Op 7 maart 2018 werd er in Breda het eerste debat gehouden over de toekomst van de kunst en cultuur in de stad. Kunstinstellingen Club Solo en Witte Rook namen in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen het initiatief om een belangrijk signaal af te geven voor toenadering tot de lokale politiek. Hier werd gehoor aan gegeven: maar liefst 9 vertegenwoordigers van de 13 partijen in Breda zaten op het podium; Breda97, Volmondig Ja, PvdA, GroenLinks, D’66, Volkspartij Breda, VVD, CDA en SP. Zij vertelden aan een volle zaal, bestaande uit zowel organisaties als kunstenaars en studenten, wat hun politieke doelen zijn op het gebied van kunst en cultuur.
Alex de Vries, de moderator voor deze avond, gaf ter introductie alle partijen twee minuten om hun visie op kunst en cultuur uiteen te zetten. Het belang van kunsteducatie en de toegankelijkheid van kunst en cultuur voor iedereen werd breed onderschreven, net als het koesteren van erfgoed in de stad.
Over de professionele kunsten liepen de standpunten uiteen. Een deel van de partijen ziet het meer als een wisselwerking, waarbij zij inspringen op de vragen vanuit het veld of ze denken meer vanuit incidentele mogelijkheden, zoals tijdelijke leegstand. Hierbij wordt kunst en cultuur niet zozeer als intrinsiek waardevol gezien en hierop ingezet, maar als middel om in te zetten voor een sociaal-maatschappelijk of economisch doel.
Een aantal anderen hebben meer ruimte opgenomen in hun programma zoals bijvoorbeeld GroenLinks met meer geld en ruimte voor de kunstenaar. D’66 zette in op innovatie en internationalisering in relatie tot de leefbaarheid en de economie. CDA voegde daar aan toe dat investeren in kunst zich altijd terugbetaalt, maar dat er wel de juiste voorwaarden voor nodig zijn. Hoewel de intrinsieke waarde van kunst en cultuur wordt onderschreven zijn de doelen voor de gewenste investeringen niet per definitie gekoppeld aan kunst en cultuur.
Vestigingsklimaat
Het debat begon vanuit het perspectief van de jonge kunstenaar. Wat heeft deze nodig om in Breda te aarden? AKV|St.Joost levert elk jaar een groot aantal beeldend kunstenaars af, maar de meesten blijven niet in Breda wonen na het afstuderen. Bij de politieke partijen leeft het idee dat de oplossing zit in een sterkere economische positie voor makers te creëren door netwerk, opdrachten en kunst in de openbare ruimte te faciliteren. Ook denkt men dat er een toegankelijke, maar kwalitatieve expositieruimte ontbreekt voor beeldend kunstenaars. Het CDA noemt een meerjarig perspectief voor de culturele sector als belangrijke te nemen stap.
Ideeën uit het veld versus politieke visie
Vanuit de politiek werd meerdere keren aangegeven dat de plannen voor kunst en cultuur uit de stad zelf moeten komen. De politiek zou hiermee een faciliterende rol hebben. Sommige partijen suggereerden dat dit proces om bestuurlijke vernieuwing vraagt om deze samenwerking te realiseren, of dat de nadruk moet liggen op een beter ontwikkelde visie op vastgoedgebruik. Maar ook het aanboren van andere budgetten, zoals bijvoorbeeld de pot voor stadspromotie.
BredaPhoto kaartte aan dat zij een voorstel hebben gedaan, De Kunstkazerne. Zij wilden met verschillende partijen, waaronder Graphic Matters, AKV|St.Joost en ondernemers het leegstaande Bredase Museum tot een kunsthal transformeren. Dit voorstel is afgewezen. Het initiatief vanuit BredaPhoto is door de politiek niet op waarde geschat, klonk het. Daar kwam geen duidelijk antwoord op.
Al met al lijkt er nog een slag te maken in de communicatie tussen de politiek en het veld. Er is nog onvoldoende visie en kennis aanwezig bij de politiek om de ideeën die er liggen vanuit het veld te toetsen, laat staan te realiseren. Zonder coherente visie stagneert het proces. In plaats van een gevoel van ruimte voor initiatieven uit het veld ontstaat er eerder een gevoel van leegte, wat funest is voor de lange termijn visie en ontwikkeling van initiatieven. Het CDA merkt hierbij op, dat er reeds drieënhalf jaar wordt gepraat met de sector in het proces van Cultuur Breda1 maar dat er nog steeds geen conclusies uit getrokken zijn.
Vanuit de zaal, bij monde van Gerard van den Berg, komt de opmerking dat het vrijstaande belastingkantoor perspectief biedt om een nieuw museum te realiseren. Hier werd behoudend op gereageerd. Eventueel zou zo’n plek een verkoopfunctie voor kunstenaars kunnen bieden of zouden er woningen en cultuur bijeen gebracht kunnen worden. D’66 vraagt zich in antwoord hierop af, of er vraag is om een nieuw museum of juist een kunsthal. Dit wekte verbazing op bij de zaal.
