Ook in Zundert wordt het in november vroeg donker. De grote ramen van het gastatelier veranderen dan in zwarte spiegels, maar ze houden niet de buitenwereld tegen die gewoon vrij naar binnen kan kijken terwijl kunstenaar Gam Bodenhausen aan het werk is. Ze heeft bruin pakpapier voor de ramen gehangen om zich af te schermen tegen al te nieuwsgierige blikken. Gam heeft behoefte aan rust en afzondering om zich volledig te kunnen richten op de spaarzame momenten dat ze zich enkel en alleen met haar eigen werk kan bezighouden.
Afstand
Het is niet de eerste residentie voor Gam. En iedere werkperiode, of deze heel kort is zoals onlangs in Viervaart te Zeeland of voor enige maanden zoals eerder in Diepenheim, het is altijd intensief. Het loslaten van de dagelijkse dingen en overgeven aan nieuwe structuren is niet eenvoudig. Het begint voor haar met acclimatiseren en tegelijkertijd niet toegeven aan de leegte die ontstaat vanbinnen.
‘Een residency gaat ook over het loslaten van de grote familiemachine. En dat is heel heftig omdat je zoveel rekening houdt met anderen en ineens valt dat allemaal weg. Die grote overgang maakt me bijna melancholisch; hoe je dan afstand neemt van je gezin. Maar afstand nemen is nodig omdat het zo helder voor mij wordt hoe ik de dingen doe.
In de eerste week ben ik in de avonduren de brieven van Vincent gaan lezen, zijn leven kende ik niet goed. Meestal verdiep ik me in het werk van de kunstenaar en niet hun leven zelf. Ik merk wel dat ik me moeilijk kan identificeren met hem, daarom ben ik begonnen met een luisterboek dat gaat over zijn drie zussen: Lies, Wil en Anna van Gogh. Vooral Wil had een moeilijk leven en kwam in het gekkenhuis terecht, tegelijkertijd zette zij zich enorm in voor het feminisme en speelde op dat vlak ook een rol van betekenis. Mooi om Vincent door hun ogen te leren kennen terwijl ik tekende en luisterde.’
Familie
De rondleiding die onderdeel is van de residency voerde Gam naar het landgoed van Henriette Roland Holst en zelfs naar haar eigen familiegeschiedenis. De drukkerij die in bezit was van haar familie aan vaderskant stond in Amsterdam en was indertijd veel kunstenaars en schrijvers niet onbekend, ook het echtpaar Roland Holst kwam er. Het wakkerde haar belangstelling aan om te gaan speuren naar de landgoederen hier en de connecties met haarzelf.
‘Ik besefte ineens dat mijn familie ook zo leefde als Henriëtte Roland Holst in de zin van bemiddeld zijn en verkeren tussen een culturele elite. Zo heeft mijn oma als klein meisje een poëzie album gekregen van Jan Toorop, dan komt de geschiedenis ineens heel dichtbij. Maar dat is een mooie toevalligheid. Ik wil hier ook werken aan een boek dat ik ga maken over mijn werk en grafiet. Dat is naar aanleiding van een project waarvoor ik op reis ging naar het Lake district waarbij ik een grafietmijn heb bezocht. Toen Vincent in de Borinage zat, de Belgische mijnstreek, beschreef hij in zijn brief aan zijn broer Theo het gevoel om af te dalen in de mijn. Dat herkende ik wel toen ik het las. Tijdens het lezen, speuren en bezig te zijn met andere projecten startte ik met een aantal studies naar de structuren die ik heel mooi vind in de tekeningen van Vincent. Kleine werkjes die me helpen om goed te kijken, en door het natekenen te voelen hoe hij werkt met zijn streepjes en punten. Als je er zo dicht op zit is het bijna niet meer realistisch in de weergave, toch voel je wel dat het een landschap is. Hoe boeiend ook, uiteindelijk raakte ik verveeld, en ben ik delen gaan weglaten, liet ik witruimtes toe en ging de tussenruimtes tekenen.’
Verbinding
De methode bij het grafietproject in Engeland was het zoeken naar verhaallijnen in het landschap door zelf onderzoek te doen waar het materiaal vandaan komt dat ze het liefst gebruikt: grafiet. Door de mijn in te gaan, de fabriek te bezoeken en met de mensen te spreken legde ze verbanden buiten haar eigen belevingswereld.
‘Net als toen ben ik niet vanuit het landschap zelf vertrokken, maar vanuit iemands leven. Er spelen dan allerlei aspecten een rol die me voeden en me verplaatsen in Vincent als individu. Zo bevat de fruitboom die bij het atelier staat de musjes van Vincents tekeningen. Hij beschreef in zijn brieven ook zijn overtuiging dat de kunstenaar kan uitvliegen als een vogel. En dan is er ook het vreemde verhaal dat toen het graf van Vincent verplaatst werd er een conifeer door zijn ribbenkast groeide. Ook dat wil ik dan tekenen, de onrustige ziel maar ook de vervreemdende dichtheid van deze boom en hoe deze geforceerd wordt in zijn tuttige vorm terwijl ze prachtig zijn als je ze vrij laat groeien. De grilligheid van de tussenruimtes zijn op hun beurt weer fascinerend omdat in de poging van het realistische tekenen er een eigen structuur tevoorschijn komt. Er gebeurt heel veel in zulke tekeningen; het herkenbare wisselt af met abstractie zodat je je aandachtpunt telkens moet verleggen. Ik houd me ook heel erg bezig met de dichtheid van materie, dat wil ik inbrengen in het tekenen. Ik teken naar de natuur alleen gaat dat niet over romantische gevoelens ervoor, maar over de beïnvloeding ervan door de mens. Er zit veel natuur in mijn werk omdat het onderdeel is van mij.’
Associaties
Kleur is voor Gam zo belangrijk dat het niet in haar werk te zien is, meestal kiest ze voor het duidelijke zwart op het heldere wit. Kleur speelt vooral een rol in de emotionele band met haar overleden ouders, al is het alleen maar door hun onesthetische omgang met kleur. Het is nog steeds een gemis, dat ze er niet meer zijn al hebben ze haar veel meegegeven.
‘Van kleur raak ik in de war. Ik ben heel gevoelig voor associaties met kleur, het zal niet voor niets zijn dat ik met structuren werk. Dan word ik niet afgeleid door gevoel. Ik ben hier toch heel voorzichtig weer met kleur begonnen. Wat in mijn tekeningen wit zou zijn is nu geel. Dat gaat over Vincent, maar nog meer over mijn moeder. Als ik iets belangrijks te doen heb dan denk ik aan haar en hoe ze mij vertelde dat er een gele kamer is voor mij, en dat geel staat voor intelligentie en licht. Het is dus ook mijn kleur.
De tekeningen met het geel komen voort uit een rommelig stukje achtertuin, echt onmogelijk om te tekenen. Van de foto’s die ik hier heb genomen heb ik een raster gemaakt om de weergave op te delen. Normaal werk ik op grote vellen, nu bestaat het grote geheel uit verschillende tekeningen. Dat heb ik ook zo met de gele tekeningen gedaan, maar de compositie klopte niet en daarom is het nu een serie van losse werken. Ik vind het niet het mooiste werk maar wel een nieuwe stap. Confronterend ook – ik wil verder met kleur en grafiet – misschien verdwijnt het grafiet wel. Ik heb bij alles nog een gevoel van onrust. Ik kan ook niet naar mijn werk kijken voor mijn plezier, plezier heb ik tijdens het maken. Het werken hier heeft me aan het denken gezet, alleen weet ik nog niet precies in welke richting.’