Over het algemeen werkt de residerende kunstenaar bij AIR Van Gogh Zundert in het ruime en lichte atelier naast de kosterswoning. Sylvie De Meerleer niet, het atelier voelde te groot, ze voelde zich hier te veel bekeken. Gedurende haar werkperiode werkte ze het liefste in afzondering op de zolder van het historische gebouw dat ooit is aangekocht door de kerk van Vincent van Goghs vader. Het atelier, waarvan de ramen nu afgeplakt zijn, diende hier als verzamelplaats voor de werken die onder haar handen ontstonden.
Patronen in de natuur
De werken van Sylvie zijn reeds uit het atelier verdwenen en hangen al in de Van Gogh Galerie. Tekeningen die meanderen en zo onbewust patronen uit de natuur suggereren zonder dat je er precies de vinger op kan leggen wat. Waar je ingezogen wordt en je jezelf verliest in de details, zoals bij de aquarel van Albert Dürer van een haas waar in de vacht een hele wereld is verborgen.
“Ik heb gepoogd mijn eigen monnikenwerk samen te brengen met de expressie van Vincent van Gogh zoals bijvoorbeeld in het schilderij Sterrennacht. Ik heb me er toe moeten aanzetten om niet te veel dicht te tekenen. Vroeger had ik die neiging veel sterker om door te werken en dan is er ook de angst om iets kapot te maken als het al goed is. Maar wat je niet ziet is ook verbeelding. Ik heb het tekenen hier benaderd als een proces, een reis die je naar nieuwe bestemmingen brengt dan deze die ik aanvankelijk voor ogen had. De keuze om te stoppen is niet zozeer esthetisch, meer instinctief geleid door een buikgevoel.
Zo zijn ook de werken ontstaan die ik ‘dubbelwerken’ noem. Deze maakte ik door op de achterzijde van het papier expressieve toetsten te zetten, waar ik mij liet leiden door invloeden van buiten zoals muziek. Tekenen is voor mij iets ritmisch, het heeft met klank te maken. Vervolgens heb ik deze aan de voorzijde overgezet en doorgetekend op een zeer minutieuze en secure indirecte wijze, waardoor er een nieuw beeld ontstaat. Het afwisselend gevoel vertaalt zich in grote en kleine toetsen die als vorm uit het papier zijn gesneden en zo deel uitmaken van de tekening aan de voorzijde. Ze refereren naar sporen in een blad, misschien de vraatzucht van insecten. Er spreekt een hele nieuwe verbeelding hieruit waarin de benadering van positief en negatief ook een rol speelt. Hoe mooi dat ik vanuit de basis van het tekenen tot nieuwe verbeelding kan komen.”
Door hier te zijn
De afgelopen twee jaar werkt Sylvie op groot formaat in haar zoektocht naar meer uitdaging in haar werk door een nieuwe verhouding aan te gaan met de tijd en de ruimte van het scheppingsproces. De korte tijdspanne van een maand als werkperiode is echter een bepalende factor voor de hoeveelheid tijd er aan iets besteed kan worden. Dan moeten er keuzes gemaakt worden.
“Ik wilde alles tegelijk doen, ook weer de grote werken, maar besefte dat het niet allemaal resultaten hoeven te zijn. Ik ben heel graag klein gaan werken, niet alleen omdat dat sneller gaat, maar ook om te zien wat er mogelijk is. Het grote formaat is ook beangstigend, als ik werk zie ik alles op microformaat in het grote kan ik de regie kwijt raken door het overweldigende.
De kleintjes zijn mij heel dierbaar. Het zijn proefjes waarbij ik het Japanse papier heb vervormd door scheuren, maar ook door naaldenprikken. Dat is een favoriete ontdekking. In plaats van met potlood heb ik hier naald en garen gebruikt. Het potlood ken ik door en door terwijl nu ik geen controle meer heb. Zoals een kind leert schrijven, om iets niet te kunnen, bijna machteloos te zijn en dat het fijn is dat het zo goed voelt. Hier ontstaan ook dingen waar je zo weinig voor nodig hebt. Tijd, heeft het nodig. Tijd en geduld en aandacht. Het is belangrijk om het de aandacht te geven dat het werk nodig heeft.”
