John van Gils is een kunstenaar die werkt vanuit tegenstellingen. Tegenstellingen op het platte vlak, maar recentelijk is de derde dimensie toegevoegd na een sculpturale zoektocht. Een nieuw aspect in zijn werkwijze die hij voor het eerst exposeert te Breda tijdens de tweede editie van de continuerende groepstentoonstelling Wij, de kunstenaars van Breda!
De tegenstelling in je werk, is dat iets wat ontstaat of de aanleiding om tot nieuw werk te komen?
Die tegenstelling, die dient zich aan. In eerste instantie begin ik met een illustratie van een idee. Een idee dat zichzelf nog moet bewijzen, een idee dat in de uitvoering nog rammelt en dan moet je het corrigeren. De tegenstelling zit ook in het ontkennen van je eigen handelen, een soort van wantrouwen dat zich voordoet. Je bent bij voorbaat al mislukt omdat je werkt met materie, tot het moment dat je wordt meegenomen in het werk. Dat is de paradox, van tegenstelling kom je tot harmonie.
Wat heb je nodig om tot werken te komen, wat zet je aan tot handelen?
Harde muziek, die draai ik bijvoorbeeld graag bij het maken van sculpturen. Ik ben zo’n tweeënhalf jaar geleden begonnen met het maken van ruimtelijk werk. Eerst door af en toe hiermee bezig te zijn naast het tekenen waarmee er iets in beweging kwam. Het ruimtelijke werk is heel anders in die zin dat in het proces van ontregeling er een verschil is in de wijze van ontstaan. Bij een tekening ligt dat allemaal veel meer open maar hier ligt een deel van het proces al vast doordat ik een mal maak met de vormen waar ik mee werk. Na het afgieten staat het vrij om daaraan verder te werken maar dat hoeft uiteindelijk nooit.
Eigenlijk zijn het allemaal kneuzen, wat weer superspannend is. Ik voel me soms zelfs een kleuter, die onbevangen durft te ontdekken. Het is ook worstelen, met twijfel, met de materie, maar het gaat om de verrassing en de kwetsbaarheid en dan geloof ik erin. Dat is misschien wel het voordeel van het ouder worden, er ontstaat een levenshouding die verrassingen toelaat. Er daalt iets in, er is rust. De paniekstemming van presteren verdwijnt, ik hoef het niet meer op te roepen.
Exposeren is je niet vreemd, wat maakt deelname aan deze bijzonder?
Het is leuk om erbij te zijn. Ik vind het altijd spannend dat er vanuit verschillende inhouden een mix ontstaat waarvan het resultaat vaak onverwacht is, maar altijd wel een match ontstaat. Zelfs al heb je een ander ‘geluid’ dan je mede-exposanten. Maar de curator, Jordy dus, heeft het voor het zeggen en als kunstenaar ben je onderdeel van het geheel.