Familie kies je niet, die krijg je bij je geboorte cadeau. Net als de plaats waar je leven begint, ook dat draag je altijd met je mee. Vincent kwam ter aarde in Zundert, en in zijn geboortehuis anderhalve eeuw later verblijft nu Tahné Kleijn uit Helmond. Ze hebben misschien niet veel gemeen op het eerste gezicht, maar beiden kennen een groot gevoel voor familie en delen de ervaring hoe een familieband door de buitenwereld kan worden ingevuld.
De brieven
Bij fotografie is het werkproces anders dan bij de meeste kunstenaars. Het werken bestaat uit meerdere fasen. Van een idee naar de uitwerking lijkt een chronologische lijn met als laatste het wachten op de afdruk. Dat neemt niet weg dat er nog volop ruimte is voor stress en een zoektocht naar de juiste focus voordat de camera aan het werk kan.
“De eerste twee weken kwam ik niet op gang. Ik heb al heel lang het idee in mijn hoofd om iets te doen met de ruim zeshonderd brieven van mijn Opa en Oma, maar dat is wel een heel erg dun lijntje met Vincent. Toch bleef ik wel bij de brieven, die van Vincent dan, die heel interessant zijn maar toch…hij was best een vervelend menneke. Ondanks dat lees je dat er wel een hechte familieband is, en dat herken ik heel goed. Het idee ontstond zo om portretten te maken van de familieleden met wie hij een briefwisseling had. En dan begint het pas. Alles moet dan worden gepland en ik moet modellen zoeken, wat aardig wat tijd kost. De modellen met wie ik gewerkt heb komen uit de directe omgeving, Floor Snels bijvoorbeeld was de vorige resident. Zij is perfect als Jo Bongers, de vrouw van Theo van Gogh. Het vinden van Theo verliep weer heel ongewoon. Ik ontmoette twee mormonen die uit Amerika naar Nederland zijn gekomen om vrijwilligerswerk te doen. Dat is een verplichting bij hen, en in één van hen herkende ik Theo. Ik merkte wel dat hoewel hij het eervol vond om dit te doen het ook wel spannend vond. Het kleden van hem was soms wat ongemakkelijker dan bij de andere modellen die daar wat opener in zijn. En niet iedereen hoeft te lijken. Het gaat om de sfeer, het gevoel van het leven in een andere tijd. Na een mislukte zoektocht bij carnavalszaken heb ik ook echte antieke kleding gevonden. Dat maakt het zoveel makkelijker om in te leven en is veel mooier. Ik heb het zelf ook gedragen voor de foto en zou dat zo weer doen.”
Het verhaal
Haar familie, en dan vooral het gezin waar Tahné uitkomt, is een motief in haar werk. Ze is er eerlijk over dat het een complexe situatie is waar ze rekening mee moet houden. Echter haar werk is meer dan alleen haar afkomst.
“Ik kom uit wat een ‘probleemgezin’ genoemd wordt, en in mijn geval een ‘multiprobleemgezin’. Dan is het duidelijk dat er wel wat aan de hand is, maar dat wil absoluut niet zeggen dat er geen sprake is van liefde en zorgzaamheid. Ik heb in tegenstelling tot wat vaak aangenomen wordt een fantastische jeugd gehad. Dat wilde ik in beeld brengen met de fotoserie die ik gemaakt heb over ons, als een huishouden van Jan Steen maar dan in een moderne versie. Zoals bij Vincent zijn familie hem toch steunde toen hij kunstenaar werd, was dat ook bij mij het geval. Ze snappen mijn werk misschien niet altijd, of snappen de urgentie van het maken niet, maar ze komen wel. En als ik in de krant kom, dat is voor hen misschien nog wel belangrijker dan voor mijzelf. Belangrijker nog dan het project of de expositie.