Het landschap is te overweldigend
Het oorspronkelijke plan van Sylvie was landschappen te tekenen zoals Vincent dat heeft gedaan. Ze wilde expressiever werken, maar wel in haar eigen stijl. Met het ideaal, zoals David Hockney de voetsporen van Vincent bewandelde, ging zij ook naar buiten om te kijken en te werken zoals David en Vincent.
“Ik raakte volledig vast in het overweldigende van het landschap. Ik wilde mezelf leren kijken zoals zij, hoe zij stileren en stukje voor stukje de omgeving opnieuw opbouwen. Hoe ze verschillende standpunten koppelen tot één realiteit. Het lukte me niet om de veelheid van het landschap te herleiden naar kleine en gestileerde vormelementen of toetsen omdat ik de vormen van planten en bladeren pas zie als ik dichtbij ben. Als ik naar het landschap van ver kijk, dan is er enkel licht en schaduw binnen grotere vormen. Ik raakte vast omdat ik alles wil verbeelden. De neiging om hyperselectief te werken heb ik net als de waarneming toen losgelaten en dat was een enorme bevrijding. Aandachtig waarnemen is belangrijk, maar het bestuderen hoeft niet hetzelfde te zijn als letterlijk alles te zien. Controle wordt gezien als goed, maar de vraag is of dat wel zo is. Waar is dan de vrijheid in de geest en de ziel?
Tijdens een treinreis kon ik me daaraan overgeven, er ontstond heel onbevangen een lijntekening. Om toch ook hier de tijd nuttig te besteden, want het maken van mijn werken kost vele uren, toog ik aan het werk met wat ik voorhanden had. Na deze tekening kwamen de draden, de steken. Meer dan een ontdekking is het ook een gevoel waaraan ik moet doorwerken vooraleer het weg is.”
Loslaten en weer plezier hebben
Tijdens het samen rangschikken van de kleine werkjes in de vensterbank van de galerie, ook deze mogen gezien worden, vertelt Sylvie hoe ze vast raakte in haar werk voordat ze hier kwam. Haar ambitie en perfectionisme lieten niet toe om zich de tijd te gunnen om op haar werk te reflecteren. Ze wilde alle tijd benutten die haar is gegeven om werk te maken wat uiteindelijk haar het belangrijkste deed vergeten.
“Plezier in het werk is ook belangrijk, dan speelt de tijd geen rol meer. Loslaten en weer plezier hebben is wat ik hier heb ontdekt. Loslaten van het resultaat, dat je als kunstenaar kan nadenken over je eigen werk en dat dan mag uitdragen. Het gevoel voor schoonheid zit diep in mij. Daarmee kan ik mensen visueel met elkaar in verbinding laten treden. Ik wil mensen het gevoel meegeven van de ervaring die ik heb bij het werken. Ik wil liefde en schoonheid de wereld insturen. De werken mogen op zichzelf bestaan en ook al voel ik me verbonden, dat hoeft niet zo te zijn. Ik wil de toeschouwer niet dwingen er iets in te zien, ook zij hebben ruimte nodig voor hun eigen gedachten.
Gevoelige mensen zoals ik hebben zo’n ruimte nodig om terug in de eigen geest te komen, om het onderzoek los van dwingende concepten te vervolgen. Zo heb ik me hier enkel op de tekeningen van Vincent toegespitst, en niet zijn schilderijen. Zoals een prachtige bister tekening, elke toets is een klank op zich, een compositie vol beweging. De spiraal in mijn werk is een motief dat om de zoveel tijd weer terugkomt en nu ontstond deze door de beweging van Vincent in zijn teksten, in zijn toetsen. Maar de kleine werkjes, die zijn speciaal voor mij om mee te nemen en verder aan te werken. Ze bieden veel verassing en een extra ruimtelijkheid die ik eerder niet kende. Het zijn voor mij ruimtelijke werken zonder een sculptuur te moeten zijn. Ik heb mij voorgenomen om me verder te bekwamen in de textiele kunsten en ‘naaitekeningen’. Ik wil de extra dimensie in materialiteit verder onderzoeken, al heb ik er geen tijd voor.”