Frans van Veen had zich gedegen voorbereid op zijn werkperiode als Artist in Residence bij het Van Gogh huis. Hij had een plan, materiaal, ideeën, alleen wat hij niet kon voorzien was het effect van het coronavirus. Terwijl het hele land, zelfs de hele wereld, massaal binnenshuis ging werken veranderde er voor Frans niet veel. Hij werkte gewoon door, maar nu zonder bezoekers of voorbijgangers. Zundert werd stiller, het atelier steeds voller.
Moleskin
Bij het bezoek aan het atelier in Zundert, waar Frans me op anderhalve meter afstand welkom heet, valt tussen de verf en doeken op dat er een tafeltje gereserveerd is voor een indrukwekkende stapel zwart gebonden boekjes. Tal van groten der aarde hebben eerder hun eerste indrukken toevertrouwd aan vergelijkbaar zuurvrij papier in deze karakteristieke vorm. Zelfs Vincent van Gogh leerde ik, maar de cahiers zijn ook de trouwste reisgenoten van Frans.
“Je weet hoe ik werk, ik kan niet vanuit fantasie tot een tekening of schilderij komen. Ik moet het landschap eerst hebben gezien en vastgelegd. Daarvoor ga ik op reis en dan schets ik in deze boekjes, die dan weer tot het maken van een pasteltekening leiden en uiteindelijk tot een schilderij. Dat is voor mij nu de logische weg na afscheid te hebben genomen van het hyperrealisme waarmee ik begon op academie St. Joost. Na een lange zoektocht ben ik de natuur gaan opzoeken, maar ik kan daar niet ter plekke schilderen. Ik heb een leidraad nodig want ik kan ook geen landschap bedenken, dat wordt gekunsteld. Voor deze residency heb ik besloten om de tussenstap van de pasteltekening weg te laten, ik ben direct gaan schilderen vanuit mijn schetsen. Ik heb mezelf de vrijheid gegund om aan de hand van mijn keuzes in grafietpotlood te gaan fantaseren door me te concentreren op alle nuances die de kleur geel me kan bieden. Het pastelkrijt ken ik al goed genoeg, maar de kwast en olieverf die dwingt meer een eigenheid af.”
Indisch geel
De bevlogenheid van Frans, over kleur en het landschap, en zijn gedisciplineerde methode ken ik al langer waardoor het moeilijk is voor te stellen dat zijn werkwijze een recalcitrante oorsprong heeft. Indertijd tijdens zijn studie aan de academie St. Joost te Breda heeft hij samen met medestudenten de kwaliteit van het onderwijs aan de kaak gesteld met een wisseling van docenten (en inzichten) tot gevolg.
“Dat was in de jaren 70, de academie was erg religieus ingesteld en gericht op de kerk om deze te voorzien van restauratiekunstenaars. Er was geen schilderafdeling, studenten die wilden schilderen gingen naar de afdeling monumentale kunst, en ook inhoudelijk was er geen ruimte voor mij in de zin van eigen stijl of opvattingen. Uiteindelijk ben ik vertrokken naar de academie in ‘s-Hertogenbosch want als je vastloopt moet je jezelf nieuwe doelen stellen.
Zo heb ik ook mezelf nu een opdracht gegeven: geen tussenstop meer van schets naar schilderij en het gebruik van de kleur geel. Geel is een kleur die hoort bij Vincent en waarover ik dan ook veel lees. Ik ben er eigenlijk wel nieuwsgierig naar wat het gaat doen. Hoe het een eigen leven gaat leiden, hoe het zich mengt met blauw of juist contrasteert met violet. Er zitten ook tal van verhalen vast aan de kleur geel, ken je De Talisman van Paul Sérusier? Onder invloed van Gauguin werd zijn kleurgebruik intens en helder. Het geel in dat doek zindert gewoon, en maakte indertijd een discussie los over kleurentheorie en zo ontstond de groep Les Nabis met dit werk als ‘talisman’. Zelf heb ik 2014 de kleur Indisch geel ontdekt in het schilderij van een perenboom die ik daarom ook heb meegenomen naar Zundert. Ook daar zit een verhaal achter, de diepe kleur is afkomstig van mangobladeren die gegeten wordt door Indiase koeien. Hun urine bevat deze kleurstof en daar wordt Indisch geel van gemaakt. Maar ik heb ook tal van andere nuances van geel meegenomen zoals het Nikkel- Titanium geel. Een typische kleur waarmee ik weer tot nieuwe kleurkeuzes kom.”
