Eén volzin kan niet volstaan om Renée van Trier te beschrijven. Laag voor laag komt haar zijn, haar werk, haar beleving tevoorschijn. Vele facetten die samen een beetje verklaren wie Renée is, hoe zij de wereld ziet en weer teruggeeft. What you see you never get.
De achterkant van de façade
Het gaat er uiteindelijk om waar je vandaan komt. Wie we zijn, en waarom eigenlijk? Wat willen we van onszelf laten zien en welke façade bouwen we om ons heen. De façade in de zin van het ophouden van de uiterlijke schijn. Het deel van het leven dat we liever verhullen en omhuld laten. De achterkant van deze façade is wat Renée keihard uitlicht door dwars door de zorgvuldig opgebouwde muren van de schone schijn te gaan. Altijd bewust van de diepte van de geschiedenis gebruikt Renée klassieke elementen om ons te verleiden mee te gaan in haar verhaal. Het is de romantiek die ons ontroerd, het is de herkenbaarheid die ons inneemt, en dan zijn we verloren in haar spel. Het verleden van de voorwerpen zijn de rekwisieten van haar werkelijkheid, die toch ook de onze is, waarin zij de hoofdrol opeist. Hoe je onthecht kunt zijn, maar in essentie toch ook weer niet.
‘Door het performen wordt er leven in de objecten geblazen. Ik verander ze, beschilder ze, maak ze eigen tot ze bijna een eigen identiteit hebben. Maar ze blijven van mij, ze mogen niet door anderen gebruikt worden, ze maken deel uit van mijn persoonlijk heiligdom. Soms is er dan ook geen andere keuze dan ze te vernietigen als ik ze niet meer gebruik.’
De inspiratie van fascinatie
De gekte van mensen, die eigenlijk heel gewoon zijn, maar oneindig fascinerend voor Renée in hun maatschappelijk erkende waanzin. Hoe mensen zich verdoven om niet de confrontatie met het gemis in hun leven te voelen en een diffuus gebied van empathie betreden. Een gemis waarin ook popsterren een leemte vullen. De machtsverhouding tussen de mens die ster is en de bewonderaar, hoe verhouden mensen zich daartoe? Zoals bij het popicoon Michael Jackson. Hoe fascinerend het is dat hij in de laatste jaren van zijn leven een lege huls is, maar nog onverminderd geadoreerd wordt door zijn fans. Een beeld dat ze gebruikte in een performance in China.
‘Ik kroop in de huid van Michael Jackson door in een restaurant op het podium plaats te nemen gekleed als Michael Jackson. De mensen applaudisseerden bij aankomst, kwamen vol bewondering op me af en gingen met mij op de foto. Ik stond doodstil en deed geen poging om hem te zijn, dat verwarde hen. Geen moonwalk, geen aandacht enkel de verwachting van hun onvoorwaardelijke adoratie. Ik was de lege huls.’
Een foto die in het atelier ligt toont Michael Jackson zittend in een schommelstoel. Een beeld dat ook weer terugkomt in één van haar schilderijen. Ze gebruikt graag tweedehandsdoeken, waarom een nieuw doek beschilderen als er nog genoeg zijn? Maar bovenal dat er al beslissingen zijn genomen zoals de lijst en de voorstelling die al een verhaal vertellen dat in verf herschreven wordt. ‘Het is een link met de hobbyist die het schilderij heeft gemaakt. Ik voel me verwant met hun herkenbare beeldtaal. Voordat ik ga schilderen bedank ik het schilderij en de afbeelding die er eerder op stond, de moeite die iemand heeft genomen om het te maken, en dat het niet onopgemerkt is gebleven.’
Eerst afschuw, dan een stiekeme lach
De werken komen vaak tot stand in één moment, weliswaar onaf, maar dat is hoe zij werkt. Elk werk gaat een verbinding aan met het proces, eerst is er afschuw, dan een stiekeme lach (eigenlijk kan het niet wat ze doet) dan waardering en dan heeft het werk een nieuwe waarde opgebouwd. Renée gebruikt dan ook materiaal zoals nagellak en glanspapier, dure materialen zijn voor haar niet altijd nodig om waarde te creëren, om tot de essentie te komen.
