‘Digitale transformatie maakt de sector sterker en flexibeler, maar vraagt wel een andere werkwijze en nieuwe vaardigheden.’ Gunay Uslu – Staatssecretaris cultuur en media
Digitalisering van de culturele sector is in de woorden* van de Raad van Cultuur onvermijdelijk en biedt kansen voor Nederland als geheel om dankzij een goede digitale infrastructuur tot een kwalitatief hoogstaand artistiek landschap te komen. Dit vraagt om gerichte investeringen, meer samenwerking en verbetering van de kwetsbare positie van de maker. Ook de huidige staatssecretaris cultuur en media Gunay Uslu is groot voorstander van digitale transformatie van de sector. Digitalisering is een onomkeerbaar proces en geen kwestie ‘of’, maar ‘hoe’ dit gaat gebeuren.
Toen wij begonnen met het onderzoeksproject Entrepot was de vraag ‘of’ kunstenaars digitale ruimte kunnen innemen al een gepasseerd stadium. De vraag ‘hoe’ de digitale ruimte ingenomen kan worden en welke rol de kunstsector daarin speelt is oneindig veel interessanter, en kwam op meerdere manieren terug in de gesprekken die we hebben gevoerd. De antwoorden varieerden van het schrijven van kunstgeschiedenis en daar deel van willen uitmaken tot het adviseren van overheden om te denken in digitale processen. Digitale transformatie is om te beginnen geen eenduidig begrip, voor de een is het een geordende harde schijf, voor een ander is het een volledige digitale omgeving waarin kunstwerken gemaakt en getoond worden. Een logische conclusie is dat transformatie alleen kan slagen als het dicht bij je eigen waardes blijft. Onze motivatie om de transitie naar digitalisering in gang te zetten is, behalve een oprechte interesse in deze kunstvorm, het innemen van een positie in een digitaliserende wereld. De gesprekken leerden ons hoe belangrijk het proces en de duiding van het werk in relatie tot de maatschappij en de tijdsgeest is. Tegelijkertijd vraagt digitale transformatie om het innemen van een positie tegenover het vermogen om open en transparant te delen (Commons), en met een kritische blik te kijken naar de houding van platforms in onze maatschappij.
We willen voorbereid zijn op de nabije en zeer variabele toekomst en perspectief creëren voor de lange termijn waarin we uitgaan van de wendbaarheid van de kunst. Om niet te verdwalen in de complexiteit van het digitaliseringsvraagstuk zijn we uitgegaan van een topic-based benadering, om digitalisering in de kunst van verschillende kanten te belichten en daardoor open te staan voor nieuwe invloeden. We hebben gekozen voor vier onderwerpen die op dit moment relevant zijn binnen zowel de digitale, alswel de kunstwereld in het algemeen zoals ethiek, allocatie, zichtbaarheid en archivering.
Met betrekking tot ethiek waren de bewustwording hoe we met onze data moeten omgaan, de verantwoordelijkheid om ruimte te maken voor ideologische ontwikkelingen en NFT’s onvermijdelijk de onderwerpen van veel gesprekken. Over allocatie, in de zin van verdeling van middelen, hebben we gesproken over het genereren van waardes en hoe er nieuwe werk- of verkoopmodellen ontstaan. Zichtbaarheid gaat niet alleen maar over publiekswerking, waarvan een hybride vorm van werken veel voorstanders kent, maar ook over het delen van kennis en informatie en de functie van het verhaal. Archivering is in het proces van het behoud van het digitale kunstwerk essentieel en zou onderdeel moeten zijn van de strategie als organisatie omdat het belang van documentatie daar onderdeel van uitmaakt. Hieronder delen we onze belangrijkste bevindingen per onderwerp.
* Interview met voorzitter Kristen Baele, NRC 6 september.
