En dan vind je jezelf ineens verlaten in the middle of nowhere, tussen de bomen, omgeven door muizen en ratten in een omgeving die vijandig aanvoelt en hebt twee tekenbeten opgelopen. De groene natuur is niet voor iedere kunstenaar weggelegd die zich afzondert in de Artist in Residence AnnAtopia / De Boshut in Baarle. Hoewel kunstenaar Wessel Verrijt zich aangetrokken voelt tot omstandigheden die je kunt zien als een uitdaging, was voor hem het onbehagen een motief om hier zijn processiefilm te voltooien. De Boshut is de plek waar het paradijselijke en het ongemakkelijke elkaar ontmoeten om daarna weer ieder huns weegs gaan.
Eerste verkenningen
Als tijdelijke bewoner bevond Wessel zich in de opmerkelijke situatie dat hij absoluut geen deel uitmaakte van de sociale omgeving, iets wat vaak toch wel verondersteld kan worden bij een Artist in Residence. Niet dat de plek afgelegen en verlaten is, de goed begaanbare weg telt tal van royale woningen die zich collectief verschuilen in het groen, net als De Boshut, maar dan wel een beetje anders.
“De Boshut is hier een vreemde eend in de bijt en dus ik ook, maar gelukkig lenen de overburen wel eens wat gereedschap. Residentieplekken zijn plaatsen waar ik graag ben omwille van het zijn op een andere locatie. Het is vooral interessant dat je werk een portret wordt van de plek waar je bent. Ik ben hier gekomen om kennis te maken met Baarle. Om er te zijn als de jaarlijkse Mariaprocessie wordt gehouden. Alle lichten gaan dan uit en dan zie je alleen nog het kaarslicht. Het is ongrijpbaar wat er dan gebeurt. Net zoals ook deze plek ongrijpbaar is niet alleen omdat de grenzen van Nederland en België door elkaar lopen, ook door een soort van combinatie tussen de protestantse en katholieke kerk. Ik heb deze processie zo onduidelijk mogelijk gefilmd omdat ik dit wil gebruiken in de film die ik hier ga maken van mijn eigen processie. Het is een dialoog die ik wil aangaan tussen de processie die er al is, en de processie die nog gaat komen.”
De processie
Het gegeven processie is een terugkerend onderdeel in het werk van Wessel. Een rituele handeling die enerzijds deel uitmaakt van het dagelijks leven, en daar ook weer helemaal buitenstaat. De uitnodiging van de Stichting Kunst in Baarle, die hem carte blanche gaf voor het realiseren van zijn project, bood hem gelegenheid om het systeem van de processie te bevragen.
“Eigenlijk bevraag ik het niet, ik doe het gewoon waarna ik de handeling die hierbij nodig is kan duiden en hierop kan reflecteren. Bij het onderzoek naar de processie, de oorsprong, de vormen en ook de regels, kwam ik tot de conclusie dat het voor mij niet nodig is. Dat wil niet zeggen dat ik geen belang hecht aan het discours van de processie, maar feitelijk bevraagt deze zichzelf al. Het ontstaat en je herkent het zonder dat er met grote letters PROCESSIE op staat. En omdat het spontaan kan ontstaan en herkenning mogelijk is, kan dit ook door het bepalen van mijn eigen regels.
Ik ga een eigen processie houden in Baarle, met mijn objecten, onaangekondigd en ongevraagd. Dat kan tot conflicten leiden, door het onverwachte, maar dat is dan het effect van het werk en het bewijs dat het deel uit maakt van het echte leven. Het wordt wel een onzekere processie, geen parodie ook al zijn de objecten zo gemaakt dat je er bijna niet in kan acteren. Het is een reactie, ritueel versus ongenode gasten en dat is dan mijn processie. Er zijn geen wegen voor afgezet, er is niets aangekondigd, niemand in de gemeenschap heeft zich voor kunnen bereiden op de drie kwartier die het gaat duren. Er kunnen ook alternatieve routes ontstaan. Condities zijn enerzijds lastig, maar ook juist goed omdat ze bepalend zijn. Ze zijn voor mij juist interessant omdat ze naar de inhoud verwijzen. Ze dwingen me tot een metafysische manier van denken.”
Het avontuurlijke
De laatste tijd is er een verhalende benadering in het werk van Wessel. De White Cube vindt hij zonder twijfel interessant, in de zin van speciale ofwel experimentele expositieruimtes. Plekken zoals bijvoorbeeld TAC en De Fabriek in Eindhoven waar hij zelf de context kan bepalen. Waar hij specifieke associaties kan toepassen zoals in de voorafgaande werkperiode In het midden waar de eerste objecten zijn gemaakt gebaseerd op de inmiddels historische jeugdserie Floris.
“Op de academie leer je conceptueel werken, maar welk verhaal je wil vertellen met je werk daar moet je zelf achter zien te komen. Het is ook niet eenvoudig, het vraagt tijd van de kijker. Een manier van denken die in een academie misschien niet altijd past. Mijn voorbeelden zijn dan ook de enigszins subversieve kunstenaars zoals Jan Svankmeyer, William Kentridge en Dick Verdult die juist geen rekening houden met de meer gangbare processen in de kunst en in hun films of animaties een andere wereld bouwen. Ik houd dan ook van het onechte, iets wat nagemaakt is vind ik interessanter. Mijn processie is niet echt, de elementen refereren naar alles, of alleen naar zichzelf. Het is een verhaal en het mooie van processies is dat je nooit het hele verhaal kent. Dat hoeft ook niet want het is een sociaal gegeven. In essentie is het iets dat belangrijk is, heilig zelfs, wat een ritueel wordt want door de herhaling wordt het niet vergeten. Bij mij is het een processie die de weg kwijt is wat een metafoor kan zijn voor het hier en nu. Of van onze sociale waardes die soms onder druk staan.”
Vijand van de omgeving
Het bouwen van installaties is voor Wessel altijd iets tijdelijks, de materialen van het ene werk worden opnieuw gebruikt in een andere. Voor Wessel was er een punt van omslag nodig die hij vond in zijn eerdere werkperiode tijdens In het midden, wat hem deed besluiten te filmen. De installatie wordt nu dienstbaar aan de film die het uiteindelijke werk is.
“De eerste scéne van de film kwam bijna vanzelf door hier te zijn. Mijn eigen ervaring met de vijandigheid van de omgeving heb ik overgedragen aan de persoon in de film die zit in De Boshut en vlucht voor de personages die ik heb gemaakt. De strijd tussen mij en de plek verbeeld aan de hand van zes installaties. Het werken met film is een ingang om verder het verhalen vertellen te onderzoeken. Het kan zijn dat de installatie een andere functie gaat krijgen zoals die van rekwisiet, maar er is ook sprake van performance. De Katholieke structuur helpt, en al ben ik zelf niet gelovig geloof ik wel in de performance van de kerk. Het artistieke in mijn film zal zich nog moeten bewijzen. Misschien zit er wel kritiek in, tegenstrijdigheid hoop ik, maar ik houd het open. Het is nog een proces van ervaringen doorgeven. De film zal ik ook als eerste in Baarle laten zien, omdat zij het ritueel dat ik van hun gestolen heb kunnen herkennen. Maar Baarle is ook een opmerkelijk dorp, dus ik wil de film ook zeker op andere plaatsen laten zien.”