Agenda Artikelen Programma Zoeken Contact Partners Auteurs

Een snelle en wilde schilder, Tosja van Lieshout

Toen Tosja van Lieshout wist dat ze de AiR van Gogh prijs voor recent afgestudeerden had gewonnen dacht ze dat ze een maand in de kosterswoning te Zundert zou mogen verblijven. Dat ze zich twee maanden mocht terugtrekken op de nieuwe residentieplek aan De Moeren was een grote verrassing. De woon- werkruimte in een ‘schuur’ gelegen in een weidse en gebouwluwe omgeving lijkt van buitenaf niet uitzonderlijk groot, maar is van binnen meer dan royaal…bijna overweldigend. Vergezeld van enkele oude werken en incidentele gasten vond Tosja zichzelf terug in de eerste week van haar verblijf om daarna voluit te kunnen werken. 

Over de plek

Als café het Anker open mocht zijn zou Tosja vast meer mensen gezien hebben, getuige het grote lege parkeerterrein. Haar tijdelijke verblijf ligt hier vlak achter. Ook de winter beperkt waarschijnlijk de komst van natuurliefhebbers naar de toch wel afgelegen omgeving. Zo gaan de dagen voorbij zonder dat ze bijna iemand zag op een doordeweekse dag.

“Het heeft ook zo zijn charme deze donkere periode, Vincent schilderde in Brabant donkere schilderijen. Ik heb ook de neiging tot het schilderen met donkere kleuren. En ik heb wel iets met duister al ben ik eigenlijk bang in het donker. In het begin liet ik hier s’ nachts zelfs een lichtje aan als ik ging slapen. Lang was dat niet nodig, het wende, alleen wende het niet dat de muizen rondliepen in het dak boven mijn hoofd.
Afgelopen maanden heb ik veel thuis moeten werken. Vanwege corona kon ik niet meer terecht op de kunstacademie. Ik ben een snelle en wilde schilder en heb heel erg de behoefte aan ruimte om te kunnen schilderen. Dat is er hier in ruime mate. Ik heb in de eerste weken dan ook heel veel gewerkt, soms wel aan meerdere doeken tegelijkertijd, wat natuurlijk niet vol te houden is. Later werd ik wat langzamer, ik heb de tijd met twee maanden. Ik moest hier ook wennen. Het is hier erg afgelegen en moet op de fiets als ik ergens heen wil. Dat is raar en fijn tegelijk. Ik ben ook niet al die tijd alleen geweest, mijn vriend kwam omdat hij toch niet naar zijn werk kon, en vrienden van de academie. Goed om hier met hen te kunnen sparren al merkte ik ook dat ik ernaar verlangde alleen te zijn. Voor het eerst kon ik reageren op de academie door gewoon te schilderen zonder concept. Alleen met mijn passie voor kleur en de verf zelf.”

Over het duister

De belangrijkste reden voor Tosja om in de voetsporen van Vincent te treden is om in de natuur te zijn. Breda, waar ze woont, is weliswaar omgeven door bossen wat je niet kan vergelijken met deze plek. Hier is niet het groen, maar de baksteen in de minderheid. Zo fantaseerde ze hoe Vincent de landschappen met mens en dier vastlegde, en over zijn drang om obsessief te werken.

“Het eerste werk dat ik hier maakte is geïnspireerd op de aardappeleters van Vincent. Niet om het echt na te maken, maar dat zat in mijn achterhoofd en ik zocht naar dezelfde spanning. Ik ben in mijn werk nog zoekende en ga vooral hier het experiment aan met kleur en techniek. Ik moet het gewoon doen en dan zien of het werkt en me niet druk maken hoe anderen erover oordelen. Ik ga uit van een simpel scenario waarmee ik iets kan vertellen, het liefst met olieverf en een dystopische sfeer. Misschien dat de winter nu onbewust invloed heeft, maar ik vind het duister ook interessant omdat het veel meer diepte heeft. In het kleurgebruik, maar ook in thematiek is het ‘duistere’ voor mij veel interessanter. Ik wil de beschouwer het gevoel geven dat het een momentopname is van een actie, dat je er middenin zit zonder te weten waar het naar toe zal gaan.
Misschien heeft dat ook te maken met de protestantse school waar ik op heb gezeten. Niet dat we van huis uit erg gelovig zijn. Dongen, waar ik vandaan kom, is geen uitgesproken religieus dorp. Toch komt het altijd terug, de impact van de eerste jaren van vorming, in dromen en fascinatie. Alles komt in die fascinatie samen zoals bijvoorbeeld in de serie schilderijen die ik hier heb gemaakt van een kerk. De kerk staat in Frankrijk, maar is in vorm en intentie niet anders dan de abdij van Zundert. De architectuur wordt steeds meer een spel van sfeer, lijn en abstractie waarin het kruis oplicht in een vorm die haast uit touwen lijkt te bestaan. Mijn werken combineren zo donker en licht, maar als het donker teveel overheerst wil ik altijd weer lichter gaan werken.”

Over de verf

Tosja wil nog veel leren over de verf en les krijgen van een schilder waarvoor ze zoekt naar een masteropleiding. Ze wil over de verf praten en de kwast, het palet en het doek om zich te bepalen tot de techniek. Een basis leggen die ze nodig heeft om zich niet te verliezen in alles eromheen.

