6 December
Waar heb ik nou naar gezocht tijdens de residentie bij Witte Rook? Ik zie driehoeken. Ik zie kleur verloop in de vlakken. Een bepaalde kwast streek richting. En ik zie een soort tactiliteit. Het word bijna een vacht. Glanzend plastic of lucht. Er zit een soort tegenstrijdigheid in de eigenschappen. Iets dat reflecteert, maar ook opneemt. Je kijkt erop, maar je kijkt er ook doorheen.
Een voorgrond en een achtergrond. Beiden in acryl geschilderd. Het zijn in twee fasen geschilderde vlakken op papier. In de eerste fase is het hele vel geschilderd. In de tweede fase plakte ik met tape de driehoeken af. Ik had de driehoeken nodig. Ik had een vaste werkwijze nodig. Ik had het nodig om diepte te begrijpen.
1 Januari
Ik teken met balpen op A4 papier een zelfportret. Ik kan niet uitgummen. Ik moet keuzes maken die zichtbaar blijven. Zo irritant. Ik begrijp die neus gewoon niet. Mijn keuzes verplaatsen en verdubbelen. Ik herpositioneer vooral in mijn hoofd en niet op het papier. Kom op! Op het papier! Moet de lijn van de lip hier? Ja of nee? Ja. Oke. Moet de lijn van de neus dan hier? Ja of nee? Nee. Moet de lijn dan hoger? Nee. Moet de lijn dan iets hoger en naar links? Ja. Oke.
5 Januari
Ik wil alle subjectieve gedachten loslaten. Mijn fantasie, intuitive energie. Voor even. Een intuitieve energie die wil krassen, shaden en vullen. Ik zoek mijn concentratie en ik zet me over slechte tekeningen heen. Het is zo moeilijk als je begint met niks. Iedere keer begin ik te tekenen op een leeg vel. Ik kan me nergens aan vasthouden. Alsof ik in de ruimte zweef en er is geen boven, onder, voor, achter, links en rechts. Ik heb geen punt waar ik vandaan werk. Het enige kader is het witte vel en de pen. Ik heb iemand voor me zitten. Ik vertaal een 3D wereld naar een plat vlak. Ik probeer de dimensies te begrijpen. Hoe kan ik de neus die ik zie in 3D vertalen naar 2D? Welke vormen heb ik nodig? Hoe vormt een lijn zich? En ook ten opzichte van welke lijn vormt het zich? Hoe zien de ogen eruit ten op zichte van de neus? Staan ze beiden naar links gericht? Klopt het met de werkelijkheid? Ik wil een realistische tekening maken. Ik wil realistisch leren tekenen.
7 Januari
Een model voor me. Ik vind bepaalde dingen zo mooi, waardoor ik ze versterk. Ik laat de schets aan hem zien. Hij vind het niet lijken. Hij vertelt me hoe het anders moet. Nou weet ik ook hoe hij zichzelf ziet. Hij. Ik. En ook nog een verborgen realiteit. Zijn die 3 dingen samen de realiteit?
10 Januari
Ik oefen een portret van mijn gezicht. Verschillende emoties. Zo realistisch mogelijk in zo weinig mogelijk penstrepen. Ik blok alles. Een zelfportret in pen en egg tempera. Het is iets te mooi. Neus te smal. Er is lucht. Ik sta in een kamer met tegels en een telefoon. Wat doe ik daar? Is het een badkamer met een telefoon? Beetje ouderwets.
Ik kijk mezelf aan. Of misschien iets van een verlangen van mezelf naar mezelf. Wat doe ik daar? Wie is dat?
12 januari
Ik probeer iets. Ik heb eerst een zittend model getekend met balpen. Daarna borstel ik het papier met egg tempera. Heel zachtjes. Dat wel. De verf is transparant en kleurrijk. Je komt tot donkere kleuren en een dikkere laag door lagen toe te voegen. Anders dan acryl. Acryl is meer een masker. Acryl schilder je naast elkaar. Het gaat er meer om hoe je kleuren naast elkaar zet. Met ei tempera komen de lagen over elkaar te liggen en zie je alle lagen. Je ziet de kwast streek duidelijk zitten. Je strijkt.
18 Januari
De benen snappen het. Ze gaan gewoon. Als een soort paardje ren ik dan door de straten. Mijn hoofd heeft het dan nog druk. Maar als ik ren word mijn lichaam langzaam groter. De beweging begint in mijn benen. Eerst bewegen mijn knieën en daarna mijn heupen. En zo brand ik. Ik heb een warm gevoel in mijn onderbuik. Mijn hoofd begint te protesteren. ‘Ik denk dat je nu echt moet stoppen, want je bent al fit en dit slaat nergens op. Wat voor reden kan jij nou hebben om te gaan rennen.’ Mijn buik word net wakker. Die begint te luchten. ‘Stil, hoofd.’ Mijn hoofd heeft allerlei argumenten om te stoppen. Maar de benen hebben geen oren. Die gaan gewoon. De heupen staan in de fik. De buik blaast in en uit. Het hart word wakker. Het bonst. Het hart bonst. Het hart zal het hoofd snel overstemmen. En dan is het hoofd eindelijk kalm.
25 Januari
Ik luister naar kunst is lang met Jacobien de Rooij. Ze vertelt over de trekkende kracht in een werk. ‘Een tekening neemt het over, op een gegeven moment van jou. Je begint die tekening en dan op een gegeven moment is er een moment, dat zal bijna iedere beeldend kunstenaar bevestigen, dat ie het over neemt. En zichzelf verder maakt.’ ‘Word het nou wat of word het niks?’. Ik ben nog op een leeg vel. In het niks. Ik ga streepjes zetten en het ziet eruit als streepjescode. Ik weet niet meer waar ik ben en probeer me ergens aan vast te houden. Ik maak ankerpunten. Ik moet er de tijd voor nemen om dat op te bouwen. Ik mag vertrouwen op de nabije toekomst dat ik er een gezicht van kan maken. Maar ik mag ook op fouten rekenen. Die kan ik dan meenemen naar de volgende schets. Ik wil duidelijkheid. En de tekening wil het mij geven. Zo trekt de tekening aan mij. Maar, ik weet dat als ik te snel grote keuzes maak, het er uiteindelijk niet uitziet als de werkelijkheid.
29 Januari
Vanuit mijn appartement op Strijp s kijk ik uit op twee torens. De twee torens van het innovation powerhouse. Het zijn klassieke roodbruine torens in baksteen. Ze steken mooi af tegen de felblauwe achtergrond. De lucht. Op de voorgrond donkere kale bomen met balletjes aan hun takjes. Een soort plataan. De zon schijnt op het gebouw en de torens en laat de bomen in de schaduw. Er is een mooi contrast van licht en donker en de kleuren. Het doet mij denken aan St. Anton. In de winter ligt daar sneeuw. Het landschap is wit en de lucht is blauw. Door het wit lijkt het gehele omgeving als een foto een groot contrast te hebben. Donkere kleuren lijken donkerder door het contrast. De zon schijnt. De zon reflecteert via de sneeuw op alles. De huizen, de skilift en de mensen. Alles word dus ook rijker van kleur. Zelfs vale stenen zijn warm en vol van kleur. Alsof je in een studio staat. Alle kleuren (ook het wit) versterken elkaar.