Ethiek
‘The art world does not solely rely on creating but also touches upon dedication, sharing and democratic beliefs.’ Martine Neddam
In de afgelopen jaren is het internet veranderd van een domein waarin activisme en het delen van informatie centraal stond naar een omgeving waarin commercie en controle een grotere rol zijn gaan spelen. De werking van algoritmes, beïnvloeding van de politiek en alle informatie die we consumeren ligt in de handen van een aantal grote partijen. Deze houding staat lijnrecht tegenover de idealen die speelden op het internet gedurende de jaren 90 van de vorige eeuw. Steeds meer mensen worden bewust van de problematische invloed van deze bedrijven en maken zich (terecht) zorgen over wat dit betekent voor onze maatschappij en leefomgeving. Beseffen we wel dat de (digitale) wereld is vormgeven door een klein aantal rijke en (voornamelijk witte) mannen?
Na bewustwording volgt onvermijdelijk de vraag aan de overheid naar regulering en een democratischer internet. Zo kwam in ons gesprek met Robert Groené van Waag naar boven dat de overheid zich niet alleen bewust wordt van de impact van digitalisering, maar ook beseft dat zij de kennis zelf niet in huis hebben. Waag ziet vanuit kunstenaars en instellingen dat ideële constructies zoals de Commonsgedachte, waarbij de nadruk ligt op het vrij delen van kennis, steeds belangrijker worden. Vraagstukken over privacy komen telkens naar boven drijven waardoor druk ontstaat op grote social media platforms over de manier waarop ze functioneren ten aanzien van hun ethische verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd moeten we waken voor ideologieën die sinds het ontstaan van het internet eraan gekoppeld worden. Het idee dat het internet automatisch zorgt voor een inclusieve, toegankelijke maatschappij die openstaat voor stemmen van over de hele wereld is niet vanzelfsprekend. Helaas houdt het internet vooral ook een kloof tussen arm en rijk in stand.
‘Zonder maatschappelijke druk gaat er niks veranderen, dus we hebben media activisten en lobbyisten die niet voor Big Tech werken nodig, maar ook bijvoorbeeld kunstenaars.’ Robert Goené – Waag
Kunstenaars hebben de potentie om een ander geluid te laten horen door hun verbeeldingskracht en zo na te denken over hoe deze wereld eruit zou kunnen zien als we ons niet overgeven aan de macht van een aantal grote partijen. Volgens DEN is de autonome werkwijze van kunstenaars een grote toevoeging aan de ontwikkelingen die plaatsvinden op het internet. Dit zien we terug bij kunstinstellingen zoals Baltan Laboratories en Waag, deze spelen al met die gedachte in de projecten die ze realiseren. Door kunstenaars te betrekken in projecten en te laten reflecteren op digitalisering en de omgang met digitale technologie, proberen zij vanuit ideologie kunst een rol te laten spelen in de discussie over de digitale transformatie. Baltan Laboratories denkt bijvoorbeeld in hun online programma na over de balans tussen verantwoordelijkheid en de mogelijkheden van het internet, een precaire houding die binnen alle hedendaagse praktijken, maar zeker op het internet de boventoon zou moeten voeren.
In de gesprekken die we hebben gevoerd met internetkunstenaars Martine Neddam en Jan Robert Leegte werd het al snel duidelijk dat de vroege internetkunst op hele andere principes was gebaseerd dan nu het geval is. De vrijheid die zij ervoeren heeft plek moeten maken voor commercialisering. Het internet was een plek voor experiment, ontwikkeling en ontmoeting. De NFT (Non-fungible token) had een voortzetting kunnen zijn in de oorspronkelijke opzet waarin de kunstenaar de eigen artistieke en economische ontwikkeling in handen heeft. In veel van de gesprekken die we hebben gevoerd worden NFT’s eerder gezien als de belichaming van kunsthandel en kapitalisme. Deze dubbele standaard zien we ook in de houding van kunstenaars. Blockchain technologie daarentegen wordt door sommige kunstenaars gezien als een interessant gegeven. Jan Robert Leegte ziet het als een ‘hybride vorm tussen hard- en software’ en vind de onverwoestbaarheid een logische stap waarin de solide en concrete kant van het internet naar voren komt. Kunstenaar Martine Neddam daarentegen ziet Blockchain als het tegenovergestelde van haar internetwerk, zij wilt juist inspelen op de veranderlijke aard van het internet en geeft de voorkeur aan generative preservation oftewel, het veranderen van het werk om het werkend te houden.
