Aan de overkant van de kosterswoning te Zundert ligt de bouwplaats er stil en verlaten bij. Betonnen silhouetten zijn half aangekleed met een patroon van baksteen in twee tinten. Als je het werk van Fenna Koot kent zou je het geen toeval willen noemen dat de bouw van ‘Tantes van Van Gogh’ net is stilgelegd nu zij een residentie heeft. Er is zeker een overeenkomst tussen haar eindexamenwerk en deze ‘readymade’. Het is ook geen toeval, ze heeft de plek eerlijk gewonnen als alumna van AKV | ST. Joost en de omgeving zal daarom in de maand december van haar zijn.
De dood van een huis
Ooit stond er een huis precies op de plek waar nu het Vincent van GoghHuis Zundert staat, in dat huis is Vincent van Gogh geboren. Van alle sporen die hij hier heeft achtergelaten interesseerde Fenna zich vooral voor de historische kant van deze locatie, en hoe verhalen zich kunnen hechten aan stenen.
“Het lijkt net of het Van GoghHuis het geboortehuis is van Vincent van Gogh, maar dat is het niet. Ik verklaar het geboortehuis daarom dood. Het verleden van het huis kennen we alleen door hem, alsof het maar één functie had. Het is daardoor bijzonder, maar aan welke historische context wordt er waarde gehecht? Ik merkte op dat er een scheiding te maken valt tussen dit gebouw als lichaam en de ziel van het huis. Daarom heb ik een rouwadvertentie geplaatst en zo het huis doodverklaard. Deze advertentie is verschenen in de Zundertse Bode, maar BN De Stem weigerde het te plaatsen omdat normaal gesproken de pagina met rouwadvertenties gebruikt wordt als een plek om naasten te herdenken. Waarom zou dat niet ook kunnen gelden voor de herdenking van een huis? Ik ben geïnteresseerd in hoe het huis op een niet stoffelijke manier doorleeft. De advertentie was meer een uitnodiging, een manier om persoonlijke herinneringen over het huis te krijgen, informatie die niet in de boekjes te vinden is. Ik kan daar met mijn bescheiden kennis niet zomaar een invulling aan geven. Ik ben een buitenstaander die geen emotionele waardes aan de plek verbindt. Door de dood van het geboortehuis te erkennen ontstond er de ruimte om de waarde van het verdwenen huis en de betekenis van deze plek in het hier en nu te onderzoeken.”
De mentaliteit van een kamer
Een wandeling met een gids over de landgoederen in de omgeving ervaarde Fenna alsof ze honderden jaren terugging in de tijd. Toen rijke families de verdeling van welvaart en status bepaalden en hun geloof ze niet alleen spiritueel leidde maar ook in de connecties die ze aangingen zoals met het domineesgezin Van Gogh. Na deze wandeling kwam de mystiek van hun huis in beeld en legde Fenna hier de nadruk op.
“Ik ben er, het museum is er, Vincent is er. Zo komt in Zundert zijn geschiedenis samen in het museum en de kosterwoning, waarmee het gaat om deze plek, maar wat betekent deze plek en hoe gaan we er mee om? Het plan was om nieuwe ruimte te scheppen gebaseerd op de oude woning. Vandaaruit moest ik keuzes maken aangezien ik geen antwoord kan en wil geven. Hoe blijft de vraag over betekenis relevant en ontstaat toch openheid voor een eigen invulling? Ik heb hiervoor letterlijk de indeling van het geboortehuis op schaal herhaald in de galerie om de mentaliteit van de kamers weer naar boven te halen. In de woonkamer werd bezoek ontvangen en werden stukken uit de bijbel voorgelezen, in de middenkamer bevond zich de slaapkamer van de ouders en in de achterkamer werd tussen de boeken geleefd en werden gesprekken gevoerd over Vaderlandse overwinningen. In mijn reconstructie, bestaande uit zwarte doeken, zijn de contouren vastgelegd van de woning. De ‘kamers’ bevatten nu sculpturen die ik hier heb gemaakt en die ontstaan zijn vanuit de vorm van het huis. De wandeling was in die zin een keerpunt omdat ik me verbaasde over hoe het leven op de landgoederen, weliswaar anders dan indertijd, nog altijd invloed heeft. De status van deze bewoners en de historische waarde is hier heel duidelijk zichtbaar, wat bij het geboortehuis en de familie Van Gogh veel abstracter is. Dat maakte me kritisch over de omgang met deze plek en vanaf dat moment is de esthetiek van mijn sculpturen veranderd. Ik ben begonnen met het maken van een aantal houten werken die open en minimalistisch ogen. Hierin onderzocht ik de vorm van het verdwenen huis.”