‘Het belangrijkste voor mij als artiest zijnde is dat je goed voor jezelf zorgt. Het performen vergt veel van me, het brengt een kwetsbaarheid met zich mee, on stage.
Toch wil ik die klokkenluider zijn, maar ik houd mijn publiek altijd te vriend, zij mogen er zijn. Het gaat me niet om het shockeren zelf, ik wil beyond dat gaan. Ik houd het menselijk en dichtbij, het zoekt wel een grens op. Als kijker heb je de eerste impuls je af te keren maar toch blijf je kijken, je wilt weten hoe het afloopt. Tegenwoordig is de aandachtspanne steeds korter en swiped men per seconde in het wilde weg, in mijn performance vind ik het belangrijk te werken met het tijdselement, de herhaling en de verbinding. Na mijn performance bedank ik het publiek nadrukkelijk met een warme geruststellende lach.’
Renée’s kunstenaarschap beperkt zich niet tot één methode, maar wel in samenhang met elkaar. Het tekenen of schilderen is voor haar ook een performance, waarbij ook de titels hun relevantie opeisen. Niet als een werk op zich, maar als een onderdeel van het werk, een collage van elementen in woord, in beeld en gebaar.
‘Het is bevrijdend om uiteindelijk de beslissing te kunnen nemen om toch na te tekenen, wat vanuit de academie niet gebruikelijk is. Bijvoorbeeld kleine schelpjes. In het begin wordt het object nog gevolgd vanuit het natekenen, maar gaat al gauw een eigen leven leiden. Onbekommerd tekenen zoals een kind kan, maar ook rebels tekenen door tekst en andere dingen erin te verwerken. De noodzaak om ambachtelijk te werken als manier van leven, het verwerven van vaardigheiden die je leven invulling geven. De eigen wil om je te ontwikkelen, verhalen te vertellen dat is ambacht voor mij en niet de hedendaagse context waarin het ‘slechts’ een vaardigheid is.’
Fotografie Elske Weevers
Het atelier
‘Ik verwachtte rust en stilte, maar er is juist een bewogen atmosfeer rondom het Van GoghHuis. Velen hopen Vincent van Gogh hier op straat te vinden. Vooral de eerste week was een heftige ervaring, bezoekers lopen de moestuin in, kijkend door de ramen. De kosterswoning voelt als een Efteling huis. Later die week heb ik de ramen van het atelier afgeplakt om me af te schermen van nieuwsgierige blikken, wat juist weer de nieuwsgierigheid opriep. Ik voelde me in een vissenkom zitten.’
Het maakte Renée ook tegendraads, ze verzette zich tegen de populariteit die met Vincent van Gogh gepaard gaat om niets, helemaal niets te doen met Vincent. Toch gebeurde het vanzelf, zoals de filmploeg uit Italië die langskwam op de tweede dag en gelijk leuke shots wilde maken. ‘Ik had een schilderij gemaakt dat een beetje leek op Vincent, een portret op een gouden achtergrond dus dat beviel. Ze vroegen mij toen te acteren dat ik schilderde onder het oog van de camera. Voor hen was alles Vincent dus ik ook als toevallig aanwezige kunstenaar.‘
Het was dan ook niet de historie of het bewandelen van zijn voetsporen die haar bij Vincent bracht. Het was de gekte, de merchandising rondom het idool Vincent van Gogh die ze toeliet. ‘Ik heb veel werken hier gemaakt, schilderijen en tekeningen maar de fotoreeks raakt het meest aan Vincent. Daarin voel ik een verwantschap met het gevecht waar hij doorheen is gegaan. Ik ging een duel aan met mezelf, de reflectie in de spiegel die ik ben maar ook weer niet. Het gaat over de waanzin maar ook over afstand, in figuurlijke zin en in de letterlijkheid. De uiteindelijke fotowerken zijn klein afgedrukt, om zo de kijker dichterbij te laten komen. De grote schilderingen werken weer beter als men afstand neemt. Dit spel van dichterbij komen en afstand nemen vind ik fascinerend. Tot waar durf jij te komen? We zitten allemaal dicht met onze neus op de iPhone of iPad waar men ook veel voorgeschoteld krijgt, waar ligt de gezonde grens, daadwerkelijk in de afstand of de rust en stilte die doodeng is?’
