Agenda Artikelen Programma Zoeken Contact Partners Auteurs

Lieke van der Maas over duurzaam ontwerpen voor de toekomst

De Japanse Duizendknoop is bekend als een ongewenste vreemdeling, een plant zonder toekomst die echter de creatieve sector tot bijzondere prestaties weet te inspireren. Kunstenaars en vormgevers, zoals bijvoorbeeld bij Timelab in Gent, wisten hiervan gin en vezelplaten te produceren, maar de invloed van de duizendknoop leidt ook tot het vormen van nieuwe idealen. Lieke van der Maas heeft als ontwerpster de sterke overtuiging dat we de noodzakelijke stap moeten zetten om het vakgebied ‘design’ te verduurzamen, te beginnen bij de materialen. Schaarse grondstoffen en overconsumptie overtuigden haar de bouwstenen van het ontwerpproces te heroverwegen en materialen uit afval terug te winnen. Lieke heeft hiervoor een speciaal materiaal ontwikkeld met de vezel van de Japanse Duizendknoop waarmee ze een collectie potten heeft gemaakt onder de naam ‘Itadori’. Het circulaire proces wordt tevens benadrukt door de vormgeving te baseren op de Japanse herkomst van de plant. Het materiaal en het vormgevingsproces sluiten naadloos aan op de idealen van het zenboeddhisme en de Wabi-Sabi kunststroming, waarbij puurheid, eenvoud, asymmetrie, veroudering en het handgemaakte centraal staan.

Hoe kwam je tot je keuze voor de opleiding ArtCoDe?

In eerste instantie was het voor mij niet logisch om een creatieve opleiding te kiezen. Ik heb les gehad op internationale scholen toen ik in Shanghai woonde en werd zo voorbereid op universitaire studies. Er was een zekere druk om academisch te presteren, om via die weg het hoogte haalbare uit jezelf te halen. Dat heb ik wel geprobeerd, bij twee opleidingen zelfs, maar het bleek niet mijn wereld te zijn. Toch was er wel de behoefte om mijn creativiteit te ontwikkelen. Zo heb ik ook altijd getekend, maar niet op een uitzonderlijk niveau. Toch waren de kunstvakken altijd het meest uitdagend, daar leerde ik ook over mezelf, daar kwam de persoonlijke ontwikkeling tot stand en de enige momenten van reflectie. De voldoening die ik daar uit haalde bracht me uiteindelijk tot de keuze van een creatieve studie waarvan ik altijd aannam dat je daar moeilijker je geld mee kan verdienen. Ik had me dan ook niet specifiek ontwikkeld in een discipline wat me deed besluiten om naar ArtCoDe te gaan omdat ik behoefte had aan erkenning van mijn creatief vermogen. Vanuit deze positie wilde ik mijn conceptueel denken ontwikkelen in plaats van een vaardigheid. De ruimte die je hiervoor krijgt, maar ook hoe je leert wat er speelt op designgebied en de ontwerppraktijk bracht me op niveau. Hier ben ik er achter gekomen wat ik kan, wat mijn ontwerpersvisie is. Dat de flexibiliteit van de opleiding je toestaat om je interesses te volgen zoals in mijn geval duurzaam ontwerp en biodesign. Dat is enorm motiverend, want zonder de juiste motivatie kan je dit vak niet uitoefenen.

Wat is voor jou de meest zuivere rol van de ontwerper?

Allereerst denk ik dat er allerlei soorten ontwerpers zijn, met allerlei verschillende ontwerpvisies. Daarin zie ik de ene rol niet als meer zuiver dan de ander. Ikzelf beschouw afvalstromen als een toekomstige grondstof. Het is een startpunt in plaats van een eindpunt. Mijn doel als ontwerpster is om te zoeken naar manieren om afval om te zetten in iets nuttigs, omdat het in de hedendaagse economie weinig tot geen waarde heeft. Door met lokale afvalstromen materialen en producten te ontwerpen hoop ik mijn bijdrage te leveren aan die bewustwording maar ook het mede verwezenlijken van een  circulaire economie.

Ontwerpen met het oog op duurzaamheid is geen luxe maar een noodzaak voor de toekomst. Daarom is de eerste verandering die we moeten doorvoeren het stoppen van het produceren en consumeren van dingen die we niet nodig hebben. Circulair ontwerpen is een essentiële stap in de richting van een duurzamere wereld en staat centraal in de beleving die ik wil meegeven.

Als ontwerper richt je je op het gebruik van afvalstromen, maar wat als populariteit juist leidt tot productie van het ongewenste materiaal?

Mijn werk is gebaseerd op het idee van een blauwe economie. Het is een andere manier om naar grondstoffen en afvalstromen te kijken. Ik geloof namelijk dat afvalstromen een bijproduct zijn van de mensheid. In de natuur bestaat geen ‘afval’. De natuur is een opportunist; die maakt gebruik van de kansen om haar heen. Zo kijk ik ook naar mijn ontwerpen. De Japanse duizendknoop bijvoorbeeld is hier in Nederland een afvalstroom. Een uitheemse exoot die hier geïmporteerd is en nu uitgeroeid wordt met chemische bestrijdingsmiddelen of verbranding, beide methodes zijn heel slecht voor het milieu. Ik wil het lot van de plant veranderen door te laten zien dat wij als maatschappij op een klakkeloze manier omgaan met de problemen die we zelf hebben gecreëerd, en dat zelfs afvalstromen een bepaalde waarde kunnen hebben. Mijn doel is nooit om mijn ontwerpen op massale schaal te gaan produceren. Dat zou tegen mijn ontwerpvisie ingaan. Dan denken we nog steeds in een consumerende en producerende mindset. De mindset waardoor het probleem überhaupt is ontstaan. Mijn ‘product’ (werk) is bedoeld om mensen te laten nadenken over onze invloed en verantwoordelijkheid in de milieukwestie, en daarnaast ook anders naar afval te kijken. De potten zijn een bestemming voor de afvalstroom die nog geen bestemming heeft. Als de afvalstroom in dat systeem dus ooit verdwijnt dan verdwijnt ook het product. En dat is in mijn ogen helemaal niet erg. Zo is dat in de natuur ook. De exclusiviteit en vergankelijkheid van het project vind ik alleen maar een mooie reflectie op de natuur.

