatepark Pier 15 in Breda. Ik vind het belangrijk dat niet helemaal duidelijk is welke objecten bij de ruimte horen en welke niet.’

R: ‘Wat voor camera gebruik je? De manier van filmen creëert iets artificieels dat me heel erg aan games doet denken.’
A: ‘Ja dat klopt, ik werk met een camera met stabilizer. En wanneer ik in beeld kom is het alleen een stuk van mijn been of arm. Ik probeer ook op games in te haken door sommige loopbewegingen iets te versterken. Het zwembad en skatepark zijn natuurlijk ruimtes die een duidelijke functie hebben. Ik strip met mijn werk de ruimte van die gebruiksfunctie, waardoor het een non-ruimte wordt en alles wat je ziet in twijfel wordt getrokken: wat is de zin ervan, van de handeling en de objecten. Het begrip liminal space vind ik interessant, dat komt ook vanuit meme- en gameculture, een ruimte tussen verschillende dimensies waarin je vast kan komen te zitten. Binnen dat begrip wordt vaak gerefereerd aan lege ruimtes die herkenbaar zijn maar iets oncomfortabels of nostalgisch hebben. De vraag naar wat de functie van een plek is en wat er nog over is wanneer de functie er niet meer is, als de ruimte leegstaat, is voor mij belangrijk.’

R: ‘Dat is hier eigenlijk ook aan de hand, met de buizen maak je van deze kamer een loze ruimte. Het doet aan een zolder, een plek waar je niet lang hoort te zijn, hooguit om iets te controleren, op te slaan of te repareren. Je noemde het net al even, hoe zie jij de rol van sculptuur in je werk?’
A: ‘De vraag naar wat sculpturaliteit kan betekenen is altijd in mijn werk aanwezig. Vroeger heb ik wel sculpturale werken proberen te maken, maar dat is iets wat ik moeilijk vind omdat daar al zo’n geschiedenis aan zit waardoor ik niet zo goed weet wat ik daaraan toe moet voegen of wat de rol van sculptuur nu is. Daarom ben ik op een meer performatieve manier aan het uitzoeken. In eerder werk zocht ik naar de verhouding tussen mij en de sculptuur en vervolgens probeerde ik zelf een sculptuur te worden. En nu in die video’s ben ik me meer lichamelijk gaan verhouden tot die sculpturaliteit. In het filmen neem ik een vrij dominante positie in; ik ben degene die besluit hoe ik me door de ruimte beweeg en ik film ook nog eens vanuit mijn eigen standpunt. Dat is ook de overeenkomst met het werk met die buizen omdat ze heel duidelijk sturen hoe je je als persoon in de ruimte mag bewegen of niet kunt bewegen. De bezoekers worden gedwongen om zich lichamelijk te verhouden tot de sculptuur. Daarom vond ik het belangrijk dat ze allemaal op verschillende hoogtes hangen, zodat je dat kunt voelen in je eigen lichaam, als je ertussendoor loopt.’


 
Auteur:
Ruth de Vos

Stationslaan 111, Breda, Netherlands

Witte Rook verbindt kunstenaars door ze een gezamenlijke werkperiode aan te bieden. Amel Omar (AIR binnenland) en Maud Faassen (AIR lokaal) werkten in september 2021 drie weken bij Witte Rook, ieder in een aparte ruimte, met gelegenheid om het gesprek aan te gaan over hun (kunstenaars)praktijk en mogelijk een samenwerking te starten.

Kunstenaar en schrijver Ruth de Vos interviewt dit jaar de residenten van Witte Rook.

 
interview:
AIR Maud Faassen - de dingen met tederheid en geduld aangaan
Na bijna 5 jaar vertrekt Witte Rook uit het pand aan de Stationslaan in Breda en verhuist naar de StadsGalerij in Breda om daar ha...
 
Publicatie:
De dood was hier - Maud Faassen
Publicatie: De dood was hier Maud Faassen werkte in september 2022 drie weken bij Witte Rook als Artist in Residence. Tijdens die...
Door: Gastauteur
 
AIR:
AIR Kim Steinmann - Rotzooi als compositie
Wat als twijfel, besluiteloosheid en aanpassing aanleiding zijn voor het maken van werk? Kim Steinmann houdt zich voornamelijk bez...