‘Ik bleef ook nieuwsgierig naar de ervaringen van andere kunstenaars van het overnachten en verblijf in de kosterswoning. Zelf heb ik dat namelijk als heavy loaded ervaren. Ik kan geen geesten zien, maar toch heb ik daar flink wat aanwezigheid van kostersgezinnen gevoeld door de muren van de woning. Met name veel verdriet. Ik heb gepoogd liefde in de kosterwoning te stoppen, ik heb de hele boel grondig schoongemaakt en met een aantal salie en zuiveringshoutjes geprobeerd de energie lichter te maken.
Een vriendin met haar gevoelig tweejarig zoontje kwam de expositie bezoeken.
Het zoontje schreeuwde en huilde er flink op los, hij wilde niet verder komen dan tot aan het poortje richting de kosterswoning. Ik was geraakt door zijn reactie, want dat is precies wat ik heb gevoeld. Een plekje in de moestuin, onder de perenboom en in het atelier waren plekken die veilig en rustig voelde. Af en toe had ik een kat op bezoek, het frappante was dat deze kat op de helft van de trap richting zolder, direct rechtsomkeert maakte naar buiten toe. Een kunstenaar heeft me verteld er zelfs een geest te hebben gezien, en heeft deze op de foto staan. Ik noem geen namen. Een andere kunstenaar nam nog wat blowtjes om verdoofd de nacht in te gaan. Tja, je gelooft er wel of niet in, maar ik heb daar wel degelijk wat gevoeld, en de menig anonieme reacties van andere residenten bevestigen dat beeld.’
Somewhere over the rainbow
Renée is niet de persoon om aan de oppervlakte te blijven, ze wil zich volledig overgeven wat haar werkelijk geen moeite kost. Ze houdt geen spiegel voor, maar een prisma, ze vergroot het onzichtbare uit in een scala van realiteiten. Het is er al, maar was er niet eerder in die vorm. Ze werkt heel intuïtief, maar is soms wel eens jaloers op anderen die weliswaar goede kunstenaars zijn, maar met wat zij noemt, een zekere oppervlakkigheid. Een herhaling van zetten waar ze zich niet toe kan bepalen. Toch voelt ze dat ze nu werkt naar een cruciaal moment, het moment waarbij ze de vlakke vloer van de kunstinstelling gaat verlaten voor de bühne, het theater lonkt.
‘Ik werk nu aan een nieuwe solo show in Zwitserland waarin ik de ouderwetse glamour wil gebruiken en zo infiltreren in de theater- en muziekwereld. Met minimale elementen zoek ik de confrontatie op, maar ook de zachtheid waar ik eerder niet toe kon komen. Heden ten dage is de aandachtspanne kort, die wil ik vast houden met kleine bewegingen, ik zie alles om me heen, ik neem alles op, het is kraakhelder en voor publieke ontvangst zal ik die bespelen.’
Fotografie Marian Schutte
De toekomst is ongewis, maar wel geladen met een zeker voornemen om door te groeien naar de regierol en daarmee de verantwoordelijkheid anders in te richten. De muziek meer toe te laten, Jazzy sounds en de schilderijen meer te integreren in het theaterbeeld, misschien zelfs in de vorm van animaties.
‘Ooit zal ik me ergens in het zuiden van Europa vestigen, ik houd van de Zuid-Europese levensstijl waar leven en werk in elkaar opgaan. Het creëren van een rustplek, een warm exotisch interieur dat ik vooral ken van boeken. Een retraite-oord met katten voor mensen om tot rust te komen, of een katten-hotel. Ik ga graag naar het asiel om katten te aaien, vaak de verstotene, bange, wantrouwige katten probeer ik vertrouwen te geven dat het ok is, je mag er zijn en je ruimte innemen.’