Er is dus ruimte voor ideologische ontwikkeling van het internet en het digitale domein. Dit houdt wel in dat er mediairs nodig zijn die nadenken over de ethische consequenties van technologische ontwikkelingen. Elke nieuwe technologie of ontwikkeling die wordt overgenomen door een commerciële partij, zou bewaakt moeten worden door maatschappelijk verantwoorde organisaties die zich bewust zijn van de uitsluiting, privacy kwesties, ecologische consequenties en dominante perspectieven.
Allocatie
‘Een kunstenaar kan heel idealistisch zijn, maar wil ook kunstenaar zijn en het liefst daarmee ook geld verdienen. Daar ontstaat een spanningsveld. De truc is om ervoor te zorgen dat het idealisme een plek kan vinden in het werk, maar ook te zorgen dat er een boterham mee verdiend kan worden.’ Nieck de Bruijn – Upstream Gallery
Digitaal werk heeft overeenkomsten met conceptuele-, video- en performance kunst. Deze kunstvormen resulteren eveneens niet in een vaststaand materieel object, maar hebben duiding en context zoals de tijdsgeest nodig om overdraagbaar te zijn naar het publiek. Omdat digitaal werk zich vaak toont op het internet zijn dit soort werken immaterieel en lastiger verkoopbaar dan een traditioneel kunstwerk. Door het ontstaan van Blockchain technologie is het mogelijk geworden om een digitaal bestand te unificeren en daardoor waarde toe te kennen. Dit maakt een werk verkoopbaar en zou tegelijkertijd de mogelijkheid bieden aan digitaal werkende kunstenaars om de eigen verkoop in handen te nemen. Ondertussen hebben we gezien dat NFT´s de agency niet bij de kunstenaars hebben gelegd, maar dat ook dit onderdeel is geworden van de commercialisering van de kunstwereld. Dit ligt, zoals Annet Dekker benoemd, ´in lijn van de vercommercialisering van de kunstmarkt, met name het ‘flippen’ van kunst’. Al onze gesprekspartners hebben over de NFT´s een vergelijkbare mening: het draagt niet bij aan een emancipatie van kunst, maar laat juist dat deel van de kunstwereld zien waar de nadruk ligt op verkoop en commercie in plaats van artistieke en autonome kwaliteiten.
Juist daarom is het van groot belang dat musea, kunstinstellingen en galeries nadenken over hoe ze omgaan met de spanning tussen inhoud en economische waarde van digitaal werk. Deze houding begint langzaam in de kunstwereld binnen te komen. Nieck de Bruijn van Upstream Gallery ziet het bijvoorbeeld juist als een uitdaging om interesse te wekken bij het publiek voor lastig verkoopbaar werk. Tegelijkertijd ziet hij ook de overeenkomsten tussen conceptuele kunst en internet kunst, deze zijn beide niet tastbaar zoals een traditioneel kunstwerk, maar juist door de onvatbaarheid interessant om te reflecteren op het hier en nu.
‘Ik denk persoonlijk dat we met de emancipatie van een nieuwe kunstsoort te maken hebben. Waarschijnlijk blijkt digitale kunst helemaal niet zo fundamenteel anders als het eenmaal geëmancipeerd is.’ Geert Lovink – Institute of Network Cultures
Hoewel de NFT waarschijnlijk niet het beste verkoopmodel is voor digitaal werk, is het wel een aanzet die laat zien dat wat kunstenaars doen op het internet niet gratis moet zijn. Cultureel ondernemerschap kan meer inspelen op de digitale maatschappij, met meer aandacht voor het financieren van kunst. Volgens Geert en Sepp van het Institute of Network Cultures zitten we in een systeem dat ondernemerschap verlangt, maar niet altijd realistisch is in het erkennen van de waardes die door kunst en cultuur gegenereerd worden. Hierdoor krijg je systemen met onmogelijke subsidie eisen of er wordt verwacht dat autonomie plaats maakt voor maatschappelijk nut. We moeten dus op zoek gaan naar financiële modellen die wel werken. Hiervoor is experiment nodig over hoe een gezonde digitale kunstwereld eruit zou moeten zien, maar ook meer erkenning voor digitaal werkende kunstenaars.