Pruisisch blauw
In het atelier hangen twee schilderijen die in compositie, thema en schilderhand afwijken van de overige achttien doeken die Frans hier heeft gemaakt. Ze lijken te refereren naar het realisme van voorheen, maar hun status moet zich nog bewijzen. Twee uitzichten op Zundert van binnen naar buiten. Het ene schilderij geeft het uitzicht vanuit de kosterswoning weer terwijl de andere de lichtkoepel van het atelier laat zien. Beiden geschilderd in geeltinten en een intens blauw.
“Over het Pruisisch blauw, ik heb ontdekt hoe mooi deze kleur gloeit, het is bijna zwart. Dat de treurwilg buiten goudgeel is, dat is een cadeautje. En de bloesem van de perenboom in het andere schilderij waar ik aan werk, misschien wordt dat te anekdotisch? Het gaat om de kleur en mijn nieuwsgierigheid naar het Pruisisch blauw. Vincent gebruikte dat om groen te maken, ik heb dat hier ook geprobeerd in een schilderij met twee kleuren. Er ontstaat wel een strak groen, maar het is toch niet goed, er gebeurt te weinig, te kunstmatig.
Ik probeer mijn palet fris te houden, ik overweeg hoeveel kleur elkaar mag beïnvloeden en gebruik de kleuren meestal puur en maak de kwast dan ook vaak schoon. Maar bij Indisch geel is dat anders, het is transparant, het mengt met andere kleuren tijdens het nat in nat schilderen en ik laat dat nu toe. In sommige werken zelfs extreem. Kijk hier is een deel dat Van Gogh is, maar de andere delen zijn gewoon Frans van Veen. Door niet meer in een vaste lijn te werken kan de verf voor zichzelf spreken en door het transparante is het dichter bij de schetsen gebleven. Ik memoreer nu aan wat Diederik Kraaypoel hierover schreef: Ik kan niet eens één toets denken, laat staan een samenstelling van toetsen die elkaar gedeeltelijk overlappen. Ik zie pas als die toetsen er staan of ze goed zijn.”
Broederschap
Buiten zijn is ook verhalen tegenkomen, maar naar buiten gaan is nu niet vanzelfsprekend of gewenst. Of het zien van familie, de kleinkinderen, voor hen maakt Frans korte filmpjes met suggesties om hen bezig te houden, of om te laten zien wat hem bezighoudt. Zoals het beeld van Ossip Zadkine van Theo en Vincent van Gogh dat op een steenworp afstand bevindt van de werkplek.
“Van tevoren had ik het niet gedacht, maar ik heb toch een Corona schilderij gemaakt naar aanleiding van Zadkine. Het is een raadselachtig beeld, ik heb er lang naar gekeken hoe dat zit met de armen, volgens mij heeft Vincent ze bij elkaar en Theo zijn armen om Vincent heen geslagen. Een symbolisch en ook wel geëmotioneerd werk dat voor mij een andere lading heeft gekregen, die ik ook weer heb verbeeld: Broederschap in tijden van Corona, een referentie naar de saamhorigheid.
Vincent heeft trouwens ook een andere connectie met mijn werk. In 1977 was ik winnaar van de Koninklijke Subsidie voor Vrije Schilderkunst en werd ik, en dat is dan weer interessant hoe dingen bij elkaar komen, in de gelegenheid gesteld om drie maanden in Murs te Frankrijk te werken. Het museum Kröller Müller beschikte toen over een locatie in Frankrijk voor kunstenaars uit het Noorden om het licht van het Zuiden te leren kennen, zoals Vincent het ook bedoeld had met zijn Maison Jaune . Dat heeft een mooie geschiedenis die, en daar kwam ik na veel zoeken achter, nauwelijks verteld is. Zelfs bij het museum moesten ze diep in de archieven duiken. Ik heb op deze plek meerdere keren mogen werken, mijn kinderen hebben zelfs daar hun eerste verjaardagen gevierd, en heb daar veel aan te danken voor mijn ontwikkeling als kunstenaar. Ik heb me dan ook voorgenomen om in de nabije toekomst onderzoek te doen naar deze specifieke plek en daarover te schrijven.
Het belangrijkste van deze residentie was, want je leert altijd weer nieuwe dingen, dat ik na veertig jaar schilderen nog steeds nieuwe dingen kan ontdekken. Zoals een beroep doen op de fantasie en dan zonder te analyseren, maar door direct te schilderen. Door me te laten leiden door mijn aanwezigheid in Zundert en niet door de kleuren die ik in de natuur heb waargenomen. En ik leerde weer meer over de eigenheid van de transparante kleuren, binnen het kader van de gelen, die ik nu meer hun gang liet gaan terwijl ik ze aanvankelijk meer in de hand wilde houden. Het mij toeleggen op alle variaties van geel was een waar feest in dit zonnige voorjaar op deze mooie plek.”