er is iets met die hand aan de hand
20 mei
Ik teken mijn hand. Mijn luie linkerhand. De hand die niks kan. Een apparaat van een slecht merk. Het doet het niet goed. Hallo? Wat is er mis met jou? Waarom ben jij niet soepel? De rug van mijn hand op het tafelblad. Met mijn handpalm naar boven toe en de vingertoppen naar mij gericht. Ik probeer diepte en vorm te krijgen in de vingers. Ik teken met pen op A4 papier.
22 mei
Het moet er los uitzien. De hand. Soms concentreer ik teveel op één plek. Er staan teveel harde penstrepen. Het lijkt een blok te worden. Sommige lijnen zijn te dichtend. Mijn hand is een poppen hand. Het is weer dood. Dat is verdrietig. Mijn hand moet juist vol leven zijn. Het wordt iets dat ademt en leven in zich draagt. Een hand, van vlees en bloed. Huid, nagels en vouwen. Maar niet alleen huid en spieren om botten heen gewikkeld. Er zit meer in die hand. Er is iets met die hand aan de hand. Als ik met een microscoop zou kijken, zie ik cellen en een bloedbaan. Maar als ik heel klein zou worden en me daar zou bevinden, dan ben ik in een andere wereld en toch in dezelfde. Een universum in mijn linkerhand.
23 mei
Lekker snel. Steeds sneller. Hoe sneller, hoe beter. Hoe sneller ik teken, hoe beter het klopt met de werkelijkheid. Als ik de werkelijkheid wil tekenen, moet ik heel snel werken. Ik moet steeds kijken van model naar blad. Iedere halve seconde wisselt mijn oog het focuspunt. Heel snel werken mijn ogen en handen. Ja, mijn beiden handen werken. De een moet iets doen en de andere moet niets doen. Ik zoom in, maar moet ook het gehele model blijven bekijken. Mijn linkerhand. Ik kijk maar een halve seconde naar mijn hand. En dan kijk ik een halve seconde naar mijn blad. Iedere keer op nieuw. Ik kijk 10 minuten lang 300 keer naar mijn linkerhand en 300 keer naar het papier met de oplevende penstreepjes.
27 mei
Ik teken een vinger die naar me toe gericht staat. Dit is een moeilijke hoek. De hele vinger beslaat maar een kleiner oppervlakte op het papier. Hoe krijg ik iets dat 4 centimeter lang is, mijn vinger, op een oppervlakte van 2cm2 op A4 papier. De dode Christus van Andrea Mantegna is een schilderij zie ik voor me. Het lichaam is vanaf de voeten op het schilderij gezet. Het lichaam ligt er vlak achter. Het hele lichaam is in een relatief klein vlakje gepropt door dit perspectief. Wie kijkt vanaf daar? Ik heb een model nodig.