Als Jenny Ymker besluit om traditie te verweven met haar waargenomen werkelijkheid is dat geen beeldspraak. De snelheid van de fotografische opname in haar werk maakt zij juist weer heel traag in het proces van het weven. Haar werken zijn in zekere zin vergelijkbaar met de historische gobelin, niet zozeer in het behaaglijk verfraaien van binnenhuisarchitectuur, maar vooral in de functie van het doorgeven van verhalen.
De wevers
Het belang van een atelier kan op verschillende manieren betekenis krijgen; het uitgangspunt is dat het atelier voorziet in het produceren van kunstwerken, maar het niet bezitten van een atelier kan weer leiden tot andere methodes. Zoals bij Jenny toen zij veel vanuit huis werkte waar ze begon met het borduren van stillevens. Observaties uit haar omgeving die ze eerst door de lens van de camera had vastgelegd werden het onderwerp van deze intensieve methode die het gewone bijzonder maakt.
“Deze werken werden vrij snel verkocht, wat heel fijn is, maar heel veel meer dan vier borduurschilderijen kon ik in een jaar niet maken. Ik heb daarom mijn techniek zo aangepast dat ik het kan laten weven. Dat sluit wel aan op het werkproces, maar is veel sneller en zo kan ik ook grotere werken maken en me meer op het beeld richten. Omdat het weven een langdurig proces is heb ik voor deze residency vooraf al een foto gemaakt waar een familiebedrijf in België nu mee bezig is. Niet dat ze iets speciaal met kunst hebben, maar ze leggen veel eer in hun vakmanschap wat heel erg gewaardeerd wordt door de kunstenaars waar ze mee werken. Ze hebben het ook niet makkelijk gehad, ze moesten bijna ophouden omdat ze eerst zich toelegden op de toeristenindustrie, maar die producten zijn vandaag de dag niet meer zo gewild. Ik vind het dan ook heel mooi dat deze wevers niet alleen in een traditie staan, en dat ik kan bijdragen om deze in stand te houden.’
De vorm
Een logische verklaring voor haar behoefte aan vorm zou kunnen zijn dat Jenny van oorsprong beeldhouwer is. De vrouwfiguren van haar sculpturale thema zijn inmiddels bepaald tot haar eigen beeltenis, het gips en textiel vervangen door fotografie en kleding. Maar logica zou het begrip vorm reduceren tot alleen maar de letterlijke betekenis. Het gaat niet alleen om de afbakening van wat we waarnemen, maar ook om het leggen van visuele relaties.
“Ik zoek naar tijdloze kleding, vaak tweedehands, om daarmee een eigen wereld te kunnen verbeelden. Die kan zich niet vermengen met de gewone wereld want dan werkt het niet. De kleding is een katalysator, een medium om zo in de rol te stappen, dan voel ik me meer onderdeel van die wereld. Het mooie van deze kleding is dat het al een geschiedenis heeft, het is niet alleen de sfeer of het romantisch verlangen, maar echt gedragen door andere vrouwen. Maar andere vrouwen kan ik niet plaatsen in mijn foto’s, ik moet het wel zelf zijn. Ik zie het als kleine performances, maar dan zonder publiek.
In mijn hoofd zitten beelden die ik zelf moet laten ontstaan en vanzelfsprekend heeft dat nu in Zundert te maken met het leven en werk van Vincent van Gogh. Als verwijzing naar het korenveld met kraaien heb ik in een foto meerdere figuren geplaatst in een grasveld, een korenveld zou wel erg letterlijk zijn. Al die personages ben ik zelf, ronddolend in een zwarte jurk, waarbij het vrouwfiguur refereert naar zijn moeder, maar ook de nonnen. De vanzelfsprekendheid hiervan in het dagelijkse landschap.”
De regen
Jenny wil verhalen oproepen om de beschouwer het eigen verhaal te laten herkennen. Ze hecht er groot belang aan om verhalen te vertellen, zonder verhaal bestaat de ander niet meer. Haar ervaringen in de zorg hebben haar geleerd dat je er zonder je historie niet meer toe doet, en ieder verhaal moet op een eigen manier verteld worden.
“Ik heb me hier in Zundert de uitdaging gegund om een andere techniek te onderzoeken. Sommige foto’s missen ook in textiel hun zeggingskracht, ik laat daarom het theateraspect meer een rol spelen door te werken met coulissen. ‘Regen in Auvers’ van Vincent was mijn inspiratie om ook te fotograferen in de regen, het regende ook heel veel tijdens deze werkperiode. Dat heb ik geprobeerd met een sterke lamp maar dat werkte niet. Toen heb ik met mijn vriend, die interieurbouwer is, een rek gemaakt waarin visgaren is gespannen die deels zijn omwikkeld met een zilverdraad. Vreemd hoe dan de illusie, gefotografeerd door deze installatie, beter de werkelijkheid weergeeft dan de echte regen.
Het vraagt alleen wel veel tijd om decorstukken te maken. Zoals bij een nieuw werk in de vorm van een film waarvan het idee lang in mijn hoofd zat. Hier vond ik de aanleiding, en de ruimte, om het echt te gaan maken. Al is film een groot woord, het is meer een bewegende foto waarin je mij ziet rondraaien in een kamer voor een spiegel. Ook hier is het een illusie, de kamer bestaat niet echt maar is helemaal gebouwd in het Gele huis dat aan de overkant van de straat ligt. Natuurlijk kun je veel met beeldbewerking, maar in het echt iets realiseren, zelfs al is het decor, geeft weer waardevolle beperkingen.”
De wereld
Wat Jenny heeft onderzocht tijdens haar residency met betrekking tot Vincent van Gogh is de relatie tot zijn moeder. Hoe hij niet door haar werd geaccepteerd en dat hij daarom naar opvulling zocht van de eenzaamheid. Een onderwerp dat vaker in het werk van Jenny voorkomt, de lege plek in de wereld.
“Ik laat me meestal leiden door het thema eenzaamheid omdat het een belangrijk probleem is in onze maatschappij. Dat wil niet zeggen dat ik het triest of zwaar wil maken, het mag ook met humor verteld worden. Het kan ook een reden zijn om andere werelden te creëren, alleen zijn kan ook ruimte geven in je hoofd, minder prikkels. We ervaren voortdurend afleiding dus je kan ook eenzaam zijn door je niet verbonden te voelen met de wereld. Ik denk dat ieder mens zich hierin wel herkent want als het erop aankomt zijn we als mens toch alleen, dat is wat me bezig houdt, maar waar ik ook mee worstel.
Deze afgelopen werkperiode heb ik veel nieuwe dingen over mijn werk ontdekt namelijk dat ik sneller beslissingen kan nemen, dat moet ook wel want een maand is kort. Tegelijkertijd is het fijn dat ik nu ook andere dingen heb kunnen uitproberen zoals andere manieren voor het creëren van beeld. Voorheen was het idee een stilstaand beeld en nu zijn er veel andere aspecten die een rol kunnen spelen; de kijkdoos als presentatievorm, de methode van de performance, het werken met decor en de filmische mogelijkheden om mijn verhalen vertellen. Ik heb de neiging onderdrukt om snel mooie plaatjes te maken want dat is geen noodzaak en uiteindelijk niet genoeg als uitgangspunt. Het gaat om het maken zelf, of eigenlijk de reis en de fysieke arbeid om tot de foto komen, dat is net zo belangrijk als het resultaat. “