„Op m’n twaalfde begon ik met het fotograferen van alles om mij heen. Dit vond ik zo leuk dat ik op mijn vijftiende zeker wist dat ik fotografie zou gaan studeren. Waar ik dat zou doen bedacht ik me pas tijdens mijn examens: op St Joost. Ik heb toelating gedaan tijdens de laatste ronde met een bij elkaar geraapt portfolio, nog geen idee van wat ik eigenlijk wilde maken en laten zien. Dat is tijdens het tweede jaar van de opleiding pas gekomen en sinds twee jaar weet ik pas waar het me eigenlijk om gaat: de overweldigende natuur. Alles wat hiermee te maken heeft, inspireert me tot het maken van beeld.”
„Op dit moment houd ik me nog steeds bezig met dat onderwerp, de transcendente natuur. Ik heb het gevoel dat ik het onderwerp pas net heb ontdekt en dat ik nog veel tijd nodig heb om het me volledig eigen te maken. Dat doe ik in het maken van beeld maken nu zowel met fotografie als video, in een studio maar ook buiten in de echte natuur. Ik ben gefascineerd door sublieme natuurgebieden: de plekken waar je overweldigd wordt door enorme schoonheid. Je voelt je nietig als mens, maar op een positieve manier. Het niets voorstellen werkt relativerend en tegelijkertijd kun je je omgeving niet bevatten, een heel bevrijdend en verlichtend gevoel. Dat men dit fijne gevoel vooral krijgt op de genadeloze plekken waar je als mens makkelijk kunt verdwijnen – gebergten, oceanen – maakt het voor mij eindeloos boeiend. Ik heb een tijd geprobeerd deze plekken te documenteren, maar dit is voor mij niet voldoende. Een foto van een plek kan namelijk nooit het gevoel oproepen zoals wanneer je er echt bent. Daarom focus ik nu op het verbeelden van dit standpunt en van die immense gevoelens.”
Landschappen in studiosetting
„Ik ben fotografie gaan studeren op gevoel en vanuit plezier, daarom heb ik voor de keuze van het medium niet echt een scherpe onderbouwing. Ik heb vanuit dit medium mijn werkwijze ontwikkeld: het fotograferen van landschappen in studiosetting. Zo heb ik volledig de controle over wat ik ensceneer in beeld, terwijl de kijker verwacht dat het de werkelijkheid is door het medium fotografie. Deze verwarring is onderdeel van het concept. Sinds een jaar geleden werk ik ook met video, al dan wel op een fotografische wijze (bewegende foto’s). Sinds heel recent heb ik ook de behoefte om installaties te maken zonder prints of video’s, waarvan ik er twee toon tijdens WKNDX.”
„Het is voor een aantal fotoprints en een installatie de eerste keer dat ik ze toon. Ik ben benieuwd naar de werking ervan, ook naast elkaar. Ik heb de laatste tijd een aantal exposities gehad waar ik rekening met iets moest houden – wat ik overigens heel fijn vind omdat dit uitdaagt creatiever te denken. Bij WKNDX heb ik sinds lange tijd weer de volledige vrijheid en ben daarom benieuwd hoe ik daar zelf op reageer.”
Kritiek op documentairefotografie van de natuur
„Vaak heb ik ideeën voor foto’s, video’s en sinds kort dus ook voor installaties waar ik potloodschetsen van maak. Soms puur visueel, soms vanuit een concept. Daarnaast heb ik ook een lijst met ideeën voor materialen. Op een gegeven moment vallen een aantal van deze ideeën samen en ontstaat er een plan. Ik fotografeer en film in de natuur of in mijn studio, en wat hieruit komt gaat door naar de beeldbewerking. Vaak zitten er in een foto veel interessante vormen en reliëfs die ik naar voren haal of combineer. De meeste werken zijn daarom ook bijna niet terug te herkennen in de originele foto of video. Wat het vervolgens vraagt in de presentatie verschilt per werk.”
„Het gaat mij om het verbeelden van mijn kritiek op documentairefotografie van de natuur en om het verbeelden van de gevoelens die de natuur kan oproepen. Dit zijn de twee dingen die ik bewaak en voor mijzelf bij elk werk moet weten aan te wijzen. Er is inmiddels een verlangen om wat zijpaden in te slaan die logisch aanvoelen – richting fobieën en ervaringskunst – maar die ik nog niet volledig weet te verdiepen. Ik gun mezelf de vrijheid dit nu te maken en dit in een volgend stadium pas inhoudelijker te onderzoeken, ook ten aanzien van mijn eerdere werk. In wil nog groeien in alles, maar nu vooral op technisch vlak. Waar ik over tien jaar ben? Weet ik echt niet! Misschien razend succesvol als beeldmaker, of misschien heb ik dan alweer van een andere hobby mijn professie gemaakt…”