”Het kunst maken is voor mij pas echt begonnen op de kunstacademie. Ik wist al op jonge leeftijd dat ik graag naar de kunstacademie wilde. Voor mij leek de kunst een wereld die je manier van denken verruimd en die je anders laat kijken naar de wereld, buiten hetgeen om wat ons aangeleerd wordt. Voor mij vertegenwoordigde het een manier van denken die vrijer was. Het laat je kritisch zijn over jezelf en wat je om je heen ervaart, ziet en meekrijgt. Vooral de mogelijkheid om iets op een andere manier aan te pakken sprak me erg aan. Hierin kon ik zelf ontdekken en mijn eigen manier van werken en leren vinden. Kunst is voor mij mogelijkheden tonen. Laten zien hoe het ook anders kan en dat dingen niet altijd zo zeker en vaststaand zijn zoals wij denken dat ze zijn.”
Fascinatie voor belichaamde ruimte
”Momenteel ben ik bezig om restanten van bewoning te verzamelen. Ik probeer de sporen die achterblijven van bewoning opnieuw vorm te geven. Zo bevraag ik in mijn werk wat voor effect bewoning heeft op een ruimte. Ik ben geïnteresseerd in de belichaamde ruimte: hoe mensen door een ruimte te bewonen sporen achterlaten, hun adem, hun gebruik van de ruimte, de slijtage die ze veroorzaken, de voorwerpen die ze gebruiken, en de sporen van hun gedachten en hun herinneringen. Mijn installaties ogen vaak als een overblijfsel van een bewoonde ruimte, waarbij een aantal elementen nog over zijn. Terug gereduceerd tot een essentieel en poëtisch beeld, waarbij ik de grens opzoek tussen gebruiksvoorwerp en sculptuur. Mijn werken lijken een spoor, een herinnering, een gebaar in de ruimte achter te laten.”
Vertrouwde materialen en keuze voor installaties
”Ik vind het heel interessant om materiaal uit te pluizen. Te kijken naar de mogelijkheden van het materiaal zelf, de betekenissen die eraan verwant zijn. Zo vind ik zelf de materialen die we iedere dag om ons heen hebben in onze directe omgeving het meest interessantst. Het zijn materialen waar we mee vertrouwd zijn en als vanzelfsprekend ervaren, die ik probeer anders of opnieuw te belichten.
Ik kies ervoor om installaties te maken omdat installaties buiten een kader treden. Met een installatie kun je de gehele ruimte gebruiken. Objecten die ik maak refereren naar een huiselijke setting. Dit zijn objecten die je in een huiselijke setting terugvindt. De manier waarop een woning is ingericht is ook de manier waarop ik mijn werk presenteer. Wanneer je installaties maakt, ben je meteen bezig met de presentatievorm zelf. Het werk zelf is meer dan alleen een object.”
Het maakproces en kleine imperfecties
”Het maakproces begint vaak met observeren, vaak ook onbewust. Zo valt mijn oog op iets uit mijn directe omgeving en van daaruit begint het maakproces. Ik doorgrond dan vaak wat ik zie, ik kijk naar de eigenschappen van het materiaal en in welke context het voorkomt. Vervolgens maak ik materiaalproeven, waarbij ik ook vaak gebruik maak van afgietsels van voorwerpen, die wijzen op (voorbije) bewoning.
Ik probeer het voorwerp opnieuw te creëren, in metaal, hout, keramiek of glas. Het voorwerp wordt geabstraheerd maar is nog steeds herkenbaar. In dit creëer proces staan de eigenschappen van het materiaal en de techniek van het maken voorop. Zoals een glazen rekje uit mijn eigen badkamer met metalen houders waarvan ik mallen heb gemaakt. De metalen houders zijn opnieuw gegoten in metaal, waarbij de naad van de mal ook mee is gegoten in de vorm. Ook in het glas is het maakproces zichtbaar, zo is de glazenplaat op een gipsen plaat de glasoven ingegaan. In de oven is het glas vervormd doordat de gipsen plaat barsten kreeg en ook door het smeltproces van het glas zelf. Hierdoor vertonen mijn werken kleine imperfecties en veranderingen, waardoor ze verder van het origineel komen af te staan. Zoals herinneringen steeds verder van het oorspronkelijke moment af komen te staan, aangetast door de verstreken tijd en verandering van context.”
Over 10 jaar
”Het is moeilijk te zeggen waar ik mezelf over tien jaar zie. Ik heb wel bepaalde voornemens en plannen waar ik naartoe wil werken. Maar de werkelijke uitkomst is moeilijk te voorspellen en ook wanneer er bepaalde mogelijkheden op je pad komen. Ik ga binnenkort verhuizen naar Rotterdam en waarschijnlijk woon ik daar dan nog. De aankomende tijd wil ik een goede werkplek binnenshuis creëren. Ik hoop dat ik over 10 jaar een goede basis heb vanuit waar ik kan werken (genoeg inkomsten uit de kunst) en dat ik ook de mogelijkheden krijg om grote opdrachten aan te nemen en uit te voeren. Maar wat ik vooral belangrijk vind is dat ik interessante projecten uit kan voeren en dat ik me tegen die tijd verder heb ontwikkeld in mijn werk. Ik wil me ook graag buiten Nederland oriënteren. Zo wil ik graag een residency in het buitenland doen, waarbij ik in een woning verblijf en daar site-specific werk maak.”