Het boompje oogt als afval van een bewoner uit de stad. Een druif die in betere tijden een balkon of dakterras sierde, maar is dood door slechte verzorging en nu afgedankt. Alsof de tragiek niet voldoende is wordt ‘de natuur’ nog een laatste keer bespot. De balorige accenten van de ballonnen, een laatste poging om de boom in zijn huidige staat nut te geven, doen triest herinneren aan de overdaad van druiven die het ooit heeft gedragen.
Op de voorkant van Call of the Wild, de eerste overzichtspublicatie van Walter van Broekhuizen, staat één van zijn sleutelwerken: Objet Abandonné. Een bronzen boompje dat exemplarisch is voor de fascinatie van Walter voor de natuur vaak op plaatsen waar natuur niet, of niet meer, vanzelfsprekend is. Een zienswijze die hij op diverse niveaus en vanuit verschillende perspectieven onderzoekt. Immer aanwezige inspiratiebron is het klassieke boek Walden; or, Life in the Woods (1854) van Henry David Thoreau. Letterlijk aanwezig zelfs in de vorm van een citaat dat Walter in een leren riem heeft gebrand; ‘ In wildness is the preservation of the world’ een gegeven dat hij iedere dag met zich meedraagt.
De kleine tijdreis door Call of the Wild laat zien dat Walter zich niet beperkt tot één vormaspect. Met zijn wisseling tussen conceptuele voorstellen, film, muziek en installaties bevraagt hij altijd de rol van de ‘moderne’ mens. Zo wordt in de film Condition Naturelle een kinderlijk verlangen prijsgegeven als twee mannen op zoek gaan naar het ongerepte in het bos en is de romantiek bij Villa Walden er juist een van desintegratie. Hier heeft de natuur nadrukkelijk het laatste woord, de betonnen versie van de oorspronkelijke villa zal opgeslokt worden door het woud.
De cabin van Thoreau komt dan ook op meerdere momenten terug in zijn werk. House in the Woods is een startpunt, er staan houten muren en wanden als een decor in het bos die de fantasie prikkelen. De natuur is ingebed in het huis, of is het juist andersom? In The Green Room is dit principe verder uitgewerkt, waar het isoleren van de natuur door een soort van observatorium te bouwen rondom de stam van een grote boom de overweldiging juist wordt benadrukt. Een stam als de as van de wereld.
De westerse omgang met natuur, die in Nederland op postzegelformaat wordt behouden, maakt dat Walter artificiële ingrepen niet schuwt om het besef te duiden dat hetgeen zo vanzelfsprekend onderdeel zou moeten zijn van ons dagelijks leven, eigenlijk de status heeft van decoratie. Een gegeven dat lijkt te refereren aan de Engelse landschapsarchitectuur waarvan Lancelot Capabilty Brown (1716-1783) een prominent representant was. Zijn bijnaam Capability had hij te danken aan het feit dat hij in elke tuin een mogelijkheid zag om deze om te vormen naar een landschapstuin: hoe maakbaar kan de natuur zijn? Een significant detail is dat de landschapsarchitect niet altijd zijn creatie mocht beleven. Voordat de tuin de ultieme vorm van volmaaktheid bezat was de maker overleden, wat een zeker conceptueel motief gaf aan het ontwerp.
Is de natuur een illusie, een parallelle wereld, een strijdtoneel van techniek en elementen? Is de mens wel onderdeel van de natuur? Thoreaux heeft weliswaar zijn cabin gebouwd van gevonden en gekregen materialen, maar woonde nabij de stad en kreeg veel bezoekers. Hij verwijderde zich niet van het sociale leven. De vraag is dan ook of de stad en de natuur twee verschillende werelden zijn. De natuur ordent namelijk zelf, is niet esthetisch, moreel, of heeft zich te houden aan bestemmingsplannen. De term natuurlijk staat gelijk aan vanzelfsprekend, maar hoe logisch de taal dit impliceert, er is geen overkoepelende visie voor de ontwikkeling van stad en het platteland (lees natuur).
In zijn nieuwe projecten, Rabbit Island en bij Stream onderzoekt en ondervindt Walter deze problematiek. Landschapsbeheer zal heden ten dage door samenwerking tot stand komen, tussen overheden, publiek, gebruikers en vooral ook kunstenaars.