Hoe staat de ruimte in je hoofd in verhouding tot de ruimte om je heen? Op basis waarvan? Ontstaat het negeren van ruimte als bewuste keuze? Bewust als een extern geworden gedachte of onbewust extern geworden en daardoor tot bewustwording gekomen? Als een keuze zich uit is deze pas als zodanig deelbaar.
Het schoolbordkrijt – een medium voor het overbrengen van informatie binnen een leeromgeving – is ver weg gedwaald van het schoolbord, van het begrijpbare, naar een onbekende ruimte. Daarin brengt het dingen over die niet in woorden gevat kunnen worden, een verstilling van functie die de absorptie van vooraf gestelde betekenissen mogelijk maakt.
De handeling uit zich als een organisch-aandoende laag die een concentratie fysiek maakt binnen de ruimte. Als kleding die verschillende etensgeuren meedraagt voor een tijdje. De functionaliteit van het beton, het stevige, definitieve ervan wordt in contrast gezet met de disfunctionaliteit, kwetsbaarheid en tijdelijkheid van het krijt. Van leef/werk oppervlakte naar ondergrond voor leegte in materiaal. Dicht op de oppervlakte ontdekken we de onregelmatigheden. Door een laag toe te voegen leer ik de uitgangspunten kennen. Door dingen te doen, zowel fysiek als mentaal, wordt informatie verzameld en geordend.
Tijdens het maken wijk ik uit voor de kwetsbaarheid van het beeld, het vernietigen is altijd dichtbij. De maker is geabsorbeerd in het maken en hoewel de mogelijke destructie van het gemaakte voelbaar aanwezig is kan deze alleen extern uitgevoerd worden. Extern bestaat de ruimte om onbewust te vernietigen. Ergens ligt hierin het doel van het maken. Door de destructie van het gemaakte kan een bewustwording van de kwetsbaarheid plaatsvinden.
Ruimte, tijd en materie vormen een continuüm / ze kunnen niet zonder elkaar bestaan / ze zijn drie-eenheid in ontstaan en beëindiging / deze termen proberen een tijdloosheid in tijdstermen weer te geven.
I used to think of time as a thief, now I see you give before you take
– Alice, Through the looking glass
Heeft tijd een dichtheid? Bestaat tijd alleen in de ervaring en (hoe) kan tijd gematerialiseerd worden? De tijd weeft de fragmenten tot een geheel, de fragmenten zijn al een geheel in zichzelf en we gaan dus van geheel over in geheel: steeds worden de dingen in elkaar opgenomen. Niet waar te nemen als een oneindige herhaling van hetzelfde, maar hetzelfde is als de rivier: we zien nooit datzelfde water1. Het water vormt de rivier maar de rivier vormt geen water, bevat in zekere zin geen water maar is ondergeschikt aan het water en wordt gevormd door haar onderweg zijn.
What’s on your mind? Dat een beeld iets moet zijn? Dat je voorzichtig bent met kunst? Dat het ingewikkeld is? Dat tijdelijkheid een bedreiging vormt?
Grenzen worden waarneembaar als ze aangeraakt worden. Dat zegt niets over hun betekenis maar geeft aan dat ze er zijn. Een densiteit die niet kan bestaan door de aard van het materiaal. Maar het treed in het zichtbare binnen bij gratie van de oppervlakte. Het fundament?
And when the music stopped I heard the church bells celebrating time.
__
1 Heraclitus