Hoe delen kunstenaars hun proces via online publicaties bij Witte Rook, en hoe bewaken ze daarin de poëtische kwaliteiten van hun werk? Met deze vragen startte Nele Brökelmann in 2020 haar verblijf als Artist in Residence bij Witte Rook. Ze nam het online platform van Witte Rook als casestudy voor haar onderzoek naar de rol van het proces binnen de artistieke praktijk. Het onderzoek vond plaats binnen de theoretische kaders van Bruno Latour en vervolgens werden de inzichten in essayvorm zowel visueel als tekstueel gepresenteerd. Onderdeel van het onderzoek waren een tweetal groepsgesprekken gevoerd door Nele Brökelmann met Jorieke Rottier, Marit van der Heijden en Esther van Rosmalen waarbij het uitgangspunt – wat is de functie van een (online)platform – leidde tot het analyseren van de betekenis van het woord proces. Dit essay is uiteindelijk uitgemond in het project ‘De Octopus’; een publicatieproject bestaande uit acht podcasts en vier essays.
Intro
Wanneer een kunstenaar een residency aangaat is dat vanuit de wens tot reflectie en de ambitie om de eigen praktijk te ontwikkelen. Het proces staat daarbij altijd centraal, echter proces is een divers en uiteenlopend begrip geworden. De betekenis van het woord proces is door een zekere populariteit minder specifiek en breed toepasbaar, zo bleek tijdens het eerste gesprek. Om het begrip van proces binnen de context van de kunst te benoemen is een overdraagbare begripsduiding noodzakelijk. Bij het tweede gesprek, bedoeld om tot een definitie te komen, is er gekozen voor de octopus als metafoor. De octopus is een levend wezen dat bestaat uit een lichaam met acht tentakels die onafhankelijk van elkaar kunnen functioneren. Het lichaam staat voor de hoofdgedachte ‘proces’, en van daaruit kunnen de tentakels worden gezien als mogelijkheden om verschillende posities in te nemen zonder de hoofdgedachte te verlaten. Via deze metafoor is er vanuit eigen ervaring en standpunten beredeneerd welke rollen het proces kan innemen binnen de artistieke praktijk.
‘’De zoektocht naar een allesomvattende definitie van het woord proces, zoals dat zich manifesteert in de kunstpraktijk, kan ik niet zonder het gebruik van metaforen benaderen. Een associatieve keuze uit mogelijke metaforen is de octopus, die met haar tentakels onafhankelijk van elkaar toetst, voelt en ontdekt.’’ – Nele Brökelmann
Tentakel 1: een sprong in het diepe
Een werkproces begint met een sprong in het diepe ofwel een aanzet om iets in gang te zetten waarvan de uitkomst nog onbekend is. De eerste stap is per persoon verschillend, wat uiteraard kan leiden tot verschillende uitkomsten, of andere processen in gang zet die vooraf niet voorzien waren. Experiment is logisch, net als falen, maar dat is inherent onderdeel van ‘de sprong’. Daartegenover staat dat in een werkproces ook vooraf bepaald kan worden welke handelingen je gaat uitvoeren en in welke volgorde. Zo kan dit proces rechtlijnig verlopen en daarmee vrij van twijfel zijn. Dit geeft op een andere manier ruimte voor experiment omdat niet iedere stap bevraagd hoeft te worden.
Tentakel 2: doorgaand procedé
De tweede tentakel is getypeerd als een doorgaand procedé: een situatie waarin het creëren en het beschouwen elkaar afwisselen. Dit vindt vaak op natuurlijke wijze plaats gedurende het werkproces, meestal onopgemerkt. Dit is een gevolg van de eerste tentakel waarbij ‘het zetten van de eerste stap’ leidt tot een tweede stap in het werkproces waarna het proces vanzelf doorgaat. Dit is ook benoemd als een continu gegeven, een procesvorm zonder einde ofwel het kunstenaarschap zelf. Er is dan geen onderscheid te maken tussen het begin en einde van een proces, het is iets dat gaande is. Als het wel een eindig proces betreft is het makkelijker om de verschillende stappen in retrospectief te definiëren door terug te kijken naar momentopnames van het creëren.
Tentakel 3: momentum van reflectie
De derde tentakel gaat over het werkproces dat leidt tot een momentum van reflectie, al dan niet bewust, ingeleid door de kunstenaar. Het is bedoeld als een rustpunt, om tussentijds te beschouwen om op nieuwe gedachtes te komen. Dit kan helpen keuzes te maken met betrekking tot het kunstwerk of het werken zelf. Het is een moment om in een nog niet voltooid stadium van het creëren met anderen te delen. Het is een kwetsbaar moment, het werk oogt alsof het logisch is om te delen met het publiek, maar voor de kunstenaar kan dit een complexe ervaring zijn. Het kunstwerk staat bij zo’n publiek moment centraal, wat de vraag oproept wat er wordt gezien, en hoe de kunstenaar zelf zich tot het publiek (in de zin van de ander) moet verhouden. Presenteren als onderdeel van beschouwing in het werkproces, een pauze om het werk zelf te bezien zonder een waardeoordeel over de oorsprong te vellen.
Tentakel 4: het publieke delen
In het geval van de tentakel over het publieke delen in de vorm van presentatie of tentoonstelling staat het contact met anderen centraal. Het is een situatie met veel verplichtingen en verwachtingen. Hierbij kan er sprake zijn van weerzin. Een mogelijke reden is het belangrijk maken van dit specifieke moment ten opzichte van alle andere momenten uit het werkproces, wat een idee van falen kan veroorzaken en de vraag oproept waarom dit moment belangrijker wordt gemaakt. Een andere verklaring is de onderbreking van het werkproces in combinatie met de suggestie dat het tonen een eindresultaat betreft. Dit wordt gezien als het navolgen van een afspraak – het tentoonstellen- en niet zozeer de noodzaak om een natuurlijke afstand te laten ontstaan tussen het kunstwerk en de kunstenaar. Het lijfelijk aanwezig zijn bij een presentatiemoment kent echter ook een sociaal aspect buiten het economische. Het gaat om het besef dat je niet alleen bent als kunstenaar, dat je werkt tegelijk met anderen die je tijdens het werken niet ziet, maar nu ontmoet.
