BIG?
Drie gebeurtenissen van kleine levens vallen op één dag samen tijdens het schrijven van dit advies door mijn gedachten te ordenen, om iets te willen vertellen over het schijnbaar onbelangrijke, hoe belangrijk dat is.
Is dit alles BIG genoeg? Is het een BIG advies? BIG is de onoverzichtelijke superlatief van dit decennium, daarom negeer ik die term en verschuif de aandacht voor het advies naar het persoonlijke van de observatie, het opmerken, het inzicht. Door de jaren heb ik ontdekt dat daar het vermogen zit en dat wil ik nou juist vertellen: ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen worden vanzelf (een) werk.
Voor me staat een foto van een portier in Napels, ik noem hem Rafaël, hij personifieert een nieuw project. Rafaël is in een bepaalde mate psychisch gestoord en heeft een baantje om bezoekers binnen te laten op de rondleiding naar de Griekse Neapolis, gelegen onder het oude centrum.
Een nietszeggende deur brengt me van een gewone Italiaanse steeg naar diepe geschiedenis. Die deur wordt geopend door Rafaël die me met zijn priemende deze-taak-goed-tot-uitvoering-brengen ogen naar binnen begeleidt en na de laatste toerist met zijn lichaam in een hoekstand net iets te lang door de kier naar buiten blijft kijken. Zijn wangen klemt hij tussen deur en kozijn. Dan kijkt hij met één oog, daarna met zijn neus, nog even de straatgeur opsnuivend, waarna hij zich voorzichtig terugtrekt en de deur sluit. Hij draait zich om en ziet niemand meer. Met het afsluiten heeft hij zijn opdracht volbracht en verzinkt met zijn onderarmen op het marmeren blad van het dressoir, ja-knikkend tegen een rode plastic kleerhanger in zijn handen waar hij mee speelt. Bij binnenkomst zie ik niets aan hem, maar de kleine niet in tempo en gewoonte passende bewegingen verraden zijn geestelijke toestand.
Acht klonkies voeren een stemmenspel op onder regie van Keto Stiefcommando
is de ondertitel van Daedalea, een bundel van Tomas Lieske. De Afrikaanse klonkies met klinkende namen als Mosje, Merci Merci en Imker Graad om er drie te noemen, leven op straat in Parijs. Lieske laat ze praten in zijn gele boekje, een uitheemse tekst die een brug slaat naar de drukke mannen met hun waren, wonderlijke levens in grote steden. Ik tuimel in deze voor mij onbekende manier van kijken en schrijven. In navolging op de speelse gedachtegangen die ook de diepte raken van het eigen bestaan zou ik mezelf en twee collega’s kunnen opvoeren:
Little Data
Little Brother
&
Little Ego
THEY DANCE A MEXICAN SUNDAY
een nieuwe zin waarin de esthetiek zich in de lach bevindt, niet in een perfect lichaam. Al zoekend naar het postkantoor van Charles Bukowski in Los Angeles – gesloten want het is zondag dus neus op het raam – bevind ik me even later op een plein vol dansende Mexicanen die zich niet roeren om de schoonheid van de beweging maar om de sensatie van de hechting, het plezier. Ze delen de salsa.
Karin van Pinxteren