Er zijn ontzettend veel vragen over hoe je de waarde kan bepalen van een digitaal werk. Dit heeft deels te maken met bestaande economische systemen, maar ook met de overgang naar een platform maatschappij en een nieuwe generatie (digital natives) die opgroeit met het internet en zich geen wereld meer zonder kan voorstellen. Mede door technologieën zoals NFT’s, begint het toekennen van waarde aan kunst te verschuiven van een fetisjisme voor het fysieke kunstwerk, naar het ervaren van een ‘last’. Een fysiek werk vraagt namelijk om enorm veel aandacht zodat het bewaard kan blijven in de originele staat. Tegelijkertijd lijkt er voor internetwerk een houding te bestaan waarin verandering het werk sterker maakt en waarin shared ownership, maar ook het delen van kennis en samenwerking in de vorm van een support structure vanzelfsprekend wordt. De vraag die we dan kunnen stellen over de Commons gedachte; is dit een systeem dat mogelijkheden biedt om kunstenaars meer zeggenschap te geven over hun eigen werk?
Zichtbaarheid
‘Tentoonstellingen waar een mix tussen digitale en niet-digitale kunst getoond wordt zie je nog steeds weinig. Het is vaak het een óf het ander, terwijl er wel sprake is van een gedeelde thematiek.’ Annet Dekker
Een van de belangrijkste factoren van het internet is dat het potentieel een enorme zichtbaarheid kan creëren. Digitale events, lezingen, voorstellingen en tentoonstellingen zijn praktisch makkelijker te bezoeken en kunnen daardoor een groot publiek bereiken, ook internationaal. Hierbij is het belangrijk om na te denken over de kwaliteit van deze bezoeken, digitaal is immers geen vervanging van een fysiek bezoek, zoals we tijdens de pandemie hebben ervaren. Haken je digitale bezoekers ook fysiek aan? Hoe is de interactie tussen publiek, de kunstenaars en de kunstwerken? Het is van belang om het grote bereik van een digitaal publiek te combineren met een fysiek, geëngageerd publiek. Deze hybride publiekswerking wordt door Geert Lovink en Sepp Eckenhaussen op grote schaal onderzocht.
‘Daarvoor richten we ons op instellingen die meer ingesteld zijn op interactie, dialoog en discussie want dat is namelijk een stuk interessanter. We gaan op een hele andere manier kijken naar het verbinden van verschillende publieken.’ Geert Lovink – Institute of Network Cultures
Hier speelt ook de representatie van digitale kunst een rol. Laat je digitaal werk alleen online zien of kan je hier ook een plek voor vinden in de fysieke ruimte? Annet Dekker gaf aan dat digitale kunst langzaam zijn niche ontstijgt, maar dat galeries en musea het nog altijd benaderen als gescheiden werelden – die van digitale kunst en die van niet-digitale kunst. Maar waarom zou digitaal werk niet kunnen staan in een tentoonstellingsruimte tussen schilderijen en installaties? Dit kan alleen slagen wanneer het tonen van digitale kunst in een fysieke ruimte met hetzelfde respect gebeurt als fysiek werk. De bezwaren hiervoor zijn vaak gegrond in een gebrek aan kennis of van technische of praktische aard. Dit betekent dat tentoonstellingen van digitale kunst regelmatig gaan over de materialiteit van het werk, iets dat juist de verdeeldheid tussen verschillende mediums versterkt. Een digitaal werk hoeft niet over digitalisering te gaan, het bevat eveneens een scala van inhoudelijke thema’s die baat hebben bij een volwaardige representatie. Om dit waar te kunnen maken zouden we binnen kunstorganisaties de technische kennis moeten laten groeien en samenwerken met partijen die zowel de technische als de artistieke kant begrijpen, omdat dit van belang is bij het vertellen van het verhaal van de kunst en de kunstenaar.
