Het landschap is een terugkerend thema binnen de schilderkunst. Het landschap dat is gevangen binnen de kaders van het doek maakt de relatie tussen mens en natuur duidelijk en overzichtelijk. Het mag nog best een beetje overweldigend zijn, maar wel binnen de menselijke maat. Voor Stefan Peters heeft het landschap een andere betekenis, niet die van observatie en waarneming, maar het vinden van wat een landschap kan zijn.
De rode draad is van goud
Het bladgoud dat Stefan meenam naar Zundert was niet bedoeld om een rol te spelen in zijn werkperiode bij het VanGoghHuis, eigenlijk zou dit gebruikt worden voor een andere tentoonstelling. Maar het werkproces gaat altijd door en laat zich soms sturen door de kunstenaar, soms door omstandigheden, maar bovenal door gelukkige vondsten.
“Uiteraard nam ik mij voor om me door de context van de omgeving te laten inspireren, maar zoals wel vaker gebeurde op andere plekken sluipt ook hier de eigen werkmethode er tussendoor. Toch blijft er ook ruimte over voor experiment, zoals het bladgoud dat niet alleen op het doek terecht is gekomen.
Ik heb ook aardappelen verguld. Een hommage aan Vincent van Gogh die opkwam voor de gewone mensen, de boeren en de armen. Aardappelen uit Zundert zijn het, uit de supermarkt, die ik kocht omwille van hun mooie vorm. Ik hoop dat ze gedurende de tentoonstelling gaan uitschieten, of verschrompelen, zodat het werk zelf ook vergankelijk wordt. Het is een nieuwe stap in mijn werk. Het gaat niet alleen maar over de symbolische waarde, maar ook over het verhaal zelf. Hoe van Gogh wordt bekeken, zijn leven, zijn werk en dat dan samengevat in een aardappel. “
Er is geen waarheid
De bewondering van Stefan voor Vincent is na deze werkperiode alleen maar toegenomen. De rondleiding die hij van Ad de Klerk kreeg, een vrijwilliger van het VanGoghHuis, leerde hem niet alleen veel over de historie van Zundert, maar ook over die van Vincent. Zoals zijn gedrevenheid om te kiezen voor een leven buiten de invloedsferen van anderen zoals zijn gegoede, maar ook wel dominante familie. Hoe Vincent ervoor koos om zijn eigen weg te blijven volgen, en zich niet af liet leiden door de meningen van anderen.
“Het is natuurlijk een perfect verhaal, van kunst en misère, en hoe hij zijn tijd ver vooruit was. Door de brieven werd het me duidelijk hoe hij was en hoe hij werkte. Hij was heel leergierig, maar vooral was het bijzonder hoe hij in die tijd afstand durfde te nemen van zijn geloof. En dat weer terug te vertalen naar het geloof in zijn werk, in het creëren.
Ik denk wel dat hij een moeilijk man was, misschien asociaal, maar tegelijkertijd wilde hij juist graag mensen samenbrengen. Zijn visie was heel helder, maar misschien te extreem voor zijn tijd. De meeste kunstenaars toen waren ondanks hun vooruitstrevende manier van werken helemaal niet zo progressief als persoon. Dat denken we soms graag maar de kunstenaars in die tijd waren vaak burgerlijk.
Voor kunstenaars is het heden ten dage ook moeilijk om niet beïnvloed te worden en hun eigen pad te volgen. Bijvoorbeeld Social Media is daar heel dwingend in, het verplichten tot het tonen van je eigen succes en daaruit bevestiging halen. Het is handig om mensen op de hoogte te houden, het kan zelfs een online tentoonstelling zijn, maar het doet je ook beseffen dat het een ideale manier is om fake news te verspreiden. Misschien heeft er nooit een echte waarheid bestaan, in het leven, in de kunst, maar dat kan je ook positief bekijken. Dat er geen echte waarheid is geeft ook vrijheid.”
Lettersize
Het plan van Stefan bestond uit het ontbreken van een plan, behalve zich te laten onderdompelen in Zundert. Als voorbereiding alleen een stapeltje ‘lettersize’ paneeltjes om hierop te kunnen werken. Het formaat als referentie naar de brieven van Vincent, maar van deze gedachte is weinig gerealiseerd. De relevantie diende zich niet aan omdat het in dit stadium meer over inhoud ging dan over de vorm.
“Ik vertrek altijd vanuit de schilderkunst, maar ik maak wel veel crossovers om het voor mezelf ook interessant te houden. Mijn achtergrond is die van grafisch vormgever wat misschien mijn methodiek verklaart; het ontdekken door andere dingen te doen zoals sculptuur, film en graffiti. Ik wil het voor mezelf zo open mogelijk houden daarom werk ik graag experimenteel en divers. Zo had ik hier de gelegenheid om een groot werk te maken met spraypaint. De eerste poging mislukte helemaal omdat ik plastic als drager had gebruikt en de verf loskwam, maar het was ook een kakofonie van kleuren. De tweede keer heb ik doek gebruikt en dat hing los in een punt. Bij het uitvouwen ontstond er een soort verdwijnpunt van een stralende zon die leek te bestaan uit zachte toetsen. Dat kon ik van tevoren niet bedenken, daar moet je achter komen.
Ook het werken met olieverf in plaats van met acryl is nieuw, de olie is veel langzamer waardoor je langer kan doorwerken. De suggestieve penseelstreek is heel boeiend door het kunnen sturen, maar ook het loslaten. Er ontstaat zo een beeld dat misschien een overeenkomst heeft met surrealisme, maar het gaat er meer om hoe je het verhalende los kan laten. Het mag dubbelzinnig en onduidelijk blijven, het is interessanter hoe mensen zich dan gaan gedragen, hoe ze gaan kijken en zich open stellen.”
Kaderen
Het merendeel van de werken die Stefan hier heeft gemaakt zijn landschappelijke schilderingen, een voortzetting van eerdere handelingen die hij zelf vingeroefeningen noemt. Ze ontstaan vanuit het geheugen, maar zijn ook gevonden bijvoorbeeld op het internet waar Google Earth in onze landschapsbeleving voorziet.
“Mijn eerste landschappen waren een soort oerlandschappen, voor mij is het landschap een platform, een narratief voor mijn werken en niet het narratief zelf. Er komen dan ook nooit mensen in voor. Dat zou de verbeelding dwingen, ik suggereer liever waarbij het landschap een thematische kapstok is en een verbinding legt met herkenning.
De werken die ik hier heb gemaakt zijn een soort van ‘zwevende eilanden’ tegen een gouden achtergrond. Een motief dat ontleend is aan de games zoals waar mijn zoontje mee speelt. Waar vormen in voortkomen die landschappelijk zijn bedoeld. Het is een compositie geworden van landsgrenzen die niet gebaseerd is op de werkelijkheid. Ik laat ook toe dat de potloodlijnen in het goud nog zichtbaar zijn, de zoektocht mag gezien worden. Het is het zoeken naar de compositie, wat de gedachte is over de vorm van land. Zoals er nu veel aandacht is voor het begrip natiestaten, waar land en identiteit verschillende dingen zijn. Maar dat zijn overwegingen, het is aanmatigend om te pretenderen dat ik zulke grote uitspraken kan doen in mijn werk. Ik laat het liever het open zodat de beschouwer het zelf kan invullen.”