Tentakel 5: de vertaling van het kunstwerk
De vijfde tentakel gaat over de vertaling van het kunstwerk en daarmee het ‘lichaam’ dat het kunstwerk nodig heeft om zich te kunnen manifesteren. Hierdoor wordt het kunstwerk gezien en herkend. Herkenning leidt tot het beschouwen van het kunstwerk en is nodig om besef te krijgen van de zoektocht van de kunstenaar. Het museum, de galerie of White Cube geeft context en aandacht voor deze vertaling van het kunstwerk, maar is niet altijd de juiste plek voor iedere vorm van het kunstwerk. Er is een voortdurende wisselwerking tussen kunstenaar en kunstwerk in de presentatie-context. Het kunstwerk zelf zit gedurende het proces van manifesteren in een tussenruimte; het heeft het atelier verlaten, maar nog niet de plek gevonden om naar de wereld te kunnen kijken.
Tentakel 6: transformatie van het kunstwerk
Bij de zesde tentakel komt het kunstwerk los van de maker, omdat het niet langer verblijft in het atelier, maar vooral omdat het niet langer deel uitmaakt van het werkproces. Het ondergaat een transformatie en is nu vrij voor interpretaties en associaties van anderen dan alleen die van de kunstenaar. Het kunstwerk kan bijvoorbeeld onderdeel worden van een collectie die het in een bepaalde context plaatst en nadruk op een of meerdere eigenschappen legt (materiaal, kunsthistorie, politieke omstandigheden, etc.), die niet per se door de kunstenaar worden verkozen. De verbinding van het kunstwerk met de kunstenaar is formeel (historisch, zakelijk en administratief) en informeel tegelijk (anekdotisch, instruerend en beïnvloedend) echter in alle gevallen is het een proces waarin de invloed van de kunstenaar op het kunstwerk anders is dan voorheen en waarbij het werkproces een dienende functie heeft gekregen.
Tentakel 7: schrijven in de zin van noteren
De zevende tentakel is die van het denk- en schrijfproces – schrijven in de zin van noteren of tekenen – en gaat over voelen, kijken, lezen en hoe dat kan leiden tot ontdekkingen. Het is een proces waarbij het denken en maken elkaar voeden, en kan voor iedere kunstenaar anders zijn. Zoals analytisch, om verschillende posities in te nemen of te verkennen. Het denkproces kan ook in retrospectief plaatsvinden, de handelingen en keuzes zijn gebaseerd op intuïtie en anticiperen op een duidingsproces achteraf. Noteren heeft dan als functie om iets te onthouden of tijdens het maken de betekenis te signaleren. Het woord intuïtie is hier bedoeld als gevolg van bewust en onbewust gevoed worden met niet nader gedefinieerde informatie en ervaringen. Het denkproces kan dan ook gelijk zijn aan het verzamelen van ingrediënten waarbij vooraf niets wordt uitgesloten, maar door oog te hebben voor contrasten, kan het helpen om keuzes te maken.
Tentakel 8: welke handeling te verrichten
De achtste en laatste tentakel is het productieproces. Produceren als weten welke stappen je moet nemen en welke handelingen te verrichten om tot een resultaat te komen. Het gaat om het uitvoeren, de realisatie van een vooraf gedefinieerde vraagstelling. De wisseling tussen het denkproces en het productieproces is het moment waarop een beslissing wordt genomen voor een eindvorm of momentopname van het kunstwerk. De vraag is dan in hoeverre het belangrijk is om in de uitvoering zo min mogelijk concessies te doen. Het produceren of het product zelf hoeft niet problematisch te zijn, wel de expressie die eraan wordt verbonden. Expressie wordt geacht iets te onthullen, alsof het verbonden is aan de intentie. Intentionaliteit in het proces van produceren kan ook als iets nomadisch worden gezien waarbij de expressie weet te verrassen door niet hetzelfde te blijven, in de beschouwing kan het iedere keer anders worden ervaren.
Outro
De acht tentakels vormden de basis voor gesprekken tussen twee kunstenaars of curatoren die samen met een moderator reflecteren op de verschillende aspecten van het proces binnen de kunst. Deze gesprekken zijn in 2022 en begin 2023 opgenomen en vanaf 8 februari 2023 te beluisteren als podcast op witterook.nu en spotify. In deze gesprekken wordt er vanuit de praktijk van de deelnemers en de kennis van de moderatoren de invloed van het proces per tentakel belicht en ervaringen gedeeld. De tentakels omvatten samen vier deelgebieden: onderzoek, reflectie, productie en presentatie die in vier essays besproken worden te publiceren in mei 2023.
De deelnemers zijn: Thomas Bakker, Iris Bouwmeester, Monika Dahlberg, Julia Geerlings, Mariska de Groot, Maureen Jonker, Susanne Khalil Yusef, Vedran Kopljar, Eva Langerak, Dagmar Marent, An Onghena, Jorieke Rottier, Sam Scheuermann, Lily van der Stokker, Marjolein van de Ven, Liza Wolters. De gesprekken zijn gemodereerd door Nele Brökelmann, Esther van Rosmalen, Roeliena Aukema en Eef Schoolmeesters.