laat ik beginnen met de praktijk, deze bestaat in eerste instantie vanuit het aannemen van een sturende ofwel makende positie tegenover mijn eigen bestaan. vanuit deze houding van zogenoemde herconditionering stel ik mijzelf bloot aan condities waarvan ik denk dat ze interessant zijn voor mijn verandering. deze egocentrische ogende benadering, gaat juist over het idee van samenwerken met de omgeving. de condities waarin ik besta maak ik natuurlijk nooit alleen, alle andere invloeden die op mij inwerken zijn daarmee voor mij net zoveel auteur als dat ik dat ben. de positie die ik hierin inneem is een oplettende en actieve houding naar wat ik ervaar.
de invloeden waar ik hiervoor over sprak benadering ik als informatie, deze informatie is te bekijken, (subjectief) analyseren, negeren, op te reflecteren. hoe dan ook ga ik er een relatie mee aan en reageer je erop omdat het net als ik bestaat. zo bestaan wij beide als gelijkwaardige informatie. beide cruciaal in de huidige compositie van het samenleven. meer samengevat en antwoordend naar de vraag, zie ik mijzelf als informatie die informatie presenteert. als actief wezen is de informatie altijd handelend, deze handelingen passen soms binnen het kader of de rol van de kunstenaar maar worden daar vaak ook niet herkend. ik denk dat de definiëring van informatie altijd een wisselwerking is van hoe ik mijzelf op dit moment beleef of analyseer en hoe de ander mij ervaart en definieert. zo zal het gegeven dat ik momenteel in een kunstcontext beweeg lijken te bevestigen dat ik kunstenaar ben, terwijl vanuit de kernwaarde experiment ik denk dat de handeling de handelende niet direct hoeft te representeren. dit is een mentale ruimte waar ik op dit moment naar streef en probeer te behandelen in mijn dagelijks leven. ik vind het interessant om niet altijd duidelijk te definiëren te zijn, zowel voor de ander als voor mijzelf, op die manier kan ik ook de ander zijn voor mijzelf. deze positie van reflectieobject kan ik zijn wanneer ik beschouwd word, net als al het anderen
Menselijke controle
zo presenteer ik constant mezelf als zijnde informatie aan mijn omgeving en mijzelf. ik vraag me dan af wat de mogelijkheden tot handelen zijn op dat specifieke moment in die specifieke context en wat het gevolg van de keuze zal zijn, vanuit daar maak ik een geste om een invloed te veroorzaken waarvan ik denk dat deze interessant zijn op basis van mijn huidige waarde criteria. hierna herpostioneer ik mijzelf naar gevolg van de geobserveerde uitkomt. veel van deze gestes zullen voor een ander niet tastbaar zijn maar ik geloof dat het creëren van deze informatie ongetwijfeld een invloed heeft. wat dit exact is kan ik ook niet altijd bevatten. zo is voor mij de menselijke rol altijd in controle, maar ook in volledige onmacht.
Artificiële informatie
het begrip kunstmatigheid is voor mij momenteel erg belangrijk, in de zin dat de informatie die ik presenteer ‘artificieel’ mag zijn en zo dus kan afwijken van een norm of bestaand ritme. onder dit artificiële zie ik bijvoorbeeld de esthetisering, conceptualisering of problematisering van informatie, iets dat pas op een meta niveau strookt met het idee van overleven. ik zet dit ‘artificiële’ ofwel gemaakte gedrag in om deze tradities, conditionering of ritmes te doorbreken om de achterliggende systemen te onderzoeken en tijdelijk te herdefiniëren. deze tijdelijke herdefinering resulteert weer in een verandering van werkelijkheidsbeleving waarmee ik mijn condities en invloeden anders ervaar, zo is de cirkel rond.
