Hoewel de deuren van het Stedelijk Museum Breda zich er uitstekend voor zouden lenen, om stellingen tegen aan te spijkeren, is dit niet de juiste methodiek voor het manifest van Jordy Koevoets. Niet in woorden maar met beelden geeft hij vorm aan zijn overtuiging die door de glazen wand van de nieuwe projectruimte NEXT zichtbaar is. Wij, de kunstenaars van Breda! is het eerste glasheldere deel van deze nieuwe expositiereeks.
Lise Sore
Tijdens de opbouw van de expositie vertelt Jordy hoe dit tot stand kwam. In zijn hoofd huisde al tijden een plan om de kunstenaars van Breda te presenteren. Wat in eerste instantie een enkel nobel streven leek, werd in snel tempo werkelijkheid na een mailwisseling met Dingeman Kuilman, directeur van het Stedelijk Museum Breda, die zich door zijn gedrevenheid liet overtuigen. Toen ging het snel, een longlist werd een shortlist en binnen een maand was het geregeld toen hij de perfecte combinatie had. “Ik vind het belangrijk dat er verschillende media en onderwerpen in deze expositie vertegenwoordigd zijn, Breda is zo rijk aan kunstenaars dat het geen moeite kost om tot een selectie te komen. Het weglaten is lastiger, maar geen belemmering omdat er meer zullen volgen. Dit is pas deel één van de drie tot vier exposities die jaarlijks in deze ruimte van het museum zullen plaatsvinden.”
Ruth de Vos
Dit platform, zoals hij de expositiereeks benadert, is een onderdeel van een groter geheel, het tonen van het werk van de Bredase kunstenaars, niet door het incident maar in de continuïteit. “Dat ontbreekt in de stad, ik zie deze reeks als een manifest. Niet op papier, of nog niet, maar een manifest dat al doende ontstaat. Iedere expositie zal zich als een hoofdstuk van het verhaal, van het manifest, ontvouwen en ontwikkelen. De eerste stap is dat we de krachten bundelen en de kwaliteiten van Bredase kunstenaars tonen. Deze expositie zie ik als een aftrap waarvan ik hoop dat deze ook ondersteund wordt door de aanwezige kunstinstellingen. Niet alleen om talent voor de stad te behouden of een hiaat te vullen tussen kunstacademie AKV | St. Joost en het opzetten van de beroepspraktijk in de stad. Maar vooral om ook de interesse wekken van mensen van buiten. We kunnen best tot het hoger level komen waarvan Den Haag nu een goed voorbeeld is.”
Ruth de Vos
Tussen het gereedschap en de kunstwerken, die nog in afwachting zijn van hun finest hour, vertelt hij begeesterd over de geselecteerde werken. “Er is geen overkoepelend thema, de selectie is idealistisch tot stand gekomen. Wat niet wel zeggen dat er geen esthetisch doel is, daar ontkom je niet aan. Voor mij is het belangrijk dat ik er honderd procent achter kan staan, dat er een klik is. Zoals het werk bijvoorbeeld van Lise Sore, ik kende haar vlogs waarin ze zichzelf vragen stelt, haar kunstenaarschap bevraagt. Toen ik via facebook haar zelfportret langs zag komen dacht ik gelijk, die moet ik hebben.”
Ruth de Vos – Margot Zweers – Romee van Oers – Mandy den Elzen – Iris Bouwmeester
De manifestopzet geeft hem de mogelijkheid om zonder concreet uitgangspunt tot een geheel te komen. Geen dwingende curatorvisie maar het zoeken naar die kunstwerken die in deze ruimte elkaar aanvullen en zich verhouden tot het complexe principe van de White Cube. ‘Het is geen gemakkelijke ruimte, er zijn veel elementen om rekening mee te houden zoals de glaswanden en muren waarin niet geboord kan worden maar dat is ook de uitdaging. Bijvoorbeeld het werk van Margot Zweers stelt altijd de positie van de bezoeker in de ruimte ter discussie, het materiaal, het perfect gepolijste acrylglas, krijgt hier een heel andere lading dan in een ruwe industriële locatie.” Een principe dat ook wordt bevestigd door de centrale positie van haar kunstwerk. Een hekwerk maar niet zoals zij eerder maakte van staal, wat een ragfijne maar duidelijke scheiding liet zien, veroorzaakt de transparantie nu verwarring. Een bijna onzichtbare scheiding tussen waar je bent en waar je wil komen, wat bijna een symbolische weergave lijkt van het manifest.”
