Waarom maak je kunst, waarom ben je er mee begonnen?
M: Ik voed mijn leven met kunst zoals ik mijn lichaam voed met appeltaart.
F: Ik voed mijn leven met kunst zoals ik mijn lichaam voed met appeltaart.
I: Ik dacht ooit dat het iets was wat ik wilde doen. Nu is het een noodzaak die niks meer met willen te maken heeft.
Waar houd je je momenteel mee bezig en wat zij je fascinaties?
M: Dat er na iedere nacht weer een nieuwe dag komt/dansen/mijn tanden poetsen/hoe verandering tot stand komt/schoonmaken/hoe je samen alleen kan zijn/hoelang je je adem in kan houden/waarom leven leven is en kunst kunst/liefde/dat sommige dingen vloeibaar zijn en andere dingen vast en dat er dingen zijn die onzichtbaar zijn/en wat ik dan ben.
F: Zwart en de nacht/praten met katten/moeilijke dingen (als iets moeilijk is zie ik dat als reden om het juist wel te doen)/onaangepaste mensen/de grenzen van de werkelijkheid opzoeken/communiceren zonder woorden/mijn bananenplant (kan iets van mij zijn?)/vorm en inhoud = 1 : lichaam en geest = 1/wat er gebeurt als je niets benoemt/binnenwereld als buitenwereld/neuspeuteren (het liefst uit iemand anders zijn neus).
I: Onbedoeld in de weg staan/schrijven met links/dat het in stand houden precies hetzelfde is als een veranderingen aanbrengen/mijn bijbaantje: het uitwissen van het dagelijkse verleden/sloten openbreken/subtiele overtredingen begaan/de seizoenen/opeisen en toegeven/huisdieren/onbegrip/een tijdherbarium aanleggen/vuilnis verzamelen/hoe je afhankelijk bent van externe elementen/schrijven met rechts.
Iris van Wijk – Put your money where your mouth is. – 2015/2016 (kamperen op het terrein van vaaggrond tijdens de midwinterexpositie)
Waarom kies je voor het medium dat je gebruikt?
M: Omdat ik liever ieder ander medium zou willen gebruiken/omdat ik sowieso niet kan kiezen en ik denk dat het beter is om niet te kiezen/omdat ik geloof dat kunst in zijn puurste vorm mediumloos is.
F: Omdat ik er niet vanaf kom: mijn medium keert steeds naar me terug/in mijn medium kan ik heel direct zijn en vloeiend/ik schilder zoals een danser zou improviseren.
I: Omdat alles tegelijkertijd niet kan.
Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van WKNDX?
M: Ik verwacht om te vallen, op te staan en weer door te rennen om uiteindelijk hijgend tot stilstand te komen en te weten hier ben ik.
F: Ik ben iemand die weinig verwachtingen heeft.
I: Ik weet niet wat ik moet verwachten. Ik hoop wel een heleboel dingen. Dat onze ritmes goed in elkaar overlopen enzo.
Hoe komt het maakproces tot stand?
M: Door te leven/door vast te pakken en niet meer los te willen laten/door te huilen/door te dromen/door iedere dag opnieuw op te staan/door telkens weer op het randje te gaan staan en te springen, ook als je niet goed terecht komt.
F: Dansend/soms in totale wanhoop tot het moment waar ik alles los kan laten en dan eindelijk in de taal van het schilderij spreek.
I: Noodzaak.
Fang Mij – Ritual Dancing – 2016 (Olieverf op doek 24×18 cm)
Hoe reflecteer je hierop in je onderzoek?
M: Reflectie is overrated.
F: Je kunt zien als er iets wezenlijks tijdens het maakproces plaatsgevonden heeft. Het werk krijgt hierdoor een aanwezigheid, een ziel, een hart. Als een werk op deze manier voelbaar wordt, dan doe ik een blij dansje.
I: Maken en reflecteren is volgens mij een beetje hetzelfde in kunst maken/handelend nadenken en denkend handelen werkt beter samen.
Waarin zou je nog willen groeien?
M: Ik zou nog willen groeien in het kennen van onbekenden.
F: In lengte (hopelijk gebeurt dat nog)/eigenlijk ook wel in breedte.
I: Ik wil mijn motorrijbewijs halen.
Waar zie je jezelf over 10 jaar?
M: Ergens anders (gestolen van Iris).
F: Nog steeds ronddwarrelend.
I: Ergens anders.
Merel Stolker – Looking for Night – 2016 (videostill HD)