Wens tot ruimte en mogelijkheden
de praktijk is zo een lopend onderzoek naar de performativiteit van mijn (over)leven en de werktuigelijkheid daarvan. hierbij lees ik performance als een te prestatie handeling met een criteria waarop gereflecteerd en beoordeeld kan worden. een grote drijfveer voor mijn handelen is de wens tot ruimte en mogelijkheden. hiermee bedoel ik niet zoiets als vrijheid, maar de mogelijkheid en ruimte voor onvermijdelijke verandering. dit is een van is de punten waarop ik me enorm tot de kunst verhoud, het discursieve karakter en het constant aanwezige zelfonderzoek faciliteert voor mij uitzonderlijk veel fysieke en mentale ruimte. dat is iets wat ik iets wat ik iedereen toewens. toch geloof ik niet dat ik dit iemand kan bieden, ik denk dat ik enkel handvaten kan faciliteren.
Bron van inspiratie
de informatie die ik maak bestaat in relatie tot iets of iemand in de breedste zin, deze relationele verstandhouding waarin mijn handelingen bestaan lijkt op het traditionele idee van een muse en zou je dus inspiratie kunnen noemen. deze relatie beweegt mij tot het maken van een handeling, deze handelingen bestaan vaak ook enkel voor die specifieke relatie en zelfs voor dat specifieke moment. voor mij zijn de relaties die ik aan ga een compositionair spel, waarbij ik speel met de mogelijkheden van de beschikbare onderdelen. meer concreet zou je dus kunnen zeggen dat mijn inspiratie mijn directe context is.
Kruisbestuiving van informatie
mijn bezigheden bestaan vaak in een web van veelheid of verschillende relaties, ik handel graag vanuit het idee van de kruisbestuiving van informatie. ofwel doordat ik de beschikbare ruimte invul met verschillende occupaties, kijk ik vanuit verschillende perspectieven en vraagstellingen naar mijn omgeving, dit tekent hoe ik de werkelijkheid ervaar en op deze manier kunnen deze onderwerpen elkaar aanvullen of spiegelen. wel kan ik op dit moment duidelijk zien dat er een vraagstuk voor mij erg aanwezig is, dit is: hoe ik niet verval in een vast waarde construct maar hoe ik hierin een meer wisselende of fluide positie in kan nemen. op deze manier zoek ik ruimte voor mijn behoeftes en gevoelens van noodzaak in plaats van dat ik verval in rigide en dogmatische positioneringen. ondanks dat de regels of condities die ik stel, soms ver van mijn gewenning afliggen blijft het redelijk gemakkelijk voor mij om te werken vanuit een vaste stel regels en deze te ‘enduren’. het spannendste vind ik het momenteel wanneer het niet zo duidelijk is en deze onzekerheid ook blijvend mag zijn, zo moet ik oplettend blijven en mezelf telkens vragen waar ik mee bezig ben en hoe ik me daartoe verhoud.
Wat heb ik nodig om te kunnen werken
naast de eerder genoemde directe context, heb ik na afgelopen 1,5 jaar te wonen in de openbare ruimte gemerkt dat er voor mij soms een onbeoordeelde ruimte nodig is. een ruimte waarin ik handelingen kan uitvoeren die eigenlijk een te grote stap zijn, wanneer je deze moet uitvoeren in een ruimte waarin je je beoordeeld voelt word de drempel niet lager. hierdoor voelde ik soms een stagneren van een proces of kon ik niet bezig zijn met het gene wat op dat moment belangrijk voelde. voor mij is oplettendheid en bewustzijn een groot aspect van mijn onderzoek en praktijk, het eindeloos bloot gesteld worden aan prikkels, informatie en oordeel kan enorm uitputtend werken. de mogelijkheid een meer gecontroleerde positie over deze prikkels of invloeden blijk ik voor nu soms nodig te hebben om de performativiteit te behouden en niet te vervallen in uitsluitende, automatische en dissonante houding.
Toekomstplannen
soms is er de wens en noodzaak een langzamer werktempo aan te nemen, het lukt me telkens weer om het ‘druk’ te hebben, iets wat ik niet als iets positiefs ervaar. ik geniet van onbestemde tijd waarin ik kan inspelen op nieuwe mogelijkheden en veranderingen die zich aan mij presenteren. toch kan de onduidelijkheid van deze onbestemde tijd ook spannend zijn, zeker wanneer deze bestaat ten midden van een drukte. ik streef al een lange tijd naar zo’n periode, dus als hopen verknipt willen is dan hoop ik dat ik mezelf daar eens kan brengen.