Gert-Jan van den Bemd
Jordy vervolgt zijn verhaal via de andere werken, zoals het fotowerk van Gert-Jan van den Bemd. “Gert-Jan is een typische kunstenaar die veel verschillende media beheerst maar altijd met een scherp oog voor het dagelijks leven. De foto die ik heb geselecteerd vertelt het verhaal van nu, de selfie die je de koper van een Louis Vuitton tas ziet maken voor de winkel, is een egodocument van deze tijd. Het werk van Ruth de Vos gaat ook over de techniek in ons leven, bij haar heb ik gekozen voor haar sleutelwerk. Het geschilderde tweeluik van één van de eerste computers. Het werk van Romee van Oers gaat juist over de schildering zelf, hoe ze de handeling en de drager van het materiaal verwisselbaar maakt.”
Josua Wechsler
Toch is er, niet geheel toevallig, ook een verwijzing naar de expositie True Beauty, die tegelijkertijd opent in het museum. De verbeeldingskracht die kunst en wetenschap bindt, is ook tastbaar in het werk van Josua Wechsler die zichzelf typeert als een bemiddelaar tussen de mens en de natuur. “Mijn werk bemiddelt het bewustmaken van deze natuur. In het werk dat ik nu toon, gaat het om een oervorm, de boom is zwart en oogt dood maar in de wortels komt een vorm terug die ik vaker in mijn werk gebruik. Een vorm die abstract is maar gevuld met betekenis, een soort oervorm, een oneindigheidsymbool. Iets dat heel klein is maar eigenlijk ook oneindig groot. Het is een reactie op de permanente groei om ons heen, alles moet en wordt steeds groter, de economie, de wereldbevolking maar de natuur groeit niet mee, die is niet maakbaar maar noodzakelijk. Het is een kringloop, de boom is niet dood maar kan zich steeds moeilijker herhalen.”
Mandy den Elzen
Mandy den Elzen benadert de natuur juist vanuit de verborgen esthetiek. De vissen die zij in delen prepareert, zijn op het oog heel aantrekkelijk. “Veel mensen schrikken ervoor terug als ze horen wat het werkelijk is, dat vinden ze vies. Eerlijk gezegd vind ik het zelf ook heel vies om er mee bezig te zijn. Dat klinkt tegenstrijdig maar als kunstenaar moet je je daardoor niet laten weerhouden. Mensen zijn al tijden kwijt hoe je met dieren om moet gaan, dat het levende wezens zijn. Door de schoonheid te tonen van hetgeen normaal gesproken in de vuilnisbak terecht komt, laat ik zien hoe vergankelijk het eigenlijk is. Misschien oogt het in de presentatie ouderwets, eigenlijk ben ik dat ook. Maar het is ook heel praktisch want de keuze voor de stolpen oogt romantisch maar zo kan je het wel het beste zien en blijft het werk behouden.”
Iris Bouwmeester
Driekwart van de expositie staat inmiddels op de juiste plek als Iris Bouwmeester haar werk voor de expositie komt brengen. Een sculptuur die piept en kraakt, geheel in contradictie met de indruk van breekbaarheid en materieel gewicht die het achterlaat. De ruimte die ze goed kende, toen het nog een kunstuitleen was en het naastgelegen museum een andere naam en functie had. De glazen pui was indertijd de vitrine voor haar meest vluchtige sculptuur ooit, geheel opgebouwd uit schuim. “Dat was een belangrijk moment waar ik het figuratieve in mijn werk inwisselde voor het abstracte.” Cruciale momenten die zich verbinden met tijd en ruimte. Dat is misschien wel de werkelijke waarde van een Stedelijk Museum, een ontmoetingsplaats te zijn voor de geschiedenissen van kunstenaars.