Wat is voor jou in het ontwerpen het belangrijkste, het proces vormgeven of waardering voor ongewenste materialen te realiseren?

Dat is een lastige vraag. Ik denk namelijk dat je met het één het ander tot stand brengt. Ik denk dat de manier waarop ik alles vorm heb geven, en het proces laat zien, juist die waardering voor ongewenste grondstoffen tot stand brengt. Dat was in ieder geval voor dit specifieke project het geval. Als ik zou moeten kiezen, zou ik altijd kiezen voor de waardering van ongewenste materialen, afvalstromen en grondstoffen, want dit is de kernwaarde van mijn ontwerpvisie. De manier waarop ik die overbreng aan anderen kan altijd nog veranderen. Als ik bijvoorbeeld zou werken met een ander materiaal, dan kan het goed zijn dat het ook om een andere vormgeving vraagt, maar mijn doelstelling is dan toch nog altijd hetzelfde: de waardering en bewustwording van de afvalstromen om ons heen.

Wat zijn je plannen voor de komende tijd?

 Op dit moment ben ik bezig met een project aan het voor de Dutch Design Week. Ik ben door Wallstreet en de oprichters van “Here and There: on your own account” als ArtCoDe alumna gevraagd om, vanuit mijn visie als ontwerper, invulling te geven aan het term ‘globalisering’. Voor mij betekent dit vanuit lokaal perspectief de globale problemen aanpakken en oplossen. Ik ben deze zomer onder de indruk geraakt van het watertekort in Nederland tijdens de droge periode. Een tastbaar voorbeeld van een wereld die te maken krijgt met veranderende weersomstandigheden door de opwarming van de aarde. Dit zal de focus zijn voor mijn project.
Voor de rest ben ik druk op zoek naar een leuke uitdaging waarbij ik meer kennis over biomaterialen en duurzaamheid op kan doen. Het liefst in de rol van ontwerper en misschien binnen een bedrijf, maar dat blijkt nog best lastig. Ik ben ook nog in gesprek met Fontys om te kijken of het mogelijk is om Sustainable Design/ Biodesign te kunnen integreren in het programma van ArtCoDe. Het organiseren van een workshop of lessenprogramma zou dan ook een hele leerzame uitdaging kunnen zijn.


 
Auteur:
Esther van Rosmalen

Strijp-S, Eindhoven, Nederland

Lieke van der Maas is in 2018 afgestudeerd aan Fontys Tilburg ArtCoDe met het project Itadori. Haar werk zal binnenkort te zien zijn tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven die plaatsvind op 20 tot 28 oktober dit jaar.

Ook is er werk van Lieke te zien op Wall Street Eindhoven, Stadhuisplein 6. Here en There – on your own account is een project van ontwerpers Lucas Maassen en Margriet Craens van ArtCoDe waarbij alumni en derdejaars samenwerken. In de aanloop naar de designweek verzorgen Atelier NL (Nadine Sterk), Wandschappen (Ivo van den Baar), Belle Phromchanya en Lio de Bruin een serie workshops. Deze wordt bijgewoond door een gevarieerde groep van alumni en derdejaars studenten van Fontys Academy of Art, Communication and Design (ArtCoDe). Ook uitwisselingsstudenten uit Portugal, Ierland, Zuid-Korea en Taiwan nemen deel aan deze workshops.

Tijdens dit proces bepalen de studenten en alumni plaats; zij ontwerpen intrigerende interventies vanuit hun persoonlijke, culturele of nationale achtergrond. Alle onderzoeksresultaten zijn tijdens Dutch Design Week te zien in een speciale overzichtstentoonstelling bij Wall Street. Ontwerpers en deelnemers zijn de hele week aanwezig voor meer tekst en uitleg bij hun werk, het project en de samenwerking.

Tegelijkertijd wordt in de entree gewerkt aan een serie experimentele publicaties bij het onderzoek: Deadlines In Progress. Elke dag verschijnt een handgemaakte uitgave in beperkte oplage. Alle 9 edities worden aan het eind van de week gebundeld in boekvorm.

 
interview :
Iris Seuren over de Purity of Silk
De wereld om ons heen veranderd, niet alleen door evolutie maar ook door toedoen van de mens. Door toegenomen technologische mogel...
 
interview:
Sophie Kleuskens brengt Social Fuel in het dagelijks leven
In onze razendsnelle maatschappij moet alles gebeuren en het liefst tegelijkertijd. Sociaal contact wordt echter niet gepland in o...
 
praktijk:
Het Designeria Virus
Het project begon in een Indonesisch restaurant voorafgaand aan ons afstudeerproject. Bij het bestellen van de gerechten viel onze...
Door: Gastauteur