De afgelopen drie maanden heb ik stage gelopen bij Witte Rook. Tijdens mijn stage heb ik onderzoek gedaan naar gebruik van digitale technieken binnen het grafische medium. Ik ben gestart vanuit de volgende onderzoeksvraag: Wat betekent het om analoog en digitaal te creëren en presenteren binnen het huidige kunstdiscours (en eventueel daarbuiten)? Omdat het digitaal werken voor mij een onbekend gebied was, ben ik via Witte Rook in contact gekomen met Rutger van der Tas. Eerder verscheen er een artikel op Witte Rook over zijn werk, waarin hij beschrijft dat hij zowel analoog gecreëerd schilderwerk als digitaal gecreëerd werk maakt. Dit omdat hij het beste van beide werelden nodig heeft om tot het maken van werk te komen. Ik herken dat gevoel heel erg, maar dan binnen de context van de grafische technieken.
Een verzameling aan data
Naar aanleiding van een gesprek met Rutger, ben ik digitaal beeld gaan creëren met een tekenprogramma. Om toch een verbinding te leggen met een grafische techniek, heb ik deze digitaal gecreëerde beelden omgezet tot een houtgravure met behulp van een lasercutter. Wanneer je digitaal beeld wilt laten laseren, moet je zorgen dat het beeld bestaat uit puntjes. Dit doe je door via Photoshop een raster over de afbeelding heen te leggen. De laser kan op deze manier ‘“lezen’’;” wat hij wel en wat hij niet moet laseren. Op deze manier komt er een beeld tot stand in de vorm van een reliëf. Dit is de gravure in hout die je vervolgens kan afdrukken met inkt.
Tijdens het werken met deze techniek merkte ik dat het definiëren van werk en methodieken lastiger wordt. Ik vraag me dan ook af: Wanneer ik een gravure laat maken door een lasercutter, valt dat dan onder een grafische techniek? Het voelt een beetje als valsspelen, maar ook weer niet, omdat het resultaat met de hand niet te bereiken is. De puntjes die ik had ingesteld voor de lasercutter, vind ik goed werken in mijn beeld. Volgens mij laat het zien dat een beeld is opgebouwd uit kleinere onderdelen die zorgen voor een samenhang. Ik zie het als een verzameling aan data, wat door de mens als geheel wordt gelezen. Peter Struycken is een kunstenaar en een pionier op dit vlak. Je kunt in zijn werk zien dat waar de dichtheid van die ‘puntendotjes’ in de tekening het grootst is, ze smelten samensmelten tot diffuse vormen. Hij is daarmee een inspiratiebron voor mij en mijn kunstenaarspraktijk.
Hoe data kan leiden tot een beeld
Om erachter te komen wat voor mij precies data kan zijn, ben ik een experiment aan het uitvoeren waarbij ik delen van mijn lasergravure verbrand. Telkens als ik weer een deel van de structuur van de gravure heb weggebrand, druk ik opnieuw af. Dit afdrukken doe ik strak langs elkaar, zodat er een verloop van proces ontstaat. Het is alsof er erosie heeft plaatsgevonden als je ernaar kijkt. Maar wanneer houdt de data op met bestaan? Deze vraag kan ik nog niet beantwoorden, omdat het experiment nog niet klaar is. Ik ben wel erg benieuwd of er uiteindelijk een punt is waar je kunt zien dat de oorspronkelijke staat van de data is verdwenen. Wat al wel duidelijk is geworden door het uitvoeren van het experiment, is dat ik de structuur van de gravure als data beschouw. Elk puntje is een stukje van het geheel.
Hoe nu verder
Voorlopig blijft het digitaal werken een belangrijk onderdeel van mijn kunstenaarspraktijk. Voor mijn gevoel heb ik nog maar een heel klein aspect van dit geheel onderzocht en dit wil ik graag uitbreiden. Richting het afstuderen in 2021, wil ik specifiek verdergaan met de verbinding tussen het digitale en de grafische technieken.