De achtdelige podcastserie ‘De Octopus’ zet de metafoor van de octopus in om de complexiteit en veelvuldigheid van het artistieke proces vatbaar te maken. Verschillende kunstenaars en curatoren, uitgenodigd door Witte Rook, proberen de veelvuldige interpretaties van het woord ‘proces’ te beschrijven vanuit hun eigen ervaring. Als proces een octopus is, dan worden alle onderdelen die dit proces belichamen gerepresenteerd door tentakels. Een essentieel aspect van het artistiek proces is reflectie, en een onmisbaar gevolg van het tentaculair denken, is verbinding. Het woord tentakel stamt etymologisch af van het Latijnse woord ‘tentaculum’ (‘voelers’), gerelateerd aan het werkwoord ‘tentare’, wat zich vertaalt als ‘proberen’ of ‘(aan)voelen’. Er bestaat geen geschiktere metafoor om het aanvoelende, trachtende, onzekere maar toch bezielde en onderzochte fenomeen dat wij ‘artistiek proces’ noemen te beschrijven.
Serendipiteit
Er bestaan talloze vooroordelen over het artistiek ‘proces’ en over de betekenis van artistieke ‘reflectie’. Hoe een kunstenaar iets maakt en hoe een kunstwerk tot stand komt, is ondanks de vooruitgang die geboekt is in hedendaagse kunst en kunsttheorieën nog steeds gesluierd in de mystieke waas van het kunstenaarsgenie, de dromerige romanticus of de gekke knutselaar die geïnspireerd wordt door de muzen. Ik herinner me een discussie met een bevriende kunstenaar, over hoe het artistiek proces wél iets magisch is, omdat het niet gerationaliseerd kan worden tot een rechttoe rechtaan werkschema of omdat het niet geleid wordt door doelmatigheid. Dat was een belangrijk punt, maar ik was nog steeds niet overtuigd van het gebruik van het woord ‘magie’. Toch zijn er haast magische componenten in hoe een kunstwerk uiteindelijk tot stand komt. ‘Serendipiteit’, zou ik dat eerder noemen: het gevoel dat de puzzelstukjes van het toeval plots in elkaar vallen, of hoe alles in relatie lijkt te staan tot elkaar. In aflevering 3 van de podcastserie, ‘momentum van reflectie’, opent kunstenaar Vedran Kopljar het gesprek door te stellen dat er niet één proces, maar meerdere processen bestaan als het komt op kunst maken. Hij beschrijft de vele ‘conceptuele huisjes’ die in zijn hoofd bestaan en uiteindelijk uitmonden in concrete kunstwerken, als een soort georganiseerde chaos waar hij zijn verschillende inspiratiebronnen, gedachtestromen en concrete samenwerkingen, projecten of tentoonstellingen kan onderbrengen. Hier komen ook alle kleine stukjes uit zijn leven samen om uiteindelijk omgekneed te worden tot een betekenisvol kunstwerk of een boeiende tentoonstelling.
Hetgeen al die verschillende relaties tussen de elementen van een artistiek proces kan aaneenrijgen tot een coherent artistiek geheel of kunstwerk, is reflectie. Reflectie is het bindmiddel of hechtende draad die de diverse lagen in een creatief maakproces samenhoudt. Reflectie betekent dat je constant inspiratie verwerkt, ideeën creëert, verandert, aanpast, experimenteert, en verfijnt. Het aspect van reflectie binnen een artistiek proces zorgt ervoor dat kunst zich kan onderscheiden van creatieve therapie of het maken om te maken (niet te verwarren met ‘l’art pour l’art’, maar het lijkt er op). De kunstenaar kijkt constant terug naar het werk, analyseert het vanuit verschillende standpunten – dan spreek ik niet enkel over zichtpunten om de juiste kleur of schaduw of onderdeel van een installatie binnen te brengen, maar vooral over een inhoudelijke en cerebrale analyse van wat er aan het gebeuren is, van hetgeen in creatie is. Bovendien is reflectie alomtegenwoordig: het is overal aanwezig in het artistieke proces en is essentieel voor de identiteit en de positionering van een kunstenaar. Doorheen reflectie kan je leren wie je bent als kunstenaar.
Tentare
Net zoals het artistiek proces, laat ‘reflectie’ zich echter niet definiëren door slechts één rechtlijnige betekenis. Verschillende vormen van reflectie zijn van toepassing tijdens de gelaagde artistieke processen binnen het oeuvre van een kunstenaar. Een van de meest cruciale vormen is zelf-reflectie. Via zelf-reflectie kan een kunstenaar kritisch leren kijken naar het eigen werk, of het ego overstijgen om iets te creëren buiten het idiosyncratische om – iets dat werkelijk die kracht tot verbinding in zich draagt. Experimenteren en dingen uitproberen, letterlijk het ‘tentare’ en het tentaculair denken, is ook een onderdeel van reflectie. Wat werkt wel en wat werkt niet? Soms kunnen hier ook andere kunstenaars bij te pas komen: spel, improvisatie of samenwerkingen met anderen. Vedran Kopljar beschrijft innemend hoe zijn ouders deel uitmaken van dit onderdeel van zijn artistiek proces, hoe zij de beste co-producenten en critici zijn voor hem. Zijn artistieke processen en momenten van reflectie zorgen ervoor dat mama en papa Kopljar ook kunstenaar worden. De creatieve reflectie is de plek waar er een brug geslagen wordt tussen het artistieke proces en anderen, een uitgestoken hand naar de transformatie van het kunstwerk toe, een opening. Dit kan ook gaan over het betrekken van anderen in je werk door feedback te vragen, een aspect waarbij je verbinding tot een gemeenschap die geïnteresseerd is in de vroege stadia van je werk belangrijk is. In aflevering 3, haalt kunstenares Liza Wolters echter een belangrijk punt aan: dikwijls wordt het resultaat van reflectie gekoppeld aan een moment van evaluatie. In plaats van het verkrijgen van constructieve feedback, wordt je soms beoordeeld of veroordeeld. Een werk kan, nog voor het af is, slachtoffer worden van projecties of labels die een kunstenaar onzeker kunnen maken of het artistieke proces dat in beweging is verstoren of verstenen.