Archivering
‘Autonome kunst heeft een totaal andere waarde dan digitaal erfgoed of digitale cultuur omdat het kunstwerken zijn, maar juist dat zorgt er ook voor dat het uitdagend is om ze te bewaren en te begrijpen in de toekomst.’ Gaby Wijers – Lima
Digitaal werk is veranderlijk. Op elk beeldscherm wordt een werk anders gezien, dus esthetisch kan het snel zijn waarde verliezen op het internet. Tegelijkertijd gaan technologische ontwikkelingen zo snel dat het bijna niet meer bij te houden is, zelfs niet voor internetkunstenaars die vaak vooraan staan bij nieuwe ontwikkelingen. Daarbij is een digitaal werk data en geen fysiek object wat de vergankelijkheid ervan groter maakt. Des te belangrijker is het om een goede registratie te laten zien van alles wat zich afspeelt in de digitale kunstwereld. Een bezwaar wat hierbij naar boven komt is dat het bewaren van digitale kunst grote hoeveelheden data (en dus energie) vraagt en we ons ecologisch gezien moeten afvragen of dit een houdbaar proces is. Moeten we dan ook alles beschikbaar maken en houden voor het publiek? Juist de snelheid waarmee de kunstwereld zich ontwikkelt en de vraagstukken waar geen makkelijk antwoord op is te vinden zorgen ervoor dat documentatie en het correct duiden ervan van groot belang is. Daarbij moeten we steeds opnieuw blijven nadenken welk aspect van digitaal werk belangrijk is om te tonen zodat dit ook in de toekomst wordt begrepen. Het gaat dus niet alleen om het reflecteren of het werk deel uitmaakt van de kunstgeschiedenis, maar ook om het verhaal van de kunstenaar voorop te stellen en te voorzien van context. Juist de digitale ruimte is geschikt voor storytelling door het gemak en de snelheid waarmee verschillende beelden en verhalen gedeeld kunnen worden. Hiermee creëer je als kunstenaar en instelling context voor de werken die je toont en de onderwerpen die je aankaart.
In ons gesprek met DEN kwam naar voren dat door samen te werken met andere organisaties je meer inzicht kan creëren in collecties en het verhaal daarachter. Ook bij LIMA ligt de focus op samenwerken. Hoewel zij een grote hoeveelheid aan collecties archiveren, denken ze ook na over hoe dit in de toekomst door de partijen zelf gedaan kan worden om te ontdekken op welke manier ze kunnen archiveren. Door vanuit de oorsprong van het kunstwerk te denken blijf je dichter bij de inhoud wanneer je het moet vertalen naar een andere technologie. Hierdoor ben je constant aan het afwegen wat dit specifieke kunstwerk dat werk maakt, is dat esthetisch, is dat functioneel, of is dat inhoudelijk? Dit vraagt veel kennis en kunde bij organisaties, en legt een basis waarin we archiveren niet meer als losstaande praktijk zien, maar als deel van het kunstwerk zelf.
Annet Dekker gaf aan dat het hergebruiken van bestaand materiaal een ontzettend interessante kijk is op conserveren die het kunstwerk ook nog eens kan heractiveren, wat weer een conserveringstechniek op zich is. Documentatie is daarvoor altijd van belang en dat kan gaan over het proces of het effect op de beschouwer. Niet iedere stap in het proces is relevant, maar wel de beslismomenten om te achterhalen hoe keuzes tot stand zijn gekomen. Martine Neddam maakt het archiveren onderdeel van het werk zelf waar ook de reacties van anderen op het werk minstens zo belangrijk zijn omdat het werk daarmee voort blijft bestaan. Haar digitale werk Mouchette is meer dan een website, het krijgt diepere lagen omdat het connecties legt met gebeurtenissen waar het geen invloed op heeft zoals de video’s die ze vond van mensen die praten over Mouchette. Een website is meer dan alleen wat je kan zien, er schuilt een beleving achter en een vorm van interactiviteit.
