Wat kan ik waarmaken?
2 Juni
Ik breng de oude man een zoet drankje in een flesje met een tuitmond. Ik loop over de gang en kom een schuifelende Mevrouw W. tegen. ‘Zeg, zou je niet eens even gewoon zo. Ja, zo!’ Ze wijst naar haar rollator. ‘Weet je niet dat er zo is? Zo!’ Ik zie haar vragende gezicht. Dit is een herinnering uit de zorg villa. Daar kunnen dingen welleens door de war raken. Gewone dingen. De rollator is een ferrari, die valet moet worden geparkeerd en een lege muur is een waterval. De deur naar de zitkamer is de loopplank naar het cruise schip en daar moet je wel een jas aan doen hoor! Een chique dame zit aan de dinertafel onder de kroonluchter. Ze draagt een prachtig mantelpakje en is al op hoge leeftijd met haar beatrix kapsel. Ze zegt met bevende stem; ‘Ze hebben me gewoon vastgeplakt op mijn stoel, de boeven! Bent u ook gevangen? Ze gaan ons allemaal vermoorden!’ Met dementie raakt heel veel in de war. Net als wanneer je aan het modeltekenen bent. Je kijkt naar het model en naar je witte vlak. Kijk je naar wat je ziet of kijk je naar wat je wilt zien? Hoeveel perspectieven zijn er? Wat zie ík nu? De deur van het appartement van de grote man. Ik ben weer terug in mijn herinnering. Ik klop zachtjes op de deur en zeg; ‘Ik ben Emmy en ik kom u wat te drinken brengen.’ Hij komt niet meer uit bed. Deze grote man. Hij knikt en ik geef hem wat sap. Hij drinkt het helemaal leeg. Sommige delen van het lichaam doen het nog, maar steeds meer delen stoppen er mee. Hij ligt niet lekker meer. Zijn huid is bleek. De tijd begint te dringen. Het is nu of nooit. Er is even geen tijd om na te denken. Ik moet nu beginnen. Deze grote man tekende zelf en hij schilderde ook. Hij vond het prachtig tot op het laatste moment. Soms schilderden we samen iets abstract. Maar nu ga ik hem schetsen. Wie is deze man?
7 Juni
De presentatie komt er aan. Ik maak een collectie van de schetsen, die ik heb gemaakt in de zorg villa. Ik kijk alvast welke schets op welke plek moet komen op de muur. De grote man met zijn armen achter zijn hoofd. Ik kijk iets schuin van voren op zijn gezicht. Daarnaast een profiel schets van de grote man. Iets platter.
Daarnaast in het nisje hangt Mevrouw W. Het is een schets van haar profiel. Ze wist in dat moment niet meer waar ze vandaan kwam. ‘Ik weet het niet’ zei ze. Ik had meteen spijt van mijn vraag. Tussen de ramen hangt Mr. M. in zijn mooie blouse. De man die met zijn uitspraken over kunst een plekje verdient. Ook een ingenieur van de bovenste plank. Erg hoog is de plank. Hij vertelde me dat ik in de problemen zou komen als ik mijn kunst wilde verkopen. Maar, ik kan met plezier mijn werk verkopen. Daar werden we het niet over eens. Op de lange muur hangt Mr. K. De meest ridderlijke man, die ik ooit heb ontmoet. Hij vond het leuk om model te zijn. Daarnaast hangt mijn collega M. Ik weet niet of ze het doorheeft, maar ze is een inspiratie voor velen.
Al het werk is gemaakt met een simpele pen en A4 papier. Het belangrijkste is gebeurd.
10 Juni
In London doet iedereen het zelf. Je begint met niks. Een kelder of een bunker. Misschien zelfs buiten. Dan weet je dat je werk niet beïnvloed is door een instantie of instelling. Rauw en eigen. Heel dichtbij de kunstenaar.
20 Juni
De presentatie is geweest. Het gaat over strepen en stippen. Streepjes over elkaar, naast elkaar en dubbelop. Zachte streepjes, harde streepjes, gestreepte streepjes, gestipte streepjes, gestipte stippen en gestreepte stippen. Ik zie kleine handtekeningetjes. Samen vormen ze vormpjes. Vormpjes, streepjes en stipjes, die samen vormen vormen. Al die vormen bij elkaar zijn ineens gezichten. En dan lijkt het soms over iets anders te gaan. Ik herken een oudere heer en een oudere dame. Een lege blik. Een zacht en rimpelig vel. Een kraakhelder overhemd, een levendige plant en een zacht kussen. Ik herken een collega met haar mooie ogen. Diepe schitterende ogen. Prachtig materiaal en vol met kleur.
Ik wilde leren gezichten te tekenen, maar ik begon er steeds niet aan. Totdat de grote man op sterven lag. Ik moest hem heel snel gaan tekenen. En dat heb ik gedaan. Niet omdat hij de uitvinder was van het cassette bandje. Ook niet vanwege de CD. Dat wist ik toen allemaal nog niet. Ik kende hem gewoon en ik heb een band nodig om iemand te kunnen tekenen. Om mijn aandacht vast te houden.
24 Juni
Ik rij naar Amsterdam. Het is er druk en de zon schijnt. Er zijn veel mensen op straat. Ik parkeer de auto op de Keizersgracht. Bij GRIMM galerie. Het is een prachtige expositie ruimte. Daar staat Sebastiaan. Hij staat in een ruimte met een hoog plafond, veel licht en enorme schilderijen. We praten met Berend Strik.
28 Juni
Ik ben opnieuw in Amsterdam. Deze keer bij de Galerie Vriend van Bavink. Ook een prachtige galerie. Enorme foto’s van ijsschotsen en bergen hangen aan de witte wanden. Een strakke uitstraling. De kunst en zijn omgeving. Hoe meer galeries ik zie, hoe meer ik zelf wil ondernemen. Mijn eigen presentatie is net geweest. Ik heb alweer nieuwe ideeën voor de volgende presentatie in Augustus. Ik wil het zelf aanpakken. Zelf creëren. Zelf initiëren. In de tekeningen moest ik me de hele tijd conformeren naar de realiteit. Naar een algemene realiteit. Dat zal ik leren. Ik zal leren om de realiteit op doek te krijgen. Ondertussen groeit mijn visie. Mijn fantasie, gedachten, dromen en passies. Ik kan mijn visie werkelijkheid maken.