Gek genoeg is de mogelijkheid van een misplaatste interpretatie of opmerking een even grote nachtmerrie voor curatoren en critici. Ik ben zelf curator en ik schrijf over kunst, en soms kom je in best moeilijke situaties terecht: wat doe je als je het werk van een kunstenaar écht niet interessant, niet relevant of in sommige gevallen zelfs ongepast vindt, of een werk totaal fout interpreteert? Ik geloof sterk in het gezegde ‘eerlijk duurt het langst’, en heb de gewoonte ontwikkeld om in zo’n geval expliciet te zeggen dat ik geen voeling heb met een praktijk, in de hoop dat er een wederzijds respectvol gesprek kan ontstaan. Soms is het even interessant om te horen waarom iemand geen connectie voelt, als dan wel iemand die enthousiast is. Net zoals curator Julia Geerlings, die in aflevering 6, ‘transformatie van het kunstwerk’, spreekt over haar omgang met kunstenaars en het laten nalezen van teksten, zou ik mij ook ongemakkelijk voelen om iets te publiceren waar de kunstenaar zich niet goed bij voelt. In dezelfde aflevering spreekt kunstenares Lily Van der Stokker over een ervaring die ze had bij het lezen van een artikel van de wereldberoemde kunstcritica Roberta Smith over haar werk, een anekdote die me plaatsvervangende stress bezorgde. Smith schreef over een werk van de kunstenares in een artikel over de huizencrisis van 2008, maar Lily Van der Stokker was niet blij met deze ontdekking omdat het werk ouder was dan 2008 en niets met een wooncrisis te maken had. Ik zie hier dan weer een boeiende definitie in van wat een transformatie van een kunstwerk precies inhoudt: de reflectie van de kunstenares creëert een werk, dat op haar beurt losgelaten wordt in een tentoonstellingscircuit en een commercieel circuit waar de kunstenaar verder geen controle over heeft. Daarna spelen zaken als momentum en context een grote rol bij wat die transformatie van een werk precies kan inhouden. Smith leest of voelt als toeschouwer een verband met iets dat zij op socio-economisch en politiek niveau meemaakt in een gegeven tijd, zij transponeert het werk in een nieuwe betekenis en geeft het een nieuwe relevantie. Dat is eigenlijk een vorm van rijkdom, een verderzetting van de reflectie van de kunstenares door anderen.
Engagement
Reflectie is dus niet enkel de verbinding tussen de verschillende aspecten van het artistiek proces, maar het is ook de vruchtbare bodem voor externe verbindingsprocessen buiten het werk om, voor een verbinding met toeschouwers. Dat kan gaan over verschillende verbindingsvormen en hechtingsprocessen. Kunst kan een gevoel van gemeenschap opwekken, als verschillende mensen elkaar vinden in een gedeelde interesse in het werk van een kunstenaar. Toeschouwers kunnen zich emotioneel hechten aan een werk omdat het bepaalde gevoelens (en dopamine) losweekt. Bij vormen van culturele hechting kan kunst een culturele identiteit bevestigen en erfgoed van generatie op generatie overdragen. Daarnaast kunnen vormen van verbinding ervoor zorgen dat kunst de plek bij uitstek wordt om kritisch denken en intellectueel engagement te stimuleren. Sociale en politieke issues kunnen bespreekbaar worden gemaakt, omdat er soms ook zoveel verbinding vervat zit in een kunstwerk. Met andere woorden, kunst en de artistieke processen waar ze uit voortkomt kunnen krachtige connecties bestendigen tussen mensen, of ze nu emotioneel, sociaal, cultureel, esthetisch of intellectueel zijn. Deze vormen van verbinding bestaan wanneer een kunstwerk al in de transformatiezone gelanceerd is, maar zij kunnen enkel doorleven als er al vormen van verbinding aanwezig zijn in die eerdere artistieke processen, in de reflectieve stadia. Een werk is altijd opgeladen met de energie van een kunstenaar, die zichzelf in relatie stelt tot andere mensen, het dagelijks leven, en de bredere context rondom zich.
Uiteindelijk zou ik zelfs durven argumenteren dat reflectie niet een tentakel, maar het hoofd van de octopus is: het centrale zenuwstelsel waar alle prikkels binnenkomen en verwerkt worden en dan weer signalen uitzenden via de tentakels. Reflectie in het artistiek proces bepaalt immers wat de kunstenaar denkt dat de impact van het werk kan zijn op anderen. Zoals Lily Van der Stokker zegt: soms is de wereld nog niet klaar voor een kunstwerk en op een later moment dan weer wel. Tentakels trekken zich ook altijd even in, vooraleer ze kunnen grijpen naar de volgende oppervlakte, al tastend en voelend door de wereld.