Outro
Digitale transformatie gaat niet alleen over techniek, maar ook over een andere manier van denken en werken. In ons streven naar een Artist in Residence vorm voor de toekomst zijn een drietal conclusies uit het onderzoek voor ons van belang. De eerste is een geschikte web omgeving waarin navigatie een grotere rol speelt voor de kunstenaar en de bezoeker. Als tweede onderschrijft het onderzoek de noodzaak om samen te werken met (technische) interdisciplinaire partners voor specialistische kennis en experiment. Hiermee bedoelen we vooral ook het artistieke inzicht om het werkelijke doel te doorgronden bij het realiseren van het idee. Als derde is er aandacht nodig voor duiding waarbij storytelling een rol speelt in combinatie met archivering. Dat laatste is van belang omdat digitale componenten per tijdvak anders worden ervaren, een situatie die ook van toepassing is bij conceptuele kunst en performancekunst. Voor ons is het essentieel in onze transformatie dat archiveren in het digitale landschap verder gaat dan het vastleggen van kunstwerken en projecten volgens een format. Het is juist van belang dat we de omstandigheden tonen van het ontstaan van de werken om na te kunnen denken hoe we kunst in de toekomst willen zien en ervaren. Keywords zijn het bieden van tijd, ruimte en context door een hybride werkwijze. Dit betekent voor ons dat wat er online plaatsvindt effect heeft op de fysieke wereld en vice versa.
Het onderzoek heeft ons gesterkt in de overtuiging dat digitaal bewustzijn in relevantie toeneemt. En dat de waardes en uitgangspunten die aan de digitale kunstwereld ten grondslag liggen veel dichter bij ons als kunstinitiatief staan dan we in eerste instantie vermoeden. De oorspronkelijke uitgangspunten tijdens het ontstaan van het internet in de jaren 90 zijn nog steeds levend in de kunstwereld. Betrokkenheid, sociale veiligheid, toegankelijkheid door het delen van kennis en informatie om van elkaar te leren, de dialoog aan te gaan en te ontwikkelen spelen nog altijd een grote rol. Onze eerste stap is het open source delen van het kennisfundament dat we hebben gebouwd. Het vervolg is het bepalen van onze positie door een grotere rol te spelen in de duiding door de facilitaire rol te verlaten en op te treden als partner of coproducent in de projecten die we samen met kunstenaars gaan ondernemen. Met dat doel wordt er een digitale web ruimte gebouwd, als plek om de onderzoeken te huisvesten, de verhalen op verschillende manieren te vertellen, maar ook als locatie voor het tonen van digitaal werk.
De digitale transformatie van de kunstwereld is iets waar we niet onderuit kunnen. Aan ons de taak om door experiment, onderzoek en samenwerking na te denken over een werkbare situatie waarin kunst de ruimte krijgt zich te ontwikkelen in de digitale ruimte.
Witte Rook is een door kunstenaars gedreven organisatie met een residency programma en een online platform voor onderzoek, experiment, talentontwikkeling en online storytelling. In het programma staat het proces van de kunstenaar centraal door het bieden van korte en lange werkperiodes waarbinnen ontmoetingen plaatsvinden. Voor de duiding van het werkproces worden werkperiodes vergezeld van artikelen en teksten geschreven door diverse auteurs die het narratief van de kunstenaar naar buiten brengen. Witte Rook hecht daarbij bijzondere waarde aan het (be)schrijven als onderdeel van de kunstpraktijk en stimuleert kunstenaars om te publiceren over hun werk, als onderdeel van hun werk of als het kunstwerk zelf.
Het project Entrepot bestaat uit een onderzoek gebaseerd op een tiental interviews en een serie van publicaties op het online platform van Witte Rook. Dit project is mogelijk gemaakt dankzij een startsubsidie van Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.