CLIB (Cultureel Locatie Beheer) bracht naar voren dat er niet gesproken werd over ateliers, dat er nog steeds grote wachtlijsten bestaan, en dat naast tijdelijke veel meer vaste werkplekken nodig zijn. Betaalbare werkplekken zijn één van de belangrijkste redenen voor kunstenaars en vormgevers om zich ergens te vestigen. Er wordt vanuit de zaal opgemerkt dat expositieruimte en werkruimte niet alleen vaak tijdelijk zijn, maar als het succesvol wordt zijn het de kunstenaars die de hogere huren niet kunnen betalen en moeten vertrekken. D66 illustreert door de ontwikkeling van Klavers Jansen2 aan te halen, waar nu echt gebouwd wordt, dat er geïnvesteerd gaat worden in cultuur. Een culturele hub waar de partij trots op is. Helaas gaan de huren daarmee wel omhoog.
Het CDA vind dat er eerst kwaliteit moet zijn en dat er minder geld naar vastgoed moet gaan. Het is hun wens om meer culturele initiatieven te ontwikkelen en minder trends te volgen. Vanuit de zaal reageert de woordvoerder cultuur van D’66, Frank Toeset, met de opmerking dat er langs elkaar heen gepraat wordt. Volgens hem zouden we het initiatief van de Kunstkazerne vorm moeten geven, bijvoorbeeld met een gebouw als de koepel of de rechtbank, zodat die objecten niet weggegeven worden aan de markt.
Regionale Culturele Infrastructuur (RIS)
Vanuit de zaal wordt gesteld dat de op handen zijnde RIS meer geld voor de regio’s mee brengt en dus ook meer verantwoordelijkheid vraagt. In hoeverre is daar over nagedacht?
CDA geeft aan dat het ontbreken van een cultuurvisie hen zorgen baart, ook mede in de constellatie van Brabantstad3. Door gebrek aan richting en keuzes dreigt Breda hierin verloren te raken. BredaPhoto stelt dat er geen visie is, er moet meer ambitie getoond worden. Hoe kan Breda anders een bodem zijn voor internationaal perspectief? CDA reageert daar met een relativerende kanttekening op: eerst maar eens de culturele basis op orde krijgen in de stad.
Een andere opmerking betreft die van politieke ontvankelijkheid. Als er nu nog nagedacht moet worden over de RIS dan is het al te laat, het ontbreekt aan inzicht, strategie en budget, zegt Michel Gorissen vanuit de zaal. Elders wordt beaamd dat er een meer proactieve houding nodig is: “Wat er nu is, is een druppel op een gloeiende plaat”, aldus kunstenaar Sef Peeters.
En wie zijn de kunstenaars in Breda eigenlijk? Kennen jullie ons, vraagt kunstenaar Maurice Nuiten zich af. “We moeten elkaar leren kennen, elkaars taal leren spreken”, erkent de SP. Vanuit de zaal wordt de wens uitgesproken tot meer samenkomst. Dit wordt vanuit de politiek beaamd. Werkbezoek is noodzakelijk, stelt ook Alex de Vries.
Vanuit de zaal wordt de vraag gesteld wat de huidige collegepartijen vinden dat er wel goed is gegaan en wat er volgens de oppositie anders had gemoeten. D’66, Marianne de Bie, heden wethouder van cultuur, is trots op het Stedelijk Museum Breda, een ingewikkelde kwestie toen zij aantrad. Ook is ze positief over de ontwikkelingen bij Klavers Janssen en haar ambitie te willen doorbouwen met de kunsten.
Volmondig Ja constateert dat er veel boosheid is in de zaal, dus er gaat iets niet goed. Het museum is een gevoelige kwestie, met name de manier waarop de fusie tot stand is gekomen. Het wantrouwen dat is ontstaan is geen goede basis voor een gesprek, het is aan de politiek om dit om te buigen.
Tot slot
Alex de Vries rond af met het antwoord op een vraag uit de zaal wat zijn functie is als voorzitter Commissie Kunsten bij de Provincie Noord-Brabant. Hij legt bezoeken af, voert gesprekken en verkent de provincie om informatie op te halen over de stand van zaken. Door met een team van experts advies uit te brengen kan de Provincie zich goed geïnformeerd weten bij het maken van beslissingen voor de RIS.
Witte Rook en Club Solo constateren aan het eind van de avond dat gezien de grote opkomst van politiek en publiek dat kunst en cultuur een belangrijk onderwerp is in de stad. Het markeert een verandering waarvoor aan de politiek lef en ambitie wordt gevraagd om ook over de stadsgrenzen heen te kijken, en de dialoog te blijven voeren. Daarom krijgt het debat dit jaar nog een vervolg.
1 Cultuur Breda is het proces dat de gemeente in gang heeft gezet om samen met het veld tot een nieuw cultuurbeleid te komen.
2 Klavers Janssen is een industrieel complex dat eerst in tijdelijkheid gebruikt werd door o.a. Podium Bloos en Nieuwe Veste. Onlangs heeft de gemeente de beslissing genomen dat er hierin geïnvesteerd wordt met een mix van woningen, ateliers en culturele instellingen. Klavers Janssen maakt deel uit van de ontwikkeling in de Belcrum waar kunst en cultuur een voorbode was voor de nieuw te ontwikkelen wijk en is hiermee tevens een focusgebied van en voor makers in Breda.
3 Brabantstad is het economisch (en inmiddels ook culturele) samenwerkingsverband tussen de 5 grote Brabantse steden (Breda, Tilburg, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Helmond).