From one to another, to you.
De tekening die terugdenkt.
Een tekening doet ons al snel denken aan een spontane actie. Mogelijk een overblijfsel van het idee dat een tekening geen echt werk is, maar een studie, een oefening, een spontaan gebaar. Charlotte rekt de tijd van het tekenen uit, krast de tijd in haar tekening. Knipt gaten in het verloop, plakt nieuwe tijd over oude tijd heen. Als een naald op een langspeelplaat las ik tekeningen, maar nu blijf ik haperen, de naald slaat over. Hier gebeurt iets met tijd wat ik niet kan traceren, er wordt mij tijd ontnomen, en aangeboden. Ik zie een hoeveelheid aan tijd, tijd van contemplatie, geen kloktijd maar een eigen tijd. Acht vellen papier hangen in een rek aan het plafond. Althans dat lijkt zo, maar het zijn geen acht vellen, het is éen vel, en het is geen vel. Het is meer een gebied zou ik zeggen, een zone. Het gebied wordt voor me opengesteld, maar tegelijkertijd mag ik er niet binnentreden. Ik word gedwongen er omheen te lopen, en bij momenten krijg ik doorzichten aangeboden. Ik denk spontaan aan kwetsbaarheid om de loshangende delen, maar ik moet mezelf corrigeren. Het gehele werk is van grote kracht, er heerst soevereiniteit. Zo snel vergissen we ons en verwarren we kwetsbaarheid en kracht met elkaar. Juist hier waar rafels hangen, wordt ik als kijker kwetsbaar. Ik word zelf de mogelijke destructieve kracht. Langzaam en voorzichtig denk ik om de tekening heen, stap voor stap. Mijn tijd vermengt zich met die van de tekening, en die van Charlotte. De tekening strekt zich uit in de ruimte, en trekt zich weer terug. Lijnen trekken paden, worden doorbroken, en overlappen. Deze tekening is een wezen.
Ik denk terug aan een tekening.
De tekening dacht terug.
Aan Charlotte.
Giel Louws
2020.