Staren uit het raam is geen onbevangen bezigheid. Dat is het misschien voor anderen maar Eva Schalkwijk neemt de werkelijkheid niet voor kennisgeving aan. Haar eerste solo expositie Sidewalk Scenes toont een overzicht aan van haar observaties vastgelegd in projecties.
Soms blijkt het alledaagse al surreëel genoeg. Op twee schermen laat zij haar standpunt zien ten aanzien van het straatbeeld. De ene toont een ideaal landschap, lachende mensen tegen de achtergrond van imposante architectuur met een perfect groen grasveld dat slechts wordt verstoord door af en toe een enkele fietser. Het landschap is niet echt, zo mooi is de werkelijkheid niet waar altijd onregelmatigheden te vinden zijn. Het blijkt de ‘artist impression’ te zijn die zich opdringt in het straatbeeld.
De andere film toont de eenvoudige schoonheid van het straatbeeld, niets meer en niets minder. Door deze van boven te filmen en zo uit te kaderen dat het een grafisch ontwerp lijkt, een abstract schilderij dat af en toe doorbroken wordt door een passerende auto of voorbijganger. Details spelen hier een rol, is er een verband, een teken, waarmee de beschouwer op zoek gaat naar aanwijzingen, zou het rode opwaaiende papiertje een rol spelen…
Verder in de ruimte, terloops in een hoek, zoomt Eva juist in op de even zo terloopse poëzie van het moment, een papieren bekertje rolt ongedwongen en vrij door de wind heen en weer en maakt een eigen spontane voorstelling.
De twee grootste werken zijn minder onbevangen, haar eindexamenwerk (Sandberg Instituut) is een theatervoorstelling. Niet in letterlijke zin maar de stoep waar de handelingen plaatsvinden is zo gecentreerd, en voorzien van trap naar de ‘bühne’, dat onvermijdelijk er een tijd, plaats en handeling wordt getriggerd. De spelers hebben een boodschap, allen komen op, doorzoeken hun tas, knopen hun veter vast en nemen hun telefoon in de hand. Niets anders dan mensen op straat bezighoudt, behalve dat deze meestal onderweg zijn van A naar B. Zij niet, ze onderbreken hun route voor de routine en keren terug waar zij vandaan komen. Uiteindelijk is de handeling tijdverdrijf en komt men daar niet verder mee.
Terug naar het raam, er is een raam dat geplaatst is in een decorwand van een fictieve kamer, sober en wit zonder afleiding want het gaat om het raam, met een uitzicht naar buiten. Deze lijkt een spontane buitenscene te representeren maar de oplettende ‘buitenstaarder’ ziet meer. Een déjà vu gevoel bekruipt je wanneer er wederom dezelfde voorbijgangers weer passeren maar in een andere combinatie. Vervreemdend zoals je soms in het alledaagse iets waarneemt maar in je bewustzijn niet kan duiden. De choreografie van het alledaagse is overal waarneembaar maar de regie ligt hier bij Eva.