“Ik werd altijd geconfronteerd met de waarom vraag. Terwijl ik zelf nog zoveel vragen had moest ik al antwoorden geven. Hoewel ik de waaromvraag nu wel beter kan beantwoorden ben ik nog lang niet klaar met mijn zoektocht. Zo heb ik geleerd om niet alles in één werk te stoppen door stage te lopen bij Katinka Lampe. Ze werkt heel anders dan ik, maar ik heb veel van haar kennis geleerd en hoe controle te houden. Hoe een verhaal te vertellen over wat je kan zien en wat ik je wil laten zien. Daarom geven mijn schilderijen een onaf idee. Dat had tijd nodig. Ik begon in het tweede jaar met abstracte voorstellingen waar ik lastig over kon praten. Toen kwam het verhaal en de figuratie en nu beweeg ik me natuurlijker tussen deze twee uitersten. Ik heb hier direct naar de waarneming op doek geschilderd en ook uit het hoofd. Soms zelfs naar de waarneming van geluid zoals passerende paarden die ik niet zag, maar wel op het doek verschenen.
Een doek waar ik nog mee bezig ben is een portret van Vincent omdat ik het idee kwijt moest om Vincent te schilderen. Niet alleen vanwege zijn rol in de schilderkunst: als hij niet had bestaan was ik hier niet geweest. Het schilderen naar zijn gelijkenis gaf me ook rust. Daar hoef ik dan niet over te piekeren als ik in bed lig ik. Wel over andere werken. Zijn ze goed genoeg? Kan dat aan de kleur liggen, of aan de compositie?

Over Vincent

Om twee maanden te leven tussen je eigen werken ervaarde Tosja op sommige momenten als confronterend. Door haar schilderijen af en toe om te draaien gunde ze zichzelf wat rust om ook te leven en te denken. Dat vond noodgedwongen toch al een groot deel binnen plaats, al ging ze ook nog af en toe terug naar Breda om andere dingen te zien en weer zin te krijgen om door te werken.

“Mijn meest waardevolle ontdekking? Misschien dat ik een radicale schilder ben. En dat ik door zo lang in dezelfde ruimte te hebben gezeten veel geleerd heb over mezelf.  Dat wil ik graag meenemen, vooral het loslaten van de angst om iets te doen. Door het loslaten kan ik, maar ook anderen, beter zien waar mijn werk over gaat. Ik weet dat ik nog niet de ervaring heb om echt te kunnen kijken naar mijn eigen werk, al weet ik wel wanneer ik het goed vind zoals een van vogelwerken die ik hier heb geschilderd. Het oogt vervreemdend omdat de afbeelding niet direct herkenbaar is. Dat is hoe ik graag naar een schilderij kijk. Ik heb ook meerdere vogels geschilderd. De groene specht zelfs twee keer want die kwam bijna elke ochtend langs. Hier is het zo gewoon dat er veel vogels zijn wat ik heel leuk vind en een tegenstelling is tot de stad waar het soms vreemd is om een vogel te zien.
Alleen jammer dat ik niet buiten heb kunnen werken. Ik wilde graag de beweging die ik zie in het werk van Vincent, die mij fascineert, in de open lucht ervaren. Maar hoe dan ook heeft hij zijn invloed doen gelden. Ik ben met een ander soort aandacht naar de dingen gaan kijken. Kritisch gaan nadenken over mijn eigen kleuren, mijn palet. En ook over het vertalen van alles wat ik zie dat een kleine waarde heeft een grote waarde te geven door kleur en vorm. Al was ik in het begin niet zo bezig met de nalatenschap van Vincent, gebeurt dat toch vanzelf. Hij is wel een meester. Dat is niet erg, zolang er ook vrijheid is om het naar me toe te trekken.”


 
Auteur:
Esther van Rosmalen

Moersebaan 2 Zundert

Tosja van Lieshout heeft in de maanden december 2020 en januari 2021 als ‘artist-in-residence’ gewerkt in de Vlaamse Schuur, het nieuwe gastatelier van het Vincent van Goghhuis. De resultaten van deze werkperiode zullen op een later moment worden geëxposeerd.

Van Gogh artist-in-residence

Met het Van Gogh artist-in-residence programma wil het Van GoghHuis in Zundert Vincents droom navolgen van ‘het atelier van het Zuiden’. Kunstenaars uit alle windstreken, zowel jonge talenten als gevestigde namen, worden uitgenodigd een tijdlang in de omgeving van Zundert te komen werken. Om in Van Goghs voetsporen te treden en zich te laten inspireren door zijn werk, zijn gedachtengoed en de plek waar hij opgroeide.

Het gastatelier, gelegen op het landgoed De Moeren in het toekomstig Van Gogh Nationaal Park, biedt kunstenaars van nu de mogelijkheid om in alle rust een tijdlang te werken. Wat de gasten gemeen hebben, is dat ze op een of andere wijze geïnspireerd worden door het leven en werk van Vincent van Gogh. Een periode van onderzoek, experiment en afzondering in de natuurlijke omgeving die de sfeer van Van Gogh ademt

 
gesprek:
Schrijvers luisteren, luisteraars wandelen, wandelaars schrijven, Anton Dautzenberg en Rob Moonen
Een heidegesprek op het landgoed De Moeren met Rob Moonen en Anton Dautzenberg over een boek zonder letters, over een vrouw met me...
 
interview:
Het geboortehuis van Vincent van Gogh is dood Fenna Koot
Aan de overkant van de kosterswoning te Zundert ligt de bouwplaats er stil en verlaten bij. Betonnen silhouetten zijn half aangekl...
 
interview:
Leven, liefde en een gebroken hart, Maurice Nuiten
Zundert staat voor Maurice Nuiten gelijk aan rust, stilte en contemplatie. Met weinig tot geen volk op straat is er nu ook meer ru...