Soms vind ik het vak ook lastig. Mijn werk schommelt tussen documentairefotografie in en beeldende kunst, soms is het in opdracht en dan weer autonoom. Het is leuk om daarin je eigen pad uit te stippelen, maar het kan wel eens een barrière opwerpen bij galeries of fotowedstrijden. Ik ben graag zelfvoorzienend al is verkoop geen doel op zich en kan ik daar nu selectief mee omgaan omdat ik een bijdrage heb van het Mondriaanfonds. Al vind ik het fijne aan verkoop dat ik precies weet waar mijn werk terecht komt en dat ik mijn verantwoordelijkheid voor mijn werk kan nemen ten aanzien van de koper.”
De mensen
Als stadskunstenaar van Helmond, Tahné is inmiddels de derde in een rij van creatieve vertegenwoordigers, is ze erg betrokken bij uitingen van cultuur in de stad. Behalve het traditionele knippen van lintjes heeft ze ook de vrijheid om daar zelf invulling aan te geven.
“Publiek bereik je niet altijd in het museum, ik wil letterlijk de drempels weghalen. Het is mijn keuze om zo mensen te bereiken buiten de reguliere plekken. Ze mogen het ook anders zien als ze mijn projecten geen kunst vinden. Zo heb ik gewerkt met ouderen waar ik op verschillende manieren hun geschiedenis met die van Helmond verbind. Sommige verhalen zijn persoonlijk, anderen hebben de stad mede groot gemaakt. Het gaat om aandacht en erkenning. Het vertellen van verhalen, dat is belangrijk in mijn werk.
Oudere mensen zijn ook mijn favorieten, dat heeft misschien te maken met mijn eigen Opa en Oma, en alle anderen die voor mij ook een beetje Opa en Oma waren. Ik kan veel leren van hen, zo verschillend zijn ze niet met ons behalve dat wij jonger zijn. Ze zijn vaak kwetsbaar en krachtig tegelijk. Al zijn ze soms wel wat lang van stof. Als ik deze mensen tegen kom op de markt spreek ik ze graag maar kom ik niet snel weg.”
De historie
In het atelier staan nog de resten van de interieurs die Tahné heeft gemaakt om haar modellen in te laten figureren. Wat op de foto’s authentiek oogt en duister van sfeer is blijkt in het moderne doorzon atelier beschilderd papier met spulletjes uit de kringloopwinkel. De tijd was dan ook beperkt, met als gevolg dat ze snelle keuzes moest maken.
“Zo ontstaan er toevalligheden die juist waardevol zijn. Bijvoorbeeld de zonnebloemen, die wilde ik terug laten komen maar zie die maar eens te vinden in januari. Dode zonnebloemen wel die nog steeds hun karakter weten te behouden, wat juist weer bijdraagt aan de symboliek. Maar de hele opbouw van het decor is een proces op zichzelf. Ik werk altijd zo, ook met de modellen. Het is belangrijk dat ze echt een handeling verrichten. Dat ik ze een gevoel meegeef en dan laat ik ze los. Het kan er alleen natuurlijk uit zien als ze de camera vergeten. De portretten zijn ook verschillend in formaat, ik heb ze als een totaalbeeld voor op de muur gemaakt. Alleen mijn favoriet, die van Floor ofwel Jo Bonger, komt apart op de muur. Zij is een schakel in het werk van Vincent want Theo hielp hem, maar Jo bouwde zijn nalatenschap op.
Hier in Zundert gaat het om het waarderen van mijn eigen familie door me te verplaatsen in een ander gezin. Het is een oefening, hoe speelt de relatie tussen mensen een rol al is in deze serie de inhoud minder aanwezig dan ik zou willen. Daar is gewoon meer tijd voor nodig. Het project met mijn grootouders zal ook in de historie plaatsvinden. Al weet ik nog niet waar ik uit ga komen ben ik bezig met het schrijven van een roman naar aanleiding van hun brieven. Waarschijnlijk wordt het een fotoserie, maar zeker ook tekst. Toch wordt schrijven voor mij steeds minder belangrijk. Vroeger wilde ik schrijver worden, maar nu is dat niet meer het geval. Ik vertel mijn verhalen wel op andere manieren.”