Wat is een ruimte?
Voor Fenna speelt de vraag: welke ruimte mag ik als kunstenaar innemen en welke mag ik vrijgeven? De ruimte als een huis, waar ze haar bewondering voor de architectonische structuur de aanleiding maakte om deze vraag te stellen. In haar eindexamenwerk liet ze deze fascinatie zien door een appartement te ontleden tot alleen de elementen overbleven die hiernaar refereren. Dit resulteerde in vormen die sturend zijn bleven zoals een houten deurpost zonder direct nut, draadmetalen abstracties van een hoek in een ruimte en een fragment van een muur, vervaardigd na het kijken van vele YouTube tutorials.
“Wat is het kunstwerk? Straks plaats ik wat ik heb gemaakt in de galerie terwijl ik niet weet of ik echt kunstwerken maak. Ik denk dat het sturen van de blik van de toeschouwer mijn kunstwerk definieert. Alles bij elkaar is het werk, de doeken die de structuur bepalen zijn niet meer of minder waard dan de sculpturen. Samen vormen ze de vraag hoe je een ruimte kunt zien. Het zijn facetten van de historie die zich ooit hier ergens heeft afgespeeld. Dat verhalende is nieuw in mijn werkwijze, het leggen van relaties tussen verschillende onderdelen zoals het maken van een ladder die refereert naar de trap van het originele huis.
Deze ladder geeft de mogelijkheid om als bezoeker de ruimte vanuit een ander standpunt te beschouwen. Het geeft zo een ander perspectief voor de kijker en het werk zelf. Een andere blik is belangrijk, zelfs om naar het magische in deze omgeving te kunnen kijken. Daar is moeilijk aan te ontkomen. Ga ik me dan hiertegen verzetten of is het er gewoon en moet ik me erbij neer leggen? Ik vind dat ik het wel een kans moet geven, zonder iets toe te laten kun je je niet verzetten.”
Bewondering voor muren
Het doorgronden van de dagelijkse dingen, Fenna wil die vanzelfsprekende structuren die ons omringen en het luchtledige kaderen. Als kunstenaar voelt ze de vrijheid om gevarieerde, herkenbare fenomenen te onderzoeken. Daar komen veel dingen bij kijken: schrijven, ondernemen, maken, relativeren, denken en als een spons informatie opnemen die je op een eigenzinnige manier kan uitknijpen.
“Het is een vak met heel veel tegenstrijdigheden en tegelijkertijd een vrijstelling om te experimenteren. Ik teken bijna nooit en heb geen vaste tekenstijl. De kleine tekeningen die ik hier heb gemaakt zijn bedoeld om de ruimtelijke ingrepen vrijer en opener kunnen benaderen. Meestal zie ik al voor me wat ik wil maken en streef ernaar om in de uitvoering zo dicht mogelijk bij dat idee te komen. Zo werd ik hier in het maken van de sculpturen minder geforceerd wat leuker is voor mezelf.
Het mislukt ook wel eens, het stelselmatig uitwerken. Ik ben eigenlijk heel onhandig, maar dat stimuleert me juist om in mijn hoofd te onderzoeken hoe ik het kan verwezenlijken. Zo was de ladder heel lastig, eigenlijk was het een drama, om te schetsen, om te berekenen, om na te denken hoe dit te doen en een goed voorbeeld van discipline betrachten. Tegelijk is het ook belangrijk om je eigen onkunde te ontdekken in plaats van alleen maar dingen te leren. Ik doe vaak dingen die ik niet kan, en liefst ook niet meer hoef te herhalen. Zo heb ik tijdens het maken van mijn muur kennis gemaakt met metselen en stucen. Ik heb ervaren hoe moeilijk dat is, waardoor mijn bewondering voor muren groter is geworden. Ik wil doorgronden hoe de dagelijkse dingen werken, ook omdat ik veel dingen niet snap. Terugkijkend op de residency heeft Vincent van Gogh toch meer plek gekregen in mijn werk dan ik zou willen toegeven. Ik wilde het huis lostrekken van hem, maar dat lukt niet. Hij is fascinerend, Zundert is fascinerend, het maakt me nieuwsgierig. Vincent van Gogh maakt me ook nieuwsgierig, maar ik kan niet zeggen dat